Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Baes Gansendonck (1850)

Informatie terzijde

Titelpagina van Baes Gansendonck
Afbeelding van Baes GansendonckToon afbeelding van titelpagina van Baes Gansendonck

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.15 MB)

ebook (3.44 MB)

XML (0.19 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Baes Gansendonck

(1850)–Hendrik Conscience–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 11]
[p. 11]

Baes Gansendonck.

I.

 
Als niet komt tot iet
 
Dan kent iet zichzelven niet

Baes Gansendonck was een zonderling man. Ofschoon uit de nederigste dorpbewooners geboren, had hy zich echter al vroeg gaen inbeelden dat hy van veel edeler stof gemaekt was dan de andere boeren; dat hy alleen veel meer wist dan een gansche hoop geleerden te samen, dat de Gemeentezaken in de war liepen en den kreeftengang gingen, alleenlyk omdat hy, met zyn groot verstand, geen Burgemeester was, - en vele andere dingen van dien aerd.

En nochtans, de arme man kan lezen noch schryven en had van de meeste zaken zeer weinig vergeten...... maer hy had toch veel geld!

Langs dien kant ten minste, geleek hy aen vele voorname lieden, wier verstand ook in eene kist onder

[pagina 12]
[p. 12]

slot ligt, of wier wysheid, tegen 5 per cent uitgezet, jaerlyks met den intrest op nieuw in hun hoofd komt.

De bewooners van het dorp, dagelyks door de verwaendheid van Baes Gansendonck gehoond, hadden allengskens eenen diepen haet tegen hem opgevat en noemden hem spottenderwyze de Blaeskack.

De Baes uit den St Sebastiaen was weduwenaer en had slechts een kind. Het was eene dochter van achttien of negentien jaren; zwak en bleek, eventwel zoo zuiver en zoo fyn van gelaetstrekken, zoo zoet en zoo aenminnig van inborst dat zy de oogen veler jongmans schemeren deed. Volgens het waenwys stelsel haers vaders, was zy veel te goed, te geleerd en te schoon om met eenen boerenzoon te trouwen. Hy had haer gedurende eenige jaren naer een vermaerd pensionnaet gezonden, om er Fransch te leeren en manieren aen te winnen, die met hare hooge bestemming mogten overeenkomen.

Gelukkiglyk was Lisa, of Liesken, zoo als de boeren haer noemden, even eenvoudig teruggekeerd, alhoewel er wel eenige kiemen van ydelheid en lichtzin in haren geest gestort waren; maer de natuerlyke zuiverheid haers harten hield deze spruiten der ondeugd onderdrukt, terwyl hare maegdelyke onnoozelheid, zelfs aen de teekenen ervan iets bekoorlyks byzette, dat alles in haer verontschuldigen deed.

Na gewoonte had zy slechts eene halve opvoeding

[pagina 13]
[p. 13]

genoten; zy verstond het Fransch tamelyk wel, doch sprak het slechts gebrekkelyk. Daerentegen kon zy uitnemend keurig borduren, veelkleurige muilen en voetkussens maken, met peerlen breijen, bloemen uit papier snyden, uiterst vriendelyk goedendag zeggen, neigen en buigen, zeer kunstmatig dansen - en vele andere liefelykheden meer, die in het boerenhuis haers vaders te pas kwamen, gelyk een kanten kraeg aen den hals eener koe, zoo als het spreekwoord zegt.

Van hare kindschheid af was Lisa bestemd geworden om een huwelyk aen te gaen met Karel, den zoon des brouwers, die een der schoonste jongens was die men vinden kon. Daerby zeer welhebbend voor een dorpeling, en redelyk geleerd, vermits hy eenige jaren in het Collegie te Hoogstraten had doorgebragt.

Eventwel, de studie had hem weinig veranderd: hy beminde de ongedwongene vryheid van het boerenleven, was vrolyk als een vogel, drinkende en zingende in eere en deugd met iedereen, vol levenslust, vriend en makker van elkeen die hem kende.

De vroegtydige dood zyns vaders had hem het Collegie doen verlaten om, als leider der brouwery, zyne moeder behulpzaem te zyn; en de goede vrouw dankte den Heer dagelyks, dat hy haer zulken braven zoon tot troost gelaten had; want werkzamer en deugdelyker jongen was er waerlyk niet.

[pagina 14]
[p. 14]

Slechts in tegenwoordigheid van Lisa verloor Karel zyne losse geestigheid en verviel in dichterlyken ernst en in onbestemde droomeryen. Daer, by de geliefde maegd gezeten, maekte hy zich kind met haer, vond genoegen in hare onbeduidende bezigheden en volgde met godsdienstige aendacht hare minste wenschen in. Zy was toch zoo teêr, zoo zwak; maer tevens zoo zuiver schoon, zyne verloofde! Ook hy, de sterke manmoedige jongeling, omringde het tengere meisje met eerbied, met toegevendheid en met angstige zorg, als ware hem het leven eener kwynende bloeme toevertrouwd geweest.

Tot over vyf of zes maenden had Baes Gansendonck er geen groot kwaed ingezien, dat zyne dochter de echtgenote van Karel wierde. Wel is waer, het had nooit zynen hoogmoed gansch bevredigd; doch daer een ryke brouwerszoon, volgens zyne meening, hoogstgenomen geen boer was, had hy zyn lang gehouden woord niet willen breken, en zelfs toegestemd dat men alles voor het aenstaende huwelyk vergaderde en in gereedheid bragt.

Zoo stond de zaek der jonge lieden op eenen tamelyk goeden voet, - toen de ongetrouwde broeder van Baes Gansendonck aen eene kortstondige ziekte overleed en een schoon erfdeel naliet, hetwelk niet lang daerna, in klinkende munt, binnen de afspanning St Sebastiaen, by andere hoopen schyven werd gestort.

Peer Gansendonck was, met vele anderen, van meening,

[pagina 15]
[p. 15]

dat het verstand, de edelheid en de voortreffelykheid des menschen alleenlyk moeten afgemeten worden op het geld dat hy bezit; en, alhoewel hy geen Engelsch kon, was hy niettemin uit natuer tot de verhevene engelsche gedachte geraekt, dat de vraeg: Hoe veel pond zilvers weegt de man? op alles afdoende en onwederleggelyk antwoordt, volgens het oud vlaemsch spreekvers

 
Het geld dat slom is
 
Maekt regt wat krom is
 
En wys wat dom is.

Het spreekt van zelven, dat met zulk schoon leerstelsel zyn hoogmoed of liever zyne dolheid nog meer dan zyne goederen was aengegroeid. Hy achtte zich nu tenminste gelyk met mynheer den Baron van het dorp; want hy geloofde dat hy ruim zoo veel pond woog als deze adelyke grondbezitter.

Van dien dag af kreeg Baes Gansendonck het nog meer in zyne bovenkamer, en waende zich een der eerste mannen des Lands. Dikwyls droomde hy gansche nachten dat hy van eenen edelen stam afkomstig was; en, zelfs by dage wiegelde dit streelend gedacht hem onophoudend in het hoofd. Om de tegenproeve dezer ingebeelde voortreffelykheid te hebben, poogde hy menigmael te ontdekken, welk verschil er tusschen hem en eenen edelman mogt bestaen; maer waerlyk, hy vond er geen.

Wel zegde hem zyn geweten somwylen dat hy te oud

[pagina 16]
[p. 16]

was om nu nog Fransch te leeren of om zyne levenswys gansch te veranderen en in eene hoogere maetschappy te treden; maer kon hy zulks niet meer, zyne dochter ten minste zou opklimmen in de samenleving en trouwen met den eersten Baron den beste. – Wat zalige zekerheid voor Baes Gansendonck! Eer hy stierve zou hy nog het genoegen hebben, zyne Lisa Mevrouw de Baronnes te hooren noemen! Hy zelf zou grootvader van eenige Barronnekens zyn!

Daerom begon de liefde van Karel, den brouwer, hem geweldig tegen het hoofd te steken, en hy betigtte in zyn gemoed den vrolyken jongen man van eenen hinderpael voor de toekomst zyner dochter te zyn. Reeds had hy, in Lisa's tegenwoordigheid, met bitsige kleinachting van Karel gesproken, en dingen gezegd die het meisje dusdanig gewond hadden, dat zy voor de eerste mael haers levens met spyt tegen haren vader was opgestaen, en wel gedurende twee uren bittere tranen had gestort.

Om zyne dochter niet te bedroeven, zag hy van allen regtstreekschen aenval tegen de liefde des brouwers af; maer hy zou het huwelyk wel weten uit te stellen, tot dat de tyd Lisa den blinddoek kwame afrukken en zy zelf overtuigd wierde, dat Karel slechts een grove boer was gelyk de anderen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken