Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Van de onwetenheyt der menschen, die daer is onschuldigh of schuldigh (1631)

Informatie terzijde

Titelpagina van Van de onwetenheyt der menschen, die daer is onschuldigh of schuldigh
Afbeelding van Van de onwetenheyt der menschen, die daer is onschuldigh of schuldighToon afbeelding van titelpagina van Van de onwetenheyt der menschen, die daer is onschuldigh of schuldigh

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.42 MB)

XML (0.12 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

non-fictie/filosofie-ethiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Van de onwetenheyt der menschen, die daer is onschuldigh of schuldigh

(1631)–D.V. Coornhert–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[Folio 122r]
[fol. 122r]

Vande Onwetenheydt.

Dat eerste Capittel.
Onderscheyt tusschen Onvvetenheyt ende eenvuldigheyt.

VVillende handelen vande Onwetenheyt, docht my nodich de selve te onderscheyden van Eenvuldigheyt. Gemerckt veler menschen Onwetenheyt, onwetende d'een voor d'ander neemt. Dit doet dan sulckx in Onwetenheyt verouden, dat sy kinderen blijven van hondert jaren. Want sy verstaen niet recht ons Heeren woorden: Weest eenvuldigh als Duyven: om dat sy achter laten het ander Lidt van't bevel daer aen gecoppelt zijnde, te weten: Ende voorsichtig als Serpenten. Welcke woorden ons Heeren int geheel ende aen malcanderen, so sy geproken zijn, genomen wesende, wel naecktelijck met brengen dat ons daer bevolen wort wijse Eenvuldigheyt, of eenvuldige wijsheyt, ende geensins moetwillige blintheyt ofte zotte onwetenheyt. Dit mercktmen Ga naar margenoot+ licht alsmen te recht verstaet wat onwetenheyt is, namelijck blintheyt des herten, ofte een ontberinge van ware kennisse der dingen. Maer d'Eenvuldigheyt by den Heere Christum daer ghemeynt, is het tegendeel van dubbeltheydt, Valscheyt of bedrieghlijcheyt, te weten een oprechtigheyt des gemoets, daer door des menschen verstant, woort ende werck malcanderen gelijck zijn: so die name oock met brenght, te weten eenvoudigh, dats niet met vele vouwen of ployen bewimpelt.

Dese eenvuldigheydt is altijdt verselschapt met Ga naar margenoota wijsheyt: maer nemmermeer en is wijsheyt een ghesellinne van onwetenheyt: alsoo't onmoghelijck is dat een selve mensch in een selve sake wijs ende anwetende zijn soudt. Soo is oock die eenvuldigheydt Ga naar margenootb sterck ende Ga naar margenootc rechtvaerdigh. Maar men vint niet kranckers ende onrechtvaerdigers dan Onwetenheydt. Die Eenvuldicheyt Ga naar margenootd stiert den rechtvaerdighen: Maer der onwetender Sotheyt Ga naar margenoote doolt. Ende hier uyte comet dat die blinde onwetenheyt te vlieden, maer dat de voorsichtige Eenvuldigheyt te wenschē is, voor alle die geerne recht soudē wāderē. So siet mē dat d'Apostel die wēscht voor dē Corinthers seggende: Op dat ghy vanallē dingē in alder eenvuldicheyt Ga naar margenootf rijc meught zijn. Maer wenscht hy henluyden oock toe dat sy onwetende of kinderen van sinnē soudē wesen? neen voorwaer, maer hy waerschout henluyden Ga naar margenoot+ daer ernstlijcken voor. Die Onwetenheyt is dan te vlieden ende lachterlijck: ende is daer tegen die Eenvuldigheyt wenschelijck en̄ prijslijck. Mach dat oock een selve ding zijn?

Waer vintmen oyt yemant om zijn Onwetenheyt ghepresen geweest? maer om zijn Eenvuldigheyt is Iob gepresen vanden ghenen die alleen prijsenswaerdigh is, dat is van Gode selve. Salomon prijst oock den armen man die in zijne Eenvuldigheyt wandelt, boven dē rijcken wandelende in verkeerde paden. Is Verkeertheyt dan te misprijsen, d'Eenvuldigheydt als ghenoeg haer teghendeel, is te prijsen: dat wert ooc gedaen by den Apostel, immers oock by de Meester selve voor een teghendeel van schalcheyt. So siet men nu uyt het gene geseydt is klaerlijck, dat die onderscheyt groot is tusschen onwetenheyt ende eenvoudigheyt: so dat d'Onwetenheyt quaet, schadelijck, te vlieden, ende lasterlijck is: ende die eenvoudigheyt daer tegen is goet, nut, wenschelijck ende prijselijck.

margenoot+
Onwetēheyt wat. Eenvuldigheyt wat.
margenoota
Matt.10 16.
margenootb
Prov.10 29
margenootc
Pro.11.5
margenootd
Pro.11.3
margenoote
Pro. 14.8
margenootf
2.Cor.9.11
margenoot+
1.Cor.14.20

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • Van de onwetenheyt der menschen, die daer is onschuldigh of schuldigh