Dat 20. Capittel.
Vande moetwillige onwetenheyt
Wt die onschuldighe, oock wt die schuldighe, ja wt die alderschuldigste Onwetenheyden voorsz. werden die menschen, die niet geheel hertneckigh sijn, noch wel verlost, door die voorcomende ghenade Godes: somen ziet inde bekeeringhe Pauli (die inde alderschuldigste der voorsz. Onwetenheden stont) als die een welbehaghen hadde aen Stephani doodt, jae den Christenen self eerst vervolghde. Maer dit en valt niet in den menschen, die niet en willen weten so langhe zy daer inne volhardende, die ware wetenschappe verachten ofte haten: want Ga naar margenoot+ al ist so dat die wijsheyt allen menschen vriendelijck tot haer aenlockt: so en dwingt zy nochtans Ga naar margenoot+ niemanden geweldelijck. Also vallen zy int quade die daer vermijden te leeren, ende Ga naar margenoot+ worden te recht bespot. Als sulcken bespotters over comt het ghene zylieden vreesen, om dat Ga naar margenoot+ zy der wijsheyts getrouwe Raedt veracht hebben. Siet dit treft allen den ghenen die self niet wetende, wanen te weten dat die ware wetenschap een zotheyt zy, ende midtsdien verachtelijck, of dat hare Leeringe streng is, ende mitsdien hatelijck. Daer wt comet dan dat dese zotten die wijsheyt en̄ Leeringe verachten, Ga naar margenoota , ende die Onderwysinge Ga naar margenootb , die VVetenschappe Ga naar margenootc , ende die wijsheyt Ga naar margenootd haten.
Auteursrechtvrij