Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Belijdenis en leven (1908)

Informatie terzijde

Titelpagina van Belijdenis en leven
Afbeelding van Belijdenis en levenToon afbeelding van titelpagina van Belijdenis en leven

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.08 MB)

Scans (38.15 MB)

XML (0.42 MB)

tekstbestand






Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

roman


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Belijdenis en leven

(1908)– Cornelia–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 125]
[p. 125]

Hoofdstuk XI.
Van buiten strijd, van binnen vrees.

Het ontwaken volgde op den droom, die Clara's zinnen begoocheld had; na de scheiding keerde zij weder tot hare gewone gemoedsstemming; de opwinding van het oogenblik week voor kalmte en neerslachtigheid. Door eenzaamheid en duisternis voelde zij zich omgeven,de zomerzonneschijn had voor haar zijn gloed verloren. In haar binnenste heerschte strijd, van buiten omgaf haar vrees - want zware wolken hingen over het huis Have. Drukkend, al drukkender werd de lucht aldaar ingeademd. Naar buiten uit liepen er hoe langer hoe vreemder geruchten omtrent den eigenaar. Men fluisterde het elkander toe, dat hij reeds lang opgehouden had eigenaar te zijn van het goed.

Gedurende het verblijf en na het vertrek van den heer van Bernstein, was er over hem geen woord gewisseld tusschen mijnheer van Dalem en zijne dochter. Haar vaders houding echter bewees aan Clara, duidelijker dan woorden het konden doen, dat niets van al het voorgevallene hem verborgen was gebleven. Het viel mijnheer van Dalem onmogelijk melding te maken van deze zaak, achter welke voor hem gansch andere belangen schuilden. Dientengevolge heerschte er pijnlijke stroefheid tusschen vader en dochter; hij ontweek haar, zij ontweek hem - en voor Clara bracht elke nieuwe dag een wederkeeren mede vam wolken na den regen.

Geene gasten werden er dien zomer op het anders zoo gastvrije Have uitgenoodigd. 't Was er doodsch; nog doodscher wegens de onophoudelijke afwezigheid van den heer des huizes. Maar nam hij zijne plaats bij den familiekring in, dan heerschte er nog veel somberder geest dan bij zijne afwezigheid.

Een tweetal slechts bewaarde nog zekere mate van

[pagina 126]
[p. 126]

vroolijkheid; het waren Ada en Louize. En toch was er in Louize's vroolijkheid een toon, die Clara onaangenaam was, en die haar verontrustte. Dit was meer dan vroeger het geval, na een bezoek door mijnheer Durand op de pastorie afgelegd, toen hij luide zijne ingenomenheid te kennen gaf, met de betrekking door zijne dochter bekleed.,

Vandaar dat de volgende klacht Clara destijds in een harer vele oogenblikken van moedeloosheid ontsnapte: ‘Ach! vermocht ik mijn leed toch af te schudden als ik mij in gezelschap van anderen bevind. Ik weet, het maakt mij afgetrokken, onbekwaam tot het wel-bekleeden mijner plaats; ook moet Louize's vroolijke omgang aangenamer wezen dan de mijne. Zij ziet dat in, en maakt van mijne onvolkomenheid gebruik, om haar invloed des te meer te laten gelden; om met hare gesprekken Reinoud te vermaken laat zij nimmer eene poging onaangewend. Hare geestige vroolijkheid biedt zijne traagheid en flauwheid meer aangenamen prikkel. Dit bespeurende spant zij zich al meer en meer in, om hem te behagen. Wat al kruisen klein en groot. Heere, gord mij aan met het borstwapen der gerechtigheid!’

Over al dit leed, dat haar rusteloos kwelde, uitte Clara zich tegen niemand; zij sloot het in haar zelve op. Maar hoe meer zij dit deed, des te drukkender werd de last, en des te minder vermocht zij hem met gebed voor den Heere te brengen. Alsnog was het tot geen rechten vrede bij haar zelve gekomen; onder haar gesprek met mijnheer van Bernstein voelde zij zich krachtig ondersteund, maar daarna liet de booze niet van haar af, en bestormde haar met pijnlijke overleggingen. Hij maakte hare beslistheid tot liefdeloosheid, hare trouw tot overdrijving.

Zelden werd zij gezien op de pastorie, waar zij voor een jaar haar genoeglijkste uren sleet; wat hield haar van daar terug? De vrees van door Ds. Grasduin door-

[pagina 127]
[p. 127]

grond te worden; want ook voor hem zocht Clara te verbergen wat haar kwelde.

Zoo was de tijd der korte dagen weder daar, zomer en najaar hadden voor goed afscheid genomen; met dit afscheid dreigden vreugd en vroolijkheid voor altijd haar vaarwel toe te roepen aan het huis Have.

Van de jacht, het gewone najaarsvermaak, werd dit maal weinig werk gemaakt; soms gingen de jongelieden er op uit, maar mijnheer van Dalem zelf nam er geen enkele maal deel aan. Weer was hij dagen afwezig; waarheen wisten zijne kinderen niet; ditmaal zag Clara haar broeder in de onrust deelen, die haar verteerde, en die tot nu toe altijd door hem bestreden was geworden. Daarom te meer beefde zij terug voor ongunstige tijdingen.

Meer dan te voren door vrees en onzekerheid geslingerd, besloot zij op zekeren dag, eerst tegen den laten namiddag, tot hare dagelijksche wandeling naar Gottfried's woning. Geen dag had zij het pad door het bosch betreden, of de diep in haar geheugen gegrifte gesprekken, op dit pad gevoerd, waren door haar herdacht geworden. Ook dien dag hielden zij haar bezig.

Zij trof Ds. Grasduin naast Gottfried gezeten, 't Was geen wonder, dat zij hem daar ontmoette; veeleer was het vreemd, dat zij elkander zoo zelden aan deze plaats aantroffen.

‘Heeft Louize u gisteren avond, met mijn dank het boek teruggebracht, dat ik zoo lang van u ter leen had?’ vroeg Clara den leeraar.

‘Ja, mijn kind, ik ontving het door haar, maar ik kan niet verbergen, dat het mij teleurstelde, dat gij zelve het mij niet kwaamt terugbrengen. Het is veel langer geleden dan ik gewoon ben, sedert uw laatste bezoek.’

Clara begreep de strekking dezer woorden, waartegen zij niets in te brengen had. Na afgelegd bezoek verliet

[pagina 128]
[p. 128]

de leeraar met haar den kleinen Gottfried; aan hare zijde sloeg hij den weg huiswaarts in.

‘Vertel mij nu eens,’ hervatte hij, Clara met groote goedheid in de oogen ziende, ‘wat houdt u van de pastorie terug?’

‘Geen ander dan ik zelve houd mij terug,’ antwoordde Clara zacht.

‘En waarom dit, lieve Clara? Sta het uwen ouden vriend toe, vrijuit tot u te spreken van wat zijn hart vervult. Het is met groote zorg, dat hij u aanziet, en dáárom zijn zijne gebeden voor u verdubbeld. Ik zie hoe alles op het benadeelen van uw eeuwig heil wordt toelegd. Dat gij mij minder opzoekt, vermeerdert mijn kommer om uwentwille....’

‘Neen,’ viel Clara hem in de rede, ‘zoek daarin geene beteekenis. Het is een bloot verzuim. Meer niet!’

‘Een verzuim, ja mijn kind! doch een dat uw hart u ingeeft. Werd het dierbaar oud geloof,dat ik u met vreugd zag aannemen om daarin te wandelen, niet bij u aan een harde proef blootgesteld in den omgang met iemand, met wien ook ik een paar maal sprak, die veel beminnelijks heeft, dat is zeker - doch ontegenzeggelijk behoort tot de volslagen ongeloovigen dezer dagen?’

‘Wij spraken veel te zamen, mijnheer van Bernstein en ik; dat is u bekend Ds. Grasduin. Het boek dat ik u nu eerst wedergaf, was er een, dat mij door u geleend werd, om mij te wapenen tegen zijn stellingen.’

‘En hebt gij, met het borstwapen der gerechtigheid aangedaan, de vurige pijlen des boozen uitgebluscht?’

‘Ik heb veel gestreden,’ antwoordde Clara. ‘Ditzelfde pad is getuige van mijn strijd geweest. Maar dit alles viel mij te smartelijk om het te bespreken; ziedaar de eenige reden waarom ik u ontweek, Ds. Grasduin. Ik begreep dat gij het mij aan moest zien, dat ik lijd, en gij stelt te veel belang in mij, om mij niet te vragen naar de oorzaak van mijn leed. Deze vragen nu vreesde ik.’ Clara

[pagina 129]
[p. 129]

wendde het hoofd om, zij wilde hare tranen verbergen.

‘Veel gestreden,’ hernam Ds. Grasduin bewogen, ‘dank zij den Heer voor dit getuigenis. Ik vreesde, dat gij in den strijd verflauwdet, dat de grootschheid des levens, de verleiding des rijkdoms, die uit den booze zijn, groote overhand op u verkregen hadden - in één woord, lieve Clara, dat gij wellicht, hiertoe overgehaald door uw vader, op het punt stondt u met mijnheer van Bernstein te verloven.’

‘Niemand kan twee heeren dienen; dit heb ik mijnheer van Bernstein ten antwoord gegeven, en hij heeft begrepen, dat er tusschen hem en mij eene onoverkomelijke klove gelegen is.’

‘Dank worde Hem toegebracht, die u kracht schonk om getrouw te zijn,’ sprak de leeraar.

‘En toch,’ hernam Clara, ‘op dien strijd laat de Heer geen vrede volgen. - Ds. Grasduin, ik ben diep ongelukkig na dit voorval.’

‘Geen wonder, de verslagen vijand laat niet zoo spoedig af; meendet gij dat hij oogenblikkelijk zou aftrekken? O, neen! na de nederlaag verzamelt hij nogmaals zijne laatste krachten; maar houd goeden moed, de zoetste vrede moet eenmaal volgen.’

‘Eenmaal! doch wanneer? neen, alsnog geen vrede. Zware tijden zijn voor mij ophanden.’

‘Van buiten wel strijd, maar daarom toch van binnen vrede, - dit is vaak de weg van Hem, die ons tevens gebiedt ‘elkanders lasten te dragen.’ Maak ons, uwe oude vrienden, toch altijd deelgenooten van uwe moeite, lieve Clara! - Hier aan dezen tweesprong, waar onze wegen uiteenloopen, en ik u verlaten moet, eisch ik van u deze belofte. Zult gij het van nu af doen?’

‘Ik zal het doen,’ beloofde Clara, ‘uwe vriendschap is mij eene gave Gods. Ook nu weer verkwikte zij mij, terwijl mijne ziel verdorde, daar ik mijn leed voor God en menschen zocht te verbergen.’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken