Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Liederen (1868)

Informatie terzijde

Titelpagina van Liederen
Afbeelding van LiederenToon afbeelding van titelpagina van Liederen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.75 MB)

Scans (3.31 MB)

XML (0.28 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Liederen

(1868)–Frans de Cort–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige
[pagina 311]
[p. 311]

Alphabetische lijst der aanvangsregels.

Blz.
Ach, ik kan het niet vergeten 168.
Ach, laat ons van 't verleden spreken 22.
Al ben ik ook geen kuipersknecht 188.
Alle lekkerwinkels pakken 183.
Als de avondstar de melkster wenkt 230.
Als de oorlogsstorm had uitgewoed 247.
Anders vond ik of zag ik u nooit 115.
Annemieken, zou het waarheid wezen 87.
 
Beste liefje, zoetste liefje 256.
Bezweken, bezweken 129.
Buurmans zoon, die deugeniet 159.
 
Daar dreef op de groene riviere 177.
Daar is de tijd 226.
Daar was eene meid, met name Meg 293.
Daar zit ze weer, de weduwvrouw 32.
De Franschen, dat beken ik geeren 133.
De roze is eene schoone bloeme 41.
De roze tiere in wintertijd 291.
De Satan was van jongs af aan 94.
De schoonste deerne in 't dal is Peg 233.
De sneeuw bedekt de banen 289.
De sombere nacht breekt schielijk aan 302.

[pagina 312]
[p. 312]

Blz.
De vrienden zitten hier of daar 163.
De zonne blonk 253.
Doe open voor mij 279.
Door zwarten nacht en onweer heen 287.
Drie koningen waren er in het oost 307.
Driemaal zalig is de man 172.
Duizend vrouwen vol van gratie 54.
Duncan wilde uit vrijen gaan 304.
 
Een brave gezel, eene lieve maagd 145.
Een goed refrein, een glaasje wijn 30.
Eens trok er langs de boorden 220.
En wie in ons gezelschap bromt 77.
Er heeft zoo eens een door gezeid 201.
Er was zoo eens in Griekenland 151.
Evenals verleden jaar 57.
 
Frisch groenend golfde 't korenveld 240.
 
Geene edelvrouw, hoe flink en fijn 268.
Gekomen is de lieve lente 232.
Gestorven, ze is gestorven 63.
Gezegend zij de schoone stond 295.
Gij praat en pratelt maar immer voort 111.
 
Haar eigen gulden ringsken gaf 211.
Heden klinke in dorp en stede 185.
Het Gersten heb ik steeds geprezen 190.
  't gordijntje wordt daarboven 70.
Het is al langen tijd geleden 100.
  't is mij zoo duister als Chineesch 83.
Het is uw rozig aanzicht niet 246.
  't was nacht, er kwam een onweer op 204.
Het was op zekeren nieuwjaarsnacht 68.
Hij sprak van wonderlijke zaken 161.

[pagina 313]
[p. 313]

Blz.
Hoe zong de hop al spruitend 195.
Hoor mij al die praters aan 3.
Hun kind was dood - hun liefdepand 215.
 
Ik heb den Koran nooit gelezen 55.
Ik heb 'nen vriend gelijk er weinig loopen 13.
Ik ging vol hoop ter loting heen 37.
Ik minne di, wel duizendmalen 140.
Ik min u, och bemin me weer 56.
Ik moet bij Jan en alleman 27.
'k vroeg mij zelven menigmalen 48.
Ik wilde u zien, ik zag u weer 49.
'k zou geen uurtje langer leven 202.
In den Hemel, in den Hemel 157.
In den maneschijn ben ik buiten geweest 218.
In 't klooster op den heuvel 162.
In het zonnige hoveken zaten 138.
In Meie verscheen er in 't dal een gezel 284.
 
Ja, lieve juffer, inderdaad 20.
Jan Breydel sprak: Nu zij 't gedaan 127.
John Anderson, mijn schat, John 245.
Jonker wilde een meisje hebben 61.
Juichend, uit de verste landen 181.
 
Kom, zei Pieter, 'k wil het wagen 81.
 
Laat een zoen 't vaarwel verzoeten 257.
Lest werd ik onder 't vriendlijk dak 197.
Liesken, dreigde Karel lest 35.
Lize kloeg: Zoo gansch alleen 146.
Luistert gij, die, droef te moede 1.
 
Maria komt. - Daar is ze! juichen allen 79.
Maria, toen ge de oogen 75.

[pagina 314]
[p. 314]

Blz.
Mariekens ouders waren 89.
Me koesteren in de stralen 91.
Men zegt, er woont bij God hierboven 97.
Mieken min ik teer 144.
Mijmerend aan de zee, de wilde 278.
Mijne moedertaal, mijne moedertaal 119.
Mijn hart is in Hoogland, mijn hart is niet hier 306.
Mijn land en u verlaat ik nu 262.
Mijn lief is als de roode roos 270.
Mijn minnend harte tracht en smacht 263.
Mijn schat is weg, naar den vreemde heen 209.
Mijn wijfje is ganschlijk mijn 254.
 
Net als wijven twisten, kijven 120.
Niet ééne bloem versiert er thans de weide 18.
Niet ééne van Israëls schoonen 73.
Nog denk ik aan 't getiktak 165.
Nog toeft ge, al is uw glans vergaan 281.
Nu heeft natuur op den bloeienden boom 272.
 
O blijf hier in dit eenzame oord 275.
O gisteren leschte mijnen dorst 251.
O kleene lieve blonde 45.
O laat me u drukken aan de borst 261.
O liefde sluipt daarin 235.
O liefste lieve, waren 44.
O moge steeds frisch loover hier 264.
Ons land is van de grootsten niet 123.
Onze eeuw is de eeuw der speculanten 108.
Onze meester zegt ons 179.
O reik mij nu de hand, kind 259.
O reik mij nu den zilverkelk 255.
O schoon is gene rozelaar 242.
O Tibbie, vroeger waart ge niet 243.
Over zijnen ransel heengebogen 42.

[pagina 315]
[p. 315]

Blz.
O ware mijn liefste lievekijn 250.
O wilt ge met mij gaan 229.
O zaagt ge mijn lief, mijne Philly 283.
O zeg ons, herderinne 206.
 
Regina telt maar vijftien jaren 8.
 
Schoon Liesken, laat, o laat me zeggen 64.
Schuifelt de wind vervaarlijk daar buiten 167.
Spreken Fransch die heeren van Parijs 118.
Studenten, zou het waarheid wezen 105.
Sultan Abdul van Turkijen 53.
 
Tap me nu van 't patersvaatje 24.
Tevreden met weinig en lustig met meer 286.
Toen ik in mijns dorpjens kerke 103.
Toen zij begraven werd 47.
Toevend in de rozengaarde 225.
Treurig keek door de linden 216.
Trinet de marketentster 154.
 
Van alle vier de streken, waar 271.
Verbitter mij door uw verdriet 71.
Vivat mijn spinnerad, mijn schat 300.
Vol gedruisch en damp is de ruime zaal 175.
Vreest gij, dapperen, hier te kwijnen 10.
Vroom en wijs noem' vrijelijk hem de wereld 174.
 
Waartoe dienen mij mijne oogen 141.
Wanneer ik weeldedronken 142.
Ware ik niet zoo bang, schoon liefken 60.
Wat is er toch, dat mij in vreugd en smerte 126.
Wat was ze schoon, daar ze uitgelaten danste 6.
Weer klinkt in echte broedertaal 15.
Wees niet verlegen 266.

[pagina 316]
[p. 316]

Blz.
We zijn uwe lokken, lief maagdelijn 66.
Wie eerlijk is, al is hij arm 276.
Wie gloeit voor recht en rede 113.
Wie is er, die het liedje kan 39.
Wie of er vóór mijn deurtje staat 298.
Wijd en zijd weergalme ons lied 199.
Wij waren zoo gelukkig 51.
Wij zitten soms - mijn lief en ik 85.
Wil ik u eens wat vertellen, meisje 143.
 
Ze minden elkander zoo teeder 153.
Ze trokken gedrieën al over den Rijn 213.
Zij is al oud, de goede vrouw 59.
Zoo blond zijn hare lokken 238.
Zoodra als de haan en de leeuwrik te zaam 149.
Zoo gij vertrekt, och! laat me dan gaan met u 170.
Zoo immer met ons tweeën 171.
Zoo in alle wereldoorden 131.
Zoo rijk en welig als weleer 116.
Zooveel liedjes als er klinken 136.
Zoo zoet en rustig daalt de nacht 260.


Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken