Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verdichtsels (1861)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verdichtsels
Afbeelding van VerdichtselsToon afbeelding van titelpagina van Verdichtsels

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.43 MB)

Scans (90.11 MB)

ebook (3.00 MB)

XML (0.15 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verdichtsels

(1861)–Jan Baptista de Corte–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 77]
[p. 77]

LVI.
De Kat, het Haentje en het Muisken.

 
Een muisken nog zeer jong, en ook zeer onervaren,
 
Dat nog niets kende der bezwaren
 
Des levens, was eens blootgesteld
 
Aen doodsgevaer. Hoor hoe het zelf 't geval vertelt
 
Aen zyn mama: 'K verliet, het hert vol hoop en leven,
 
Het moederlyke huis,
 
Gezind gelyk een jonge muis
 
Die zoekt haer geest de volle vlugt te geven.
 
Ik trad de bergen neêr
 
Die dezen Staet beperken,
 
Wanneer ik, al met eenen keer,
 
Twee vreemde dieren kon bemerken
 
Zoo gy er nimmer hebt ontmoet.
 
Het een' was stil, zachtmoedig en lieftallig;
 
In 't andre was er niets aentreklyk, niets bevallig.
 
'T was barsch en wild, onrustig van gemoed:
 
Een scherpe stem, op 't hoofd een vleeschkrans, stuer van ooge;
 
Een slach van arms waermeê het zich omhooge
 
Verheft, als of het zyne vlugt
 
Wou nemen door de lucht.
 
Nu, 't was een haentje
 
Waervan ons sporrewaentje
 
De beelding miek aen zyn mama,
 
Als van een dier van Noord-Amerika!
 
- 'T begon, ging 't muisje voort, zoo vreesselyk te schreijen,
 
En met zyn arms te slaen, en maekte zulk gerucht
 
Dat ik, die my, God lof, van mannenmoed durf vleijen,
 
Van schrik ben weggevlugt.
 
'K ging, zonder dat, in vriendschap my verbinden
 
Met 't ander dier. Geen liever beestje kont gy vinden:
[pagina 78]
[p. 78]
 
Fluweelen vel lyk wy, gespikkeld, lange staert,
 
Ootmoedig in zyn gang, beminnelyk van aerd;
 
Nogtans een vonklend oog. 'K heb zelfs gemeend te vatten
 
Dat 't zeer genegen is voor ons en voor de ratten:
 
'T heeft oorkens juist als wy.
 
'K ging hem een pootje geven,
 
Wanneer dat ander dier, die onbeschofte pry,
 
My heeft ter vlugt gedreven. -
 
Myn kind, sprak moeder muis, die zoetaerd was een kat,
 
Die tegen ons geslacht, met haer schynheilig wezen,
 
Een vreeden haet heeft opgevat.
 
Het ander dier, door u zoo hard misprezen,
 
Deed nimmer muizen leed; het is een haen,
 
Die eens misschien zal op ons tafel staen,
 
Terwyl, integendeel, de snoeperige katten
 
Geheel verlekkerd zyn op muizen en op ratten;
 
Daerom, zie toe dat gy u van hun klauwen zwicht,
 
En nu, myn kind, onthoud het wel: hy mist zoo ligt
 
Die iemand oordeelt op 't gezigt.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken