Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verdichtsels (1861)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verdichtsels
Afbeelding van VerdichtselsToon afbeelding van titelpagina van Verdichtsels

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.43 MB)

Scans (90.11 MB)

ebook (3.00 MB)

XML (0.15 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verdichtsels

(1861)–Jan Baptista de Corte–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

LV.
De Kat en de Aep.

 
Poes kat en Martjen aep bewoonden 't zelfde huis;
 
Geen schooner koppel franke en stoute vagebonden
 
Had iemand ooit te saem gevonden.
 
Hoe zulk een boos gespuis,
 
Hoe twee zoo looze gasten
 
Het op elkander pasten
 
Ter zelfder steed,
 
Dat blyft tot nu verholen.
 
Was iets in huis geschonden of gestolen,
 
'T was op de buren niet dat men het weet:
 
Martyn snapte alles weg, en Poes, die 't niet liet steken
 
In hoegenaemde slechte streken,
[pagina 76]
[p. 76]
 
Gevoelde minder trek
 
Naer muizen dan naer spek.
 
Eens zagen onze kameraden,
 
Gezeten by den heerd,
 
Kastanjen braden.
 
Die knippen was de moeite weerd,
 
Vermits zy er een dubble winst aen deden:
 
Vooreerst hun eigenbaet,
 
En dan eens anders kwaed.
 
Martyntje zeid aen Poes: Myn vriend, gy moet op heden
 
Eens toogen wie ge zyt: hael die kastanjen uit!
 
Had God my zoo als u voorzien van scherpe klauwtjes,
 
Ik zweer het op myn huid,
 
Gy zoudt al gauwtjes
 
Al die kastanjekens zien gaen!
 
Zoohaest gezeid, zoohaest gedaen.
 
De katte, met haer kluwtjes,
 
In 't eerste nog al schuwtjes,
 
En dan een weinig min,
 
Schart de asschen op, trekt, overhands, haer pootjes in,
 
Klampt een kastanje, een tweede, een derde, een vierde, een vyfde
 
Die Martjeko zeer lustig binnenlyfde.
 
Een dienstknecht komt, en zy ten huizen uit!
 
De kat beroofd van haren buit
 
Was, zegt men, niet tevreden
 
En 't was voorwaer niet zonder reden.
 
 
 
Hoe menig mensch die zynen tyd
 
In druk gevaer verslyt
 
Om andren te behagen
 
Die al 't profyt wegdragen!
 
Hoe menig dwaes, die steeds vooruitgaet
 
Door heet en koud, door zoet en zuer,
 
En die voor anderen om buit gaet!
 
Eilaes! hy trekt kastanjen uit het vuer.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken