Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Brieven van Louis Couperus aan zijn uitgever (1977)

Informatie terzijde

Titelpagina van Brieven van Louis Couperus aan zijn uitgever
Afbeelding van Brieven van Louis Couperus aan zijn uitgeverToon afbeelding van titelpagina van Brieven van Louis Couperus aan zijn uitgever

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.37 MB)

ebook (10.60 MB)

XML (1.01 MB)

tekstbestand






Editeur

F.L. Bastet



Genre

proza

Subgenre

non-fictie/brieven


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Brieven van Louis Couperus aan zijn uitgever

(1977)–Louis Couperus–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 12]
[p. 12]

II. December 1890-Februari 1892 (Brief 1-7)

Op het ogenblik dat de briefwisseling met Veen begint, is Couperus in Parijs. Zijn biografie tot op dat moment is als volgt te recapituleren. Geboren in 1863 te Den Haag, Mauritskade 11 (nu 43), bracht hij daar tot 1872 zijn kinderjaren door. (Men zie voor deze periode uitvoerig Van Booven, Van Tricht en Vogel; ook voor de volgende jaren). In 1872 vertrokken zijn ouders met hem naar Indië, om eerst in 1878 weer naar Den Haag terug te keren. Daar vestigde de familie zich op de, later tot Nassauplein gedempte, Nassaukade 4. Hier schreef Couperus Een Lent van Vaerzen (Utrecht 1884, ed. J.L. Beyers) en de kinderoperette De Schoone Slaapster in het Bosch (Den Haag z.j., ed. F.J. Weygand & Co - J.F.A. Muzerie).

Na in 1884 verhuisd te zijn naar Surinamestraat 20, ontstonden daar Orchideeën (Amsterdam 1886, ed. A. Rössing), Eline Vere (Amsterdam 1889, ed. P.N. Van Kampen & Zn.) en Noodlot (Amsterdam 1891, ed. Elsevier). Al deze werken verschenen dus bij andere uitgevers, vóór Couperus' eerste contacten met Veen. Noodlot, gedateerd Mei 1890, werd reeds in October van datzelfde jaar in De Gids gepubliceerd. In dat tijdschrift heeft het waarschijnlijk de aandacht van Veen getrokken, die Couperus vervolgens zijn eerste brief schreef, blijkbaar om te trachten de schrijver voor zijn fonds te winnen.

Couperus droeg Noodlot op 8 Juli 1890 aan Frans Netscher op.Ga naar voetnoot12 Spoedig daarop begon hij te Karlsbad aan de novelle Eene Illuzie, die hij in Den Haag zou voltooien. Ook liep hij al met plannen rond voor Extaze. Sinds de zomer van dat jaar groeide zijn vriendschap voor Jhr. J.H. Ram, een officier die model gestaan moet hebben voor Taco Quaerts in Extaze.Ga naar voetnoot13

Op 13 October vertrok Couperus, geheel alleen, naar Parijs. Hij maakte daar een eenzame tijd door en schijnt er met weinig mensen van betekenis contact te hebben gezocht. Een uitzondering daarop was Teodor de Wyzewa, een Pools-Franse criticus en essayist, die o.m. voor de Revue des Deux Mondes werkte. In December schreef hij daar de schets Een Verlangen, later opgenomen in zijn eerste novellenbundel. Veen heeft hem in die late herfst zijn eerste brief geschreven. Couperus antwoordde hem met niet meer dan een paar regels.

[pagina 13]
[p. 13]

1

[Parijs 8.XII.90]

 

WelEd. Heer.

U dank zeggend voor Uw aanbod, meld ik U, dat Noodlot zeer spoedig reeds verschijnen zal bij de Uitgeversmaatschappij Elzevier.

 

Met alle hoogachting,

Uw dienstw.

Louis Couperus

 

Ruim een jaar later wordt de correspondentie hervat. Ditmaal is het Couperus, die contact opneemt met Veen. In Januari 1891 was hij, terug in Den Haag, begonnen aan Extaze, in een bij Mensing en Visser gekocht schrift. In diezelfde maand verloofde hij zich met zijn nichtje Elisabeth Baud. In de zomer vertrok hij naar Wiesbaden, waarna hij op 9 September met Elisabeth in het huwelijk trad. Een korte huwelijksreis naar Vlaanderen volgde. Tenslotte ging het jonge paar op 21 September naar Hilversum in de villa ‘Minta’ wonen, waar in October Extaze voltooid werd. Vier maanden later zou dit verhaal in De Gids gaan verschijnen. Intussen was de novelle Eene Illuzie gepubliceerd in Elsevier's geïllustreerd maandschrift, (1891), met een illustratie van F.H. Kaemmerer, en wat later de schets Epiloog in Eigen Haard, (1892), met illustraties van P. de Josselin de Jong (brief 21). Voor de laatste tekeningen had Couperus veel waardering, hij kende de originelen maar merkte later op dat die veel verloren hadden bij de reproductie.Ga naar voetnoot14

In November schreef Couperus te Hilversum Uitzichten en Epiloog (zie boven). In December voltooide hij Kleine Raadsels. 1891 was dus een vruchtbaar jaar. Bovendien kondigden zich toen reeds de eerste vertalingen aan. Op aanraden van Jan van der Poorten Schwartz (Maarten Maartensz) publiceerde Sir Edmund Gosse Noodlot in de vertaling van Clara Bell, voorzien van een door hemzelf geschreven inleiding (ed. W. Heinemann). Spoedig zou Eline Vere volgen, in de vertaling van Jack T. Grein (ed. Chapman and Hall). Beide vertalingen verschenen in 1892. The Brotherton Library te Leeds bewaart twee brieven over Noodlot, beide geschreven uit Surinamestraat 20, Den Haag.Ga naar voetnoot15 De eerste is blijk-

[pagina 14]
[p. 14]

baar aan de uitgever zelf gericht en luidt: (15.II.91) ‘Volgaarne geef ik mijne toestemming voor de Engelsche vertaling van Noodlot in de International Library. Intusschen zou ik gaarne nog van U vernemen, of de heer Gosse hiervoor honoreert en welk honorarium hij gewoon is te geven’. (Volgt ondertekening). De tweede is aan Gosse zelf gericht, zoals wij weten uit een brief aan Van Eeden:Ga naar voetnoot16 (27.II.1891) ‘I thank you for your kind appreciation of “Noodlot”. I hope you will have success with the translation of my book, but I take the liberty to call your attention to the title which as I have seen in the newspaper is to be translated as “Fostering a Viper”. I think a literal translation of Noodlot - Fatality would be more in the character of the book, in which Bertie is never called a viper. I am willing to accept the royalty of 5% your publisher offers me, but I should like to know beforehand the time & mode of payment. Many thanks for your kind attention of sending me your volume of “Froth”. I hope you will let me hear from you...’. (Volgt ondertekening. De brief is in Elisabeths handschrift). - Eveneens in 1892 verscheen in Duitsland Dr. P. Raché's vertaling van Noodlot.

Behalve Extaze, zouden de novellen en verhalen Een zieltje (reeds uit 1889 en te Den Haag geschreven), Eene illuzie, Een verlangen, Uitzichten, Epiloog en Kleine raadsels samen in 1892 verschijnen onder de door Veen voorgestelde titel Eene Illuzie (brief 23). Zo als de band van zowel Extaze als Eene Illuzie is geworden, blijkt het ontwerp op een idee van Couperus zelf terug te gaan.

2

den Haag
20 Surinamestr.
16.1.92.

 

Geachte Heer.

Naar ik mij herinner, deed U mij eens het voorstel mij uit te geeven. Mocht U thans genegen zijn twee werken te doen verschijnen, zoo zoû ik gaarne met U in onderhandeling treden.

Mijn voornemen is Extaze (Gids Januari) in boekformaat te doen verschijnen, flink gedrukt, met wijden letter!

Daarna een bundel: Novelletten, verschillende kleine schetsen verzameld.

Mocht U hiertoe genegen zijn, zoo meld mij s.v.p. welke voorwaarden U mij zoudt kunnen aanbieden.

De bundel is van omvang iets grooter dan Extaze.

In afwachting van Uw geëerd antwoord, heb ik de eer te zijn

 

Uw dw.

Louis Couperus

[pagina 15]
[p. 15]


illustratie
Het ouderlijk huis van Louis Couperus, Surinamestraat 20, Den Haag.


[pagina 16]
[p. 16]

3

Hilversum.
Villa Minta.
25.1.92.

 

WelEd. Heer.

Tot mijn spijt kan ik niet in uw voorstel treden.

Hooger aanbiedingen weigerde ik reeds.

 

Hoogachtend

Uw dw.

Louis Couperus

4

Hilversum
Villa Minta
31.1.92.

 

Geachte Heer.

Uw brief met inhoud heb ik in orde ontvangen. Ook mijne keuze valt op cicero zonder rand. Ik zoû echter een lijn boven aan de bladzijde, zooals ik dit aanduidde, wel netjes vinden. Wat vindt U?

Dan het titelblad. Ik had mij zoo iets gedacht van een groote ster, met een enkel lijntje van een wolk, eenigszins links boven aan; de titel, onder rechts. Zoû U iemand weten, die dat artistiek en vooral zonder pretentie zoû kunnen teekenen.

Wil dan ook s.v.p. de bijgaande opdracht vooraan laten plaatsen.Ga naar voetnoot17

 

Steeds Uw dienstw.

Louis Couperus.

5

Hilversum.
Villa Minta.
6.2.92.

 

Waarde Heer.

Ik vind den omslag erg ‘lievig’ en zoû liefst iets strengers hebben. Als de ster niet kan, dan b.v. grijs en wit met zilveren letters; weinig arabesken en vooral streng. Dat van Veth zoû ik wel aardig vinden: zoû U het niet eens kunnen vragen? Maar laat het anders dood-eenvoudig zijn en vooral geen ‘lieve’ kleuren. Een ster zoû anders mooi symbolisch zijn.

Wil mij s.v.p. een proef zenden van de opdracht.

De bandjes zend ik U gauw terug.

Geloof mij steeds

 

Uw dw.

Louis C.

[pagina 17]
[p. 17]


illustratie
De door Louis Couperus zelf ontworpen band van Extaze, 1892.


[pagina 18]
[p. 18]

6

Hilversum
Villa Minta
18.2.92.

 

Geachte Heer.

Eerlijk gezegd vind ik de teekening stijf; een stijf sterretje en stijve letters. Kunt gij nog eenigen tijd wachten met het graveeren: ik ga over een paar dagen naar den Haag en wilde daar iemand vragen iets voor mij te teekenen.

Er is zeker nog geen haast bij.

 

Hoogachtend

Uw dw.

Louis Couperus.

7

Hilversum
Villa Minta
22.2.92.

 

Geachte Heer.

Wat dunkt U in plaats van ster te nemen:

perkamentpapier met gouden letters naar dit handschrift? Uwe handteekening en woonplaats eigenhandig in den linkerhoek.

Voor gewone ex:

lichtgrijs papier met donkerblauwe letters

of crème papier met zwarte.

Ik schrijf U in haast.

Antwoord mij s.v.p. en zend proeven:

Den Haag

20 Surinamestraat

 

Steeds

t.à.v.

Louis C.

voetnoot12
Maatstaf, 11, juni/juli, 1963, blz. 159.
voetnoot13
Zij hadden elkaar leren kennen bij Marcellus Emants. Van Booven, Leven en W., blz. 117; H.W. van Tricht, Louis Couperus, een verkenning, Den Haag, 1960, blz. 82 e.v.; Albert Vogel, De man met de orchidee, Den Haag/Rotterdam, 1973, blz. 67 e.v.
voetnoot14
Eene Illuzie verscheen in Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift, 1891, I (nr. 6), blz. 585 e.v.; blz. 593 e.v.; bl. 611 e.v. Van Deyssel kondigde het, op dat ogenblik geheel nieuwe, tijdschrift aan met een tirade die Couperus blijkbaar niet heeft afgeschrikt zo hij deze al gelezen heeft: ‘Zie hier een breede en grootsche onderneming der op letterkundig gebied koningsgezinde partij in de nederlandsche dienst-boden-wereld’. Zie De Nieuwe Gids, VI/II, aflev. 4, april, 1891, blz. 123-125; herdrukt in Prozastukken, Amsterdam, 1895, blz. 153-155. - Epiloog verscheen in Eigen Haard van 1892, nrs 27-29, blz. 417 e.v.; blz. 433 e.v.; blz. 449 e.v.
voetnoot15
Van Booven, Leven en W., blz. 113. - De brieven van en aan Gosse worden vermeld door Paul Vincent, Sir Edmund Gosse and Frederik van Eeden, in The Modern Language Review, 66/1, januari, 1971, blz. 9 e.v. Copieën van deze brieven ontving ik door vriendelijke bemiddeling van David L. Masson, sublibrarian, evenals de toestemming deze te publiceren. Hiervoor zeg ik de Brotherton Library hartelijk dank.
voetnoot16
Van Eeden Museum te Amsterdam. Voor de copie hiervan en de toestemming tot publicatie gaat mijn bijzondere dank uit naar de beheerder, de Heer R. Richard. - Zie over Gosse's vertaling en inleiding ook K.A.P. Reijnders, Couperus bij Van Deyssel, Amsterdam, 1968, blz. 213 en blz. 220-221, met verdere verwijzingen, o.a. over zijn ontmoetingen met Couperus.

voetnoot17
De opdracht: ‘Aan het Geluk en het Leed te Zamen, L.C.’. Gedateerd ‘Hilversum, Jan. '92’.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • F.L. Bastet

  • over L.J. Veen


Over dit hoofdstuk/artikel

datums

  • 8 december 1890

  • 16 januari 1892

  • 25 januari 1892

  • 31 januari 1892

  • 6 februari 1892

  • 18 februari 1892

  • 22 februari 1892