Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Brieven van Louis Couperus aan zijn uitgever (1977)

Informatie terzijde

Titelpagina van Brieven van Louis Couperus aan zijn uitgever
Afbeelding van Brieven van Louis Couperus aan zijn uitgeverToon afbeelding van titelpagina van Brieven van Louis Couperus aan zijn uitgever

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.37 MB)

ebook (10.60 MB)

XML (1.01 MB)

tekstbestand






Editeur

F.L. Bastet



Genre

proza

Subgenre

non-fictie/brieven


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Brieven van Louis Couperus aan zijn uitgever

(1977)–Louis Couperus–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 194]
[p. 194]


illustratie
Fotoportret van Couperus te Laren in 1917


[pagina 195]
[p. 195]

XV. Januari 1917-September 1920 (Brief 586-610)

De brieven aan Veen zijn intussen in het algemeen weer opvallend kort geworden. De heren ontmoeten elkaar waarschijnlijk niet of nauwelijks. Nog steeds is Couperus bezig met zijn lezingen en met De Komedianten. Het is niet geheel duidelijk wanneer hij dit boek voltooid heeft. Volgens Van Booven was hij er in Mei 1917 nog aan bezig te Laren,Ga naar voetnoot237 maar daar het reeds van Januari 1917 af in Groot Nederland begint te verschijnen, moet dit wel op een vergissing berusten. Waarschijnlijk was het eind 1916 reeds voltooid. Op 22 Februari 1917 leest hij er te Utrecht - de universiteit waar hem in 1915 een doctoraat h.c. geweigerd wasGa naar voetnoot238 - uit voor aan studenten. Bij die gelegenheid is ook Van Deyssel aanwezig.Ga naar voetnoot239 Van Maart af komt de boekuitgave aan de orde. Couperus wil de roman kennelijk wel bij Veen uitgeven (brief 586), maar zodra hij hoort dat hij het werk dan weer tegen een laag honorarium zou moeten afstaan, stapt hij over naar Nijgh en Van Ditmar (brief 588). Bij Veen blijven slechts de bundels schetsen verschijnen.

Misschien heeft Van Booven gedacht aan De Verliefde Ezel. Dit verhaal wordt van 4 Maart 1917 af in afleveringen tot en met 15 Juli wekelijks in Het Vaderland gepubliceerd. Als dit juist is, heeft Couperus van dit boek bij wijze van spreken de tweede helft geschreven terwijl de eerste helft reeds als feuilleton in de courant verscheen. Hoe dit ook zij, Couperus is die zomer kennelijk vermoeid. De brieven aan Veen onderscheiden zich weer door een geprikkelde toon. Waarschijnlijk is hij in de loop van deze zomer ook al begonnen aan Het Zwevende Schaakbord. Dit werk is van October 1917 tot Juni 1918 in afleveringen in De Haagsche Post gepubliceerd.

Van Laren, eind Mei, gaat hij tot 9 Juni naar Drenthe, om van 9 tot 19 Juni opnieuw in Laren te zijn en daar in Hôtel Hamdorf met Van Booven zijn verjaardag te vieren.Ga naar voetnoot240 Terug in Den Haag, vindt hij daar een week later weer proeven. De bundel Legende, Mythe en Fantazie, wordt een moeilijke bevalling deel-

[pagina 196]
[p. 196]

achtig. Couperus' gedachten zijn alweer zo sterk door het andere werk in beslag genomen, dat hij zich op een gegeven ogenblik de titel van de bundel niet eens meer met zekerheid blijkt te herinneren (brief 591). Desondanks, om financiële redenen ongetwijfeld, overweegt hij nu ook al de bundeling van zijn in De Haagsche Post verschenen Epigrammen. Maar Veen slaat het voorstel af. Waarschijnlijk vindt Couperus het bedoelde boekje zelf bij nader inzien ook wat te mager, in elk geval breidt hij het idee in Januari 1918 uit tot een bundel Idyllen en Epigrammen. Maar ook daar is het nooit van gekomen. Al dit mengelwerk zal, posthuum, bij Van Holkema en Warendorf in de drie delen Proza verschijnen. Zomaar tussen alles door schrijft hij in October 1917 nog De Ode, waar wij in de brieven aan Veen echter niets over horen. Couperus heeft dit boekje aan zijn neef en secretaris Frans Vlielander Hein opgedragen.Ga naar voetnoot241 Het zou in 1918 bij Nijgh en Van Ditmar verschijnen in een beperkte oplage van 250 exemplaren. Zijn neef is echter voordien op tragische wijze om het leven gekomen.

De mooie editie van Psyche, geïllustreerd door B. Reith en pas in 1927 verschenen, blijkt, zo toont brief 601 aan, reeds in December 1917 door Couperus zelf aan Veen aanbevolen te zijn.Ga naar voetnoot242 Veen durft de uitgave kennelijk niet aan. Zelfs neemt hij ook De Verliefde Ezel niet in zijn fonds op, voor de prijs die Couperus er voor vraagt. Couperus laat dit boek daarop eveneens bij Nijgh en Van Ditmar verschijnen. De correspondentie tussen uitgever en auteur houdt daarna vrijwel op. In Juli 1918 zendt Veen hem nog Mialaret's bewerking van Vitruvius cadeau, door hem uitgegeven en door Couperus niet alleen dankbaar aanvaard maar ook in Het Vaderland besproken.Ga naar voetnoot243 In Februari 1919 biedt Couperus zijn ‘oude relatie’ nog het intussen in Groot Nederland verschenen boek Xerxes of de Hoogmoed aan, maar daarmee is het dan ook wel gezegd: Xerxes wordt wederom niet door Veen maar door Nijgh en Van Ditmar uitgegeven.

In de winter van 1918-1919 is Couperus telkens ziek. De laatste brief die hij aan Emma Garzes schrijft - op 4 December 1918, naar aanleiding van de ‘Bella Vittoria’ -, toont hem als een vermoeide man: ‘...j'étais malade et je le suis encore (...); je souffre tous les jours de malaria et devrais déguerpir aussi vite que possible. Aussitôt que possible nous irons vers le Midi... j'en ai au moins l' illusion! (...) Je me sens très déprimé et malade, vraiment malade’. De oorlog is gelukkig voorbij, maar ‘en vieillissant, je ne trouve pas la vie plus facile... La grande consolation, c'est le travail, mais le dernier temps je ne travaille pas, me sentant trop souffrant...’. In deze termen schrijft hij ook aan Israël Querido op 20 Januari 1919: ‘Ik ben reeds maanden ziek en werk hier niet’. Hij bewondert

[pagina 197]
[p. 197]

diens De oude Waereld, en belooft hem later dit boek in Groot Nederland te zullen bespreken.Ga naar voetnoot244

Couperus heeft echter altijd weer onvermoede lichamelijke en geestelijke reserves. Hij is nog niet beter, of hij schrijft de 611 pagina's tellende roman Iskander. Eind 1919 is het omvangrijke epos voltooid.Ga naar voetnoot245 Nijgh en Van Ditmar geeft het uit.

Couperus' laatste brief aan de uitgeverij Veen dateert van 30 September 1919 en is een antwoord op een brief van die zijde, waarin men hem verwijt, dat hij op geen enkele wijze gereageerd heeft op het heengaan van de stichter L.J. Veen op 20 September 1919. Daarmee eindigt een correspondentie die zich over bijna 29 jaren uitstrekt.

586

[6.III.17]

 

Amice

De Komedianten verschijnen sedert Jan. '17 in Groot-Nederland - Over boekuitgave is nog niets beslist.

 

Steeds t.à.v.Ga naar voetnoot*

587

2 Hoogewal
1.V.XVII

 

Amice

Zoû je zoo vriendelijk willen zijn voor mijn kosten te laten inbinden de 2 deelen van Herakles (als je blief zonder c er in,) zoo als je het voor mij deedt.Ga naar voetnoot246 ik heb het als cadeau noodig. In perkament met een gouden letter. Precies zoo als het voor mij gebeurde.

Ik zal spoedig de ontbrekende copie voor de bundeltjes zenden en mij met de proeven bemoeien.

Intusschen steeds vriendschappelijk

 

Louis Couperus

[pagina 198]
[p. 198]

588

Den Haag.
6.V.XVII.

 

Amice

Merci voor het ex. Herakles; ik wacht dan het perkamenten.

Wanneer wil je het eene bundeltje uit geven?Ga naar voetnoot247 In het najaar? Zeker niet eerder. Ik zal spoedig alles in orde maken, over de ondertitels etc. denken; ik ben nu wat moê, ga spoedig naar buiten en kan niet veel denken aan proeven etc.

Wat De Komedianten betreft, ik heb al mijn ‘business’ in handen gegeven van mijn neef Mr. F.E. Vlielander Hein en ik geloof, dat hij voor de uitgave klaar zal komen met Nijgh en Van Ditmar, voor een honorarium als ik in onze goede dagen bij jou genoot, tevens met behoud van rechten voor volgende uitgave en met bedinging rekening-courant te ontvangen.

Intusschen blijven wij altijd goede vrienden, niet waar.

 

Steeds vriendschappelijk

Je dw.

Louis Couperus

589

[z.j.]Ga naar voetnoot*

 

Ik heb even de proeven nagekeken.

Ondertitels:

Van en Over Mijzelf en Anderen. VI.

Ondertitel.

Van Hier en Daar en Overal

Deze 2 deeltjes zouden dan zijnGa naar voetnoot248

I (dat ik reeds in proef heb: 90 bl. beginnende met Groningen eindigend met Een Naam

II. (beginnende met Brieven van den nutteloozen Toeschouwer, waarvan ik nog niet alles in proef heb.

Zend mij die proef, dan vul ik bij wat er ontbreekt

Het laatste bundeltje (een ander genre: Elyata) zoû ik niet willen noemen Van en Over etc. maar liever: Legende, Mythe en Fantazie, echter in den zelfden vorm uit te geven. Dit moet dan ook nog bijgevoegd hebben. Dat zoû dan geen ondertitel behoeven.

[pagina 199]
[p. 199]

590

[z.j.]

 

Amice.

Hierbij de rest van de proeven en 3 feuilletons, die, geloof ik, het bundeltje zullen voltooien.Ga naar voetnoot249

Zend mij revizie van alles. Ik schrapte eenige al te Duitsche waardeeringen (oordeel hetGa naar voetnoot* geheel anders en wil vooral niet van politieke beduidenis zijn: ik ben niets dan letterkundige,)

Geef jij eens duidelijker aan wat ik geschrapt heb; de zetter begrijpt me niet altijd, hoe lang hij me waarschijnlijk al zet. Het spijt me van het vergeefsche zetten maar het zijn maar 4 bladzijden.

Zend revizie naar Hôtel Hamdorf, Laren; daar ben ik den 9de. Nu ga ik naar Drenthe. voor een paar dagen.

 

Steeds t.à.v.

L.C.

591

Den Haag
2 Hoogewal
27.VI.XVII

 

Amice.

Ik vind nergens de proeven van den bundel der fantastische verhalen (ik noemde die geloof ik Legende, Mythe en Fantazie) en nu slaat mij de schrik om het hart, dat die afgedrukt wordt naar de proef (ongecorrigeerd.) Dat mag natuurlijk niet, in geen geval: meld mij dus spoedig of ik je misschien uit vergissing die ongecorrigeerde proeven heb teruggezonden en zoo ja, zend ze mij dan, dan zal ik je ze dadelijk nazien.

Ik begrijp niet, dat je zoo tegen die titel Van Hier en Daar en Overal bent. Ik weet waarlijk niets anders te verzinnen.

Jan en Florence is natuurlijk geen titel, die een heel deeltje kan dragen en Wreede Portretten even min.Ga naar voetnoot250

Geloof me nu eens: het publiek houdt er niet van als de titel niet zijn belofte houdt.

[pagina 200]
[p. 200]

Even min als dat je God en Goden of Lichtende Drempels uit geeft in een populaire serie met een burgerlijke bandteekening van BrakenziekGa naar voetnoot251 (Ik meen ‘burgerlijk’ in tegenstelling met ‘verheven’.) En je doet je werkelijk kwaad met die dingen.

Ik wil natuurlijk alles doen om het je gemakkelijk met die titels te maken maar raadt je af de schets-titels te gebruiken voor de deeltitels. Ik had dit toch ook nooit zoo aangegeven!

 

Steeds t.à.v.

L.C.

 

Antwoord mij gauw over die proeven.

592

2 Hoogewal
3.VII.XVII

 

Amice

Indien ik de titels zooals je ze hebt af laten drukken in der tijd goed vondt, laat ze dan zoo maar voor de meerdere verkoop. Ik vergeet wel eens die dingen en word suf van die drukproeven, waarin ik niemand heb om me te helpen. Die titels zijn in alle geval niet zoó erg als de Braakensiek-band was, die het publiek, dat iets luchtigs denkt te koopen er in laat loopen en de lezers, die God en Goden op prijs stellen, verontwaardigd hebben.

Deel Legende, Mythe en Fantazie dan ook maar in twee deeltjes:

Elyata en

De Betooveraar.

Heb je lust in een of twee deeltjes Epigrammen, overdruk uit de Haagsche Post; kleine boekjes met heel korte schetsjes (ik weet niet of je ze gelezen hebt). Dan zal ik je ze zenden en moet je maar eens zien wat je er voor geven kunt.

 

Steeds t.à.v.

L.C.

593

Den Haag.
2 Hoogewal.
12.VII.XVII.

 

Amice

Vergeef me, dat ik je lastig viel met die Epigrammen. Tal van H.P.-lezers hebben

[pagina 201]
[p. 201]

mij gevraagd en geschreven ze in een klein boekje uit te geven en daarom dacht ik dit te doen. Maar je zal wel gelijk hebben: ik word ook iederen dag onverkoopbaarder. Hoewel drie uitgevers op dit oogenblik ambieêren De Verliefde Ezel uit te geven, die in Het Vaderland verscheen.

Als ik geweten had, dat je zoo lang noodig had om te bevallen van die kleine deeltjes, zou ik je ze niet hebben afgestaan. Enfin, hier is niets meer aan te doen. Ik zoû alleen gaarne even weten: wat is deel 5 Van en Over Mijzelf. Daar ik dit niet begreep. Ik dacht, dat dit reeds uitgegeven was.

Wil je mij dit even uitleggen.

 

Steeds gaarne

Je dw.

Louis Couperus.

594

[30.VIII.17]

 

Ik vergeet niet de ontbrekende vellen. Zend ze dezer dagen, zoo ge ze reeds wilt laten drukken.

Gaarne ontving ik de afgedrukte vellen der bundeltjes, zoo mogelijk.

 

Steeds t.à.v.

L.C.

595

Vrijdag [12.X.17]

 

Amice

Men vraagt mij of het laatste bundeltje uit is of niet; ik kan alleen zeggen, dat ik het ontvangen heb; verder, ligt het nergens voor de ramen en zal de aan de andere deeltjes geheel identieke band ook niet tot koopen lokken... Het zal toch niet in je bedoeling liggen het te verstoppen. Of is het nog niet uit??

Gaarne eenige inlichting.

 

t.à.v.

Louis Couperus

596

[29.X.17]

 

Amice.

Kreegt ge copie, 4 feuilletons, die ik zond?? Meld mij dan even goede ontvangst, want die velletjes zijn heel moeilijk weêr te krijgen. De bundel ligt goed in de doofpot, ten minste nergens voor de ramen; niemand weet er van. Trouwens, als jer er geen ‘manchet’ omdoet, met een bericht, dat het een nieuwe bundel is, loopt ieder het welbekende bandje voorbij. Je springt er heusch vreemd meê om.

 

Steeds t.à.v.

L.C.

 

2 Hoogewal

[pagina 202]
[p. 202]

597

Den Haag
2 Hoogewal
1.XI.XVII

 

Amice.

Je antwoord slaat niet logiesch op mijn klacht. Ik begrijp heel goed, dat er niet veel van die bundels verkocht wordt maar dat komt juist omdat niemand de bundels ziet en weet, dat ze bestaan.

Voor zoo iets is reclame noodig. En een stapel van de bundels in de winkelramen met een bericht, dat de aandacht trekt. Ik herhaal je, dat mijn beste vrienden en kennissen, die steeds mijn boeken koopen, niet weten, dat er een nieuwe bundel uit is.

Als je dus geen nieuwe manier aanneemt om de bundels aan den man te brengen - b.v. door aan de boekwinkels er niet 5 of 2 te verkoopen maar ze een twintigtal ter verkooping te zenden, die ze in hun ramen opstapelen, zal het altijd het oude, saaie liedje zijn.

 

Steeds t.à.v.

L.C.

 

Zet nu ook in Gods naam den bundel Mythe, Legende en Fantazie in een anderen, dood-eenvoudigen band met alleen deze nieuwe titel.

598

[7.XI.17]

 

Amice

Ge kunt splitsen waar U dat geschikt voorkomt. Is de copie zoo voldoende of wilt ge er nog een stukje bij? Dan zal ik dat zenden.

Wat de stapeling betreft, ik meende natuurlijk zonder risico en onkosten voor de boekhandelaar, zoo als het in het buitenland is.

 

Steeds t.à.v.

L.C.

599

Den Haag
2 Hoogewal.
21.XI.XVII

 

Amice.

Ja, ik zoû de bundel alleen uitgeven onder den titel van

Legende, Mythe en Fantazie

en de aanwijzingen onder aan de vellen natuurlijk schrappen.

Ik zend hierbij de rest, die afgedrukt kan worden.

 

Steeds t.à.v.

Louis Couperus

[pagina 203]
[p. 203]

Ik vraag geen revizie meer om niet langer te laten wachten maar druk dan s.v.p. den drukker op het hart, dat de afkortingen die de zetter zich veroorloofd heeft op bl 144 en 146:

z'n en 'n etc

hersteld moeten worden in zijn en een, daar ik zulke taaiverkrachtingen niet wil en nooit schrijf.

600

[14.XII.17]

 

Amice.

Ik ben niet voór een portret: de afdruk laat meestal erg te wenschen over en daarbij doet een portret in dezen bundel niets. In een humoristischen bundel zoû een portret staan, maar niet bij deze schetsen.

Krijg ik s.v.p. de afgedrukte vellen? Wanneer komt het boekje uit?

 

Steeds t.à.v.

L.C.

601

Den Haag
2 Hoogewal.
Kerstmis. [z.j.]

 

Amice.

Zoudt ge zoo vriendelijk willen zijn mij een presentex: Psyche te willen zenden, zoo mogelijk lste editie en anders een ex: van de kleine uitgave? Vervolgens zoû ik je willen aanbevelen den heer Bernard Reith teekenleeraar H.B.S. te Winterswijk. Hij toonde mij een serie zwart-en-wit illustraties voor Psyche, die ik bizonder mooi vind en vroeg mij of er sprake kon zijn van een prachtuitgave in Engelschen stijl. Ik zeide hem, dat ik veel sympathie voor zijn plan had en dat hij maar eens met je spreken moest. Hij lijkt mij zeer praktisch toe in zijn plan en wil geen hooge eischen stellen.

Praat eens met hem en zie eens wat ge samen doen kunt.Ga naar voetnoot252 Hij zoû je eens komen opzoeken.

Intusschen hartelijke wenschen ook voor vrouw en kinderen voor deze dagen en voor XVIII.

 

Steeds gaarne t.à.v.

Louis Couperus.

[pagina 204]
[p. 204]


illustratie
Illustratie van B. Reith bij Psyche


[pagina 205]
[p. 205]


illustratie
Illustratie van B. Reith bij Psyche


[pagina 206]
[p. 206]

602

Den Haag
2 Hoogewal.
9.I.XVIII.

 

Amice.

Ik kom bij je met het volgende voorstel.

Zoû je dit jaar willen uitgeven De Verliefde Ezel, (in Het Vaderland verschenen.) De grootte is 20 feuilletons van ± 7 à 8 kolommen; dat wordt ± 200 bladzijden druks boek. Als honorarium vraag ik:

ƒ 1500.- en behoud van auteursrecht voor volgende uitgaven. TevensGa naar voetnoot* recht zelve een eenvoudig smaakvol bandje en omslag te kiezen.

Mijn neef, Mr. Vlielander Hein, die den laatsten tijd mijn litterair-finantieele zaken deed, gaat naar Amerika. Daarom schrijf ik je zelve, ook uit oude relatie.Ga naar voetnoot253 De Komedianten zijn zéer goed gegaan; de prachteditie (van ƒ 25.- het ex:) is zoo goed als uitverkocht. Ik betracht echter geen trouw meer aan mijn uitgevers en wensch te werken met Nijgh en Van Ditmar, met V. Holkema en Warendorf en met L.J. Veen.

Ook zoû ik hebben een zeer aardig bundeltje, grootere novellen en kleinere stukjes: Idyllen en Epigrammen. (Ik weet je bezwaar: Haagsche post...) Ik zoû dit echter willen uitgeven voor wat de uitgever mij er meent voor te kunnen geven. Het bundeltje zoû zeer verzorgd moeten worden, breed en kort formaat. Antwoord mij eens spoedig hierop.

 

Steeds t.à.v.

Louis Couperus

 

Ik zoû dit jaar geene andere boeken uitgeven dan deze.

603

2 Hoogewal [14.I.18]

 

Ontvingt ge mijn brief, waar over ik U het een en ander voorstelde?? Ik ontving geen antwoord

 

Louis Couperus

[pagina 207]
[p. 207]

604

[29.I.18]

 

Amice

Zoudt ge mij willen verplichten met mij te doen toezenden proef of afgedrukt vel van:

De Dood van den Dappere en AzzârhaGa naar voetnoot* (twee schetsen uit den aanstaanden bundel) daar ik deze novellen voor wil dragen op mijn aanstaande lezing te Amsterdam.Ga naar voetnoot254

Mag ik er op rekenen?

 

t.à.v.

Louis Couperus

605

Den Haag
2 Hoogewal
16.III.XVIII

 

Amice

Ik zie, dat mijn boek uit is maar ontving het nog niet. Het witte bandje is heel goed en eenvoudig; ook de gezondene omslag was voldoende.

Vergeef me, dat ik je nog niet antwoordde, maar ik kan soms niet komen tot briefjes schrijven.

 

Steeds gaarne

t.à.v.

Louis Couperus

606

[4.VII.18]

 

Ik ben je zeér erkentelijk voor Vitruvius, dien ik zeer blij ben te bezitten: zulke boeken zijn mijn bronnen voor mijn antieke romans en verhalen.Ga naar voetnoot255 Is het niet onbescheiden, dan ontving ik ook met veel genoegen het andere werk, maar ik wil werkelijk niet onbescheiden zijn.

Intusschen nogmaals mijn hartelijke dank: ge hebt mij werkelijk genoegen gedaan.

 

Steeds t.à.v.

L.C.

[pagina 208]
[p. 208]

607

Den Haag
2 Hoogewal.
14.II.XIX

 

Amice.

Zoudt gij lust hebben weêr eens iets van mij uit te geven, nl. Xerxes of De Hoogmoed. (4 nummers Groot-Nederland. Sept. Okt. Nov. Dec.)Ga naar voetnoot256 Nijgh en Van Ditmar biedt er mij te weinig voor; hij vindt het geen zeer verkoopbaar boek, schijnt het, - een vreemde taxatie, als ik daar over stel, dat Mej. Else Otten, mijn Duitsche vertaalster, oogenblikkelijk de hand heeft gelegd op de vertalingsrechten van Xerxes, als aktuelle Stoffe, een zeer goed hon. er voor betaalde en dezer dagen - de vertaling is reeds klaar - trots revolutie en wat al niet meer,Ga naar voetnoot257 het boek in Duitschland verschijnt.

Zijlstra's beschouwing lijkt mij dus werkelijk wat... bekrompen om niet dom te zeggen.Ga naar voetnoot258

Ik zoû met een hon. van ƒ 2500.- in eens, te-vreden zijn.

Antwoord mij heel spoedig, daar ik mij besluiten moet.

 

Steeds gaarne t.à.v.

Louis Couperus

 

Het zoû mij niet verwonderen als Xerxes een zelfde debiet kreeg als Psyche, nl. op Gymnasia en H.B.S.

608

2 Hoogewal [21.II.19]

 

Mag ik nog een paar dagen wachten voor mij te besluiten? Ik ben in onderhandeling met de Wereld.Bibl. Zoo spoedig mogelijk zal ik antwoord zenden

 

Steeds t.à.v.

L.C.

[pagina 209]
[p. 209]

609

Den Haag
2 Hoogewal
28.IX.XX

 

WelEd.Heeren.

Zoû ik, uit oude relatie, zoo vrij mogen zijn U te verzoeken een prezentexemplaar van Majesteit te willen doen zenden aan den heer

A. Teixeira de Mattos Esq.

County and Castle Club

Ventnor

Isle of Wight.?

U zoû mij bizonder hier mede verplichten omdat ik zelve geen exemplaar van Majesteit te missen heb: ik heb niets dan een ex. eerste editie, die ik liever behoud en de heer T. de M. verzocht mij er om.

Vertrouwende, dat U mij wel deze dienst wilt bewijzen, verzoek ik U mij, met mijn oprechten dank, te willen gelooven

 

Hoogachtend

Uw dw.

Louis Couperus

610

Den Haag
2 Hoogewal
30.IX.XX

 

Zeer Geachte Heer.

Ontvang mijn zeer hartelijken dank voor de toezending van Majesteit, ook uit naam van mijn vertaler, den heer Teixeira de Mattos, die voor Amerika de jaren lang geleden geschreven Engelsche vertaling wenschte te herzien.Ga naar voetnoot259

Het doet mij leed, dat U zich schijnt te hebben aangetrokken, dat ik U niet schreef na Veens overleden,Ga naar voetnoot* maar ik kan niet anders dan U tot mijn verontschuldiging mededeelen, dat ik niets wist van Uw Compagnonschap met Veen,Ga naar voetnoot260 dat ik zelfs

[pagina 210]
[p. 210]

Uw naam niet kende. Veen schreef mij immers steeds persoonlijk; dat zijne uitgeverszaak na zijn overlijden zoû worden voortgezet, was mij ook geheel onbekend;Ga naar voetnoot261 zoó zelfs, dat ik Nijgh en Van Ditmar er over gesproken heb, of zij niet mijn boekenfonds van de erven zouden overnemen! U zult dus moeten toegeven, dat mijn onhartelijkheid niet anders dan onwetendheid was.

Geloof mij intusschen met de meeste hoogachting,

 

Steeds Uw dw.

Louis Couperus.

voetnoot237
Van Booven, Leven en W., blz. 228. Zie over De Komedianten ook Vogel, Man m. orch., blz. 194-195.
voetnoot238
Van Booven, Leven en W., blz. 232: ‘Kort na zijn terugkeer in Holland in 1915 hebben eenige vrienden getracht om Couperus het doctoraat in de Nederlandsche letteren aan de Utrechtsche universiteit te vereeren. Eenige professoren, waaronder de verfijnde en hoogst beschaafde, kunstzinnige geest, prof. dr. J.J.A.A. Frantzen, steunden deze pogingen met groote warmte. Helaas, werd de vereischte meerderheid van stemmen niet verkregen’. Zie ook Vogel, Man m. orch., blz. 191.
voetnoot239
Van Booven, Leven en W., blz. 227: ‘...in de pauze had ik het genoegen de beide grootmeesters van de Nederlandsche literatuur aan elkander voor te stellen. Couperus, die zeer in zijn schik was, omdat hij het aandachtige publiek zoo sympathiek vond, zag ik glimlachend met beide handen Thijm's hand omklemmen, en toespreken’ (niet de hand, maar Thijm).
voetnoot240
Van Booven, Leven en W., blz. 228.
voetnoot241
Zie noot 228. Over De Ode Vogel, Man m. orch., blz. 197-198.
voetnoot242
Het Letterkundig Museum bewaart enige correspondentie tussen Couperus en B. Reith. De te Winterswijk wonende tekenaar heeft Couperus in Den Haag bezocht.
voetnoot243
D.d. 20 october 1918. Herdrukt in Proza, II, blz. 96 e.v.
voetnoot244
Verschenen in Groot Nederland, 1919, I, blz. 460 e.v. Herdrukt in Proza, II, blz. 156 e.v. Zie ook Vogel, Man m. orch., blz. 188-189.
voetnoot245
Verschenen in Groot Nederland, 1920, I en II. Vogel, Man m. orch., blz. 201.

voetnoot*
Ondertekening afgeknipt.

voetnoot246
Dit slaat op het ongelukkige, aan Majesteit ontleende bandontwerp, waarin de titel foutief Herackles in plaats van Herakles getekend was.
voetnoot247
Der dingen Ziel. Zie noot 248. Mogelijk ook Legende, Mythe en Fantazie.

voetnoot*
De brief heeft geen aanhef en geen ondertekening.
voetnoot248
De titel Van hier en daar en overal heeft Veen niet gebruikt, zie brief 591. I werd Der Dingen Ziel, II de Brieven van den Nutteloozen Toeschouwer. De bundel Legende, Mythe en Fantazie werd opgesplitst in twee deeltjes: Elyata en De Betooveraar. Zie brief 592.
voetnoot249
De Brieven van den Nutteloozen Toeschouwer werden aangevuld met De Uren, De Moord op den Optimist, en De Grootvader.
voetnoot*
Onduidelijk leesbaar. Er kan ook staan: ‘nu’.

voetnoot250
Het misverstand hiertoe werd misschien gecreëerd door brief 571.
voetnoot251
Zie noot 230. De verhaspeling van Braakensiek's naam lijkt niet geheel onopzettelijk te zijn.

voetnoot252
Door het overlijden van Veen in 1919 en van Couperus in 1923 hebben geen van beide meer kunnen genieten van de uiteindelijk eerst in 1927 tot stand gekomen prachteditie. Illustraties van Reith bij Fidessa zijn nooit gebruikt.
voetnoot*
Ingevoegd: ‘De uitgave van 3000 ex.’
voetnoot253
Zakenbrieven van diens hand in het archief van Veen zijn niet bewaard gebleven.

voetnoot*
Deze spelling wijkt af van die in het gedrukte verhaal, n.l. Azzahra.
voetnoot254
Uit Legende, Mythe en Fantazie, blz. 146 e.v. en blz. 113 e.v.

voetnoot255
Ir. H.A. Mialaret gaf in 1918 bij Veen de eerste - en tevens laatste - moderne Nederlandse Vitruviusbewerking uit. Het boek, goed geïllustreerd, voorzag in een behoefte. Zie Proza, II, blz. 96-102. - Wat Couperus hierna met ‘het andere werk’ bedoelt, kan uit deze tekst niet worden opgemaakt.
voetnoot256
Door Van Booven, Leven en W., blz. 273, niet vermeld. In Groot Nederland 1918, dl. II, sept., blz. 233-276; oct., blz. 349-392; nov., blz. 469-520; dec., blz. 613-650. Voorafgegaan, blz. 233-234, door een niet in het boek opgenomen Prologos, herdrukt door Richard Erbe, Louis Couperus, Nag. W., blz. 174.
voetnoot257
Op 3 november had de - feitelijk niet meer bestaande - Oostenrijks-Hongaarse dubbelmonarchie wapenstilstand gesloten. Op 9 november 1918 volgde Duitsland, nadat een matrozenmuiterij zich tot een algemene opstand uitgebreid had. De Duitse keizer trad af en vluchtte naar Nederland. De parallel - ‘aktuelle Stoffe’ - met Xerxes, al dan niet door Couperus zo bedoeld, lag voor de hand.
voetnoot258
Doeke Zijlstra (1889-1940). Na een loopbaan bij diverse uitgeverijen trad hij in 1912 bij de firma Nijgh in dienst. Omstreeks 1920 werd hij directeur van de uitgeverij Nijgh en Van Ditmar (waarvan het archief in 1940 verloren is gegaan).

voetnoot259
Verschenen in 1921 bij Dodd, Mead & Co., New York, als ‘newly translated by Alexander Teixeira de Mattos, with a preface by Stephen McKenna’.
voetnoot*
Waarschijnlijk contaminatie van ‘overlijden’ en ‘nadat Veen is overleden’.
voetnoot260
Bij de overdracht der handschriften uit het Veen-archief aan het Letterkundig Museum werd hierbij d.d. 5 november 1963 door mevrouw M. Th. Veen aangetekend: ‘Daar is niets van waar. Dit was dhr. A.P. Abramsz die vertegenwoordiger was, en na 't overlijden van mijn Vader directeur der N.V. werd’.
voetnoot261
De uitgeverij bleef voortbestaan als L.J. Veen, Amsterdam.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • F.L. Bastet

  • over L.J. Veen


Over dit hoofdstuk/artikel

datums

  • 6 maart 1917

  • 1 mei 1917

  • 6 mei 1917

  • 1917

  • juni 1917

  • 27 juni 1917

  • 3 juli 1917

  • 12 juli 1917

  • 30 augustus 1917

  • 12 oktober 1917

  • 29 oktober 1917

  • 1 november 1917

  • 7 november 1917

  • 21 november 1917

  • 14 december 1917

  • 25 december 1917

  • 9 januari 1918

  • 14 januari 1918

  • 29 januari 1918

  • 16 maart 1918

  • 4 juli 1918

  • 14 februari 1919

  • 21 februari 1919

  • 28 september 1920

  • 30 september 1920