Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Herakles (1994)

Informatie terzijde

Titelpagina van Herakles
Afbeelding van HeraklesToon afbeelding van titelpagina van Herakles

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.33 MB)

XML (0.59 MB)

tekstbestand






Editeurs

Jan Fontijn

Jan Robert

M. Stapert-Eggen

H.T.M. van Vliet



Genre

proza

Subgenre

historische roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Herakles

(1994)–Louis Couperus–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

XXI

Het was den volgenden morgen.

Over de, van rossen smook nog rookende, bouwvallen rees de rozige dageraad eu hier en daar flakkerde hel de laatste vlam van den brand omhoog tusschen de gestorte zuilen van het paleis. Her en der lagen verspreid de lijken van de aanhangeren des konings.

Rondom Herakles verzamelde zich het volk van Oichalia: uit alle richtingen des lands stortten zij toe en zij riepen hem koning uit. Maar hij schudde afwerend de hand en om zijn forsch gewelfden mond, ontspande de welwillende glimlach. En hij zeide:

- O, gij van Oichalia, niet ik kan uw koning zijn, meende mijn vader Zeus mij ook te geven heerschappij over Hellas! Ver van hier drijft mij mijn plicht, ook al stuwden uw noodlotbestierde-ressen mij in de richting uws lands. Zoo ik van tyrannij u verloste, geschiedde dit, daar Zeus en Apollo, Poseidoon en Athena mij waardig keurden uw verlosser te zijn en Ifitos te bevrijden. Mij zal te heerschen niet worden gegeven, want Hera haat hem, die haar reeds zijn roem dankt! Ik landde aan uw stranden als een moede vreemdeling en vermoedde niet wat mij wachtte: de wedstrijd lokte mij tot Eurytos als een onwetende gast, die niet anders dacht dan vriendschappelijk en eerlijk mede te dingen in hem dierbaar,

[pagina 109]
[p. 109]

mannelijk spel. Eurytos overwon alle de boogschutteren, die voór hem spanden de koorde, maar Herakles overwon Eurytos; uit Herakles' boog, waarvan hij slechts de koorde kan spannen, flitsten de stalen pijlen, tientallen en tientallen, onfeilbaar en onvergelijkbaar, het steeds verder en verder geplante wit in het hart! Herakles overwon eerlijk in het mannelijk spel, o vrienden, maar vriendschappelijk was het hem niet gegeven te overwinnen, want Iole had hem het donkere geheim van uw land onthuld! En toen Eurytos, nijdig, in woede ontstak en noode den overwinnaar erkende en hem weigerde de maagd, die prijs was... toen bezielden de goden den vreemdeling op Oichalia's strand en gaven hem in den knots te omvatten en den slechtaard te verpletteren. Zeus' woede trof met bliksems dit huis van geheime ongerechtigheid en wie Eurytos trouw bleven, vielen als hij onder Herakles' slagen, maar thans zeg ik u, o vrienden, richt uwe blikken naar gindschen toren, die, o wonder, gespaard in de vlam bleef: zie, mijne makkers hebben de poort in geslagen; zie, Iole voert haar wankelen, kranken broeder uit zijn graf het leven weêr in en hij, o gij van Oichalia, zal rechtmatig heerschen over uwe landen, in nieuwe weelde en welvaart, als Herakles vèr is van hier...

En de Held wendde zich af, terwijl het volk hun nieuwen vorst en zijne zuster omringden. Door het laurierenbosch van Apollo maakte snel zich Herakles weg en ijlde naar het strand, waar zijne makkers reeds zingend ter vaart zich bereidden en Abderos angstiglijk uit zag. De wind woei uit gunstige richting, en de zee lag in blauwgladde wachting uit. Boven de donkere karteling van het eikenwoud, in den òp goudenden morgen, wolkte de laatste smook van den brand.

- Makkers! riep Herakles. Naar Thrakië! Naar Thrakië!! Ik ben vol goeden moeds! Weifelde ik ook om den Leeuw en de Hydra, wanhoopte ik om den Ever, weigerde ik de Hinde te vangen tot Artemis mij zèlve vergunde, waren der Vogelen vederpijlen bijna mijn ondergang, verontwaardigde ik om den Stal, vromer dan vroeger vertrouw ik de goden sinds zij mij blijkbaar behoeden. Waardig werk was den Stier te offeren: makkers, òp: naar Thra-

[pagina 110]
[p. 110]

kië! Naar Diomédes, de gruwbare, naar de menschenvretende Rossen! Makkers, op: naar Thrakië!

En Herakles' roeieren juichten luid op, maar uit het eikenbosch klonk een roep. De schelle, de angstige, de terug houdende roep eener wanhopige vrouwestem. En uit den zwarten morgenschemer der boomen, tusschen wier kronkelstammen de morgenzon nog niet vergleed, ijlde, ijl als blankere schemer, een fladderende peplos nader, strekten twee slanke, witte armen uit, woei blonde haar op waai van radelooze vaart achterweg en snelde hijgende Iole aan en snikte, na heur snerpenden roep, hare stem:

- Herakles! Herakles!! O Herakles, toef nog!!! Makkers van Herakles, toeft nog, opdat mede Iole ten boorde stijg'!

Reeds waren de kabelen gevierd, reeds waren de zeilen geheschen, reeds stond, hand aan helmstok, de Held en hij riep:

- Iole, waarom blijft niet de zuster den broeder getrouw?

Zij stond aan den zoom nu der zee, angstiglijk, zoo wit als een schim, zoo tenger en teêr als een maagd, zoo hulpeloos als een kind.

- Omdat ik, o Heer, uw slavin ben, antwoordde zij nederig en zacht en strekte de armen uit. Omdat gij mij wont in den wedstrijd, al was Iole ook niet Eurytos' maagdlijke dochter! Omdat ik mijn meester volgen moet, waar hij ga, daar ik hem toe behoore! Omdat mijn broeder, geëerd thans op den troon zijner vaderen, Iole's zorg van noode niet heeft en omdat ik, o Heer, van verre en in verlangenlooze nederigheid u bemin en den weldoener van mijn geslacht en mijn land dienend mijn leven wijden wil. Omdat ik, dankbaar, mijzelve niet meer behoor!

De Held marde, aan het roer. Ontroerd zagen zijne goede oogen naar Iole neêr en hij sprak:

- Edel kind, blijf in het land uwer vaderen, blijf ter zij van den koninklijken broeder en kies u onder de helden, die zijn troon omringen zullen, een gemaal, die u minnen zal om uw schoonheid en waardig hart. Wat wilt gij Alkaïos volgen, wat wilt gij Alkaïos dienen? Weet gij niet, wie Alkaïos is, dien gij heer heet en vorstelijk denkt, en wien gij slavinne wilt zijn? Weet gij niet, dat

[pagina 111]
[p. 111]

hij de slaaf van Eurystheus is, de Perseïde, Mykenae's koning, en willooze uitvoerder zijner bevelen? Weet gij niet, dat hij de eeuwige zwerveling is, de eeuwige boeteling, de eeuwige misdadiger, wiens schuld niet meer is te verzoenen? Weet gij niet, dat zijne driften dooden, dat zijne opwellingen kunnen noodlottig zijn, dat hij de moordenaar was van moeder, van gade, van kinderen, van Mykenaeërs, die hij beminde! O Iole, o edele jonkvrouw van leed, ga terug, ga vàn mij, ga weg! Volg niet Alkaïos in het verre, verre land Thrakië, waar hij den gruwbaren Diomedes bekampen moet en moet verdelgen de menschen-vretende Rossen. Is zoo vreeslijke reis voor een teedere vrouw? Is zoo onzeker doel door de koningsdochter te zoeken, die de bewaarster was van het heil haars lands en door haar volk dankbaar naast Ifitos geëerd worden zal? Naar gruwzame oorden den gevloekte rampzalige volgen? Iole, Iole, o edele jonkvrouw van leed, o edel kind, blijf in het land uwer vaderen: daár wacht u het ongedachte geluk, de liefde en het nieuwe leven!

En de Held hief reeds de hand ten teeken, dat de roeiers de spanen rezen, maar Iole riep:

- O zoon van Zeus, Herakles! Hellas' weldoener waar gij den voet zet! Hoor mij! Leven nieuw en liefde en geluk ongedacht zijn voor Iole aan uwe zijde, in uwe schaduw en zoo gij niet duldt, dat uw slavin betrede den boord van uw schip, stort zij zich in de schuimende, blanke voren om, met hare zwakke armen zwemmende, u te volgen, tot zij bezwijkt!

Weemoedig glimlachte de Held en hij sprak:

- Zoo de vervoering werkelijk uw edelen geest, o kind, bezielde tot deze daad, zoû zij uw dood niet zijn, want ter aller zijde zouden Amfitrite's naïaden duiken omhoog, om u op hare trouwe armen te dragen en u te wiegelen de wateren over, zoo niet tot Thrakië's sombere boorden, toch tot een zoom van een land van geluk! Maar het zij zoo, als gij het wenscht. Alkaïos weêrstreeft niet langer! Iole, stijg dan mede aan boord; Iole, volg den zwerveling, die onwaardig is liefde en dankbaarheid; Iole, wees, naast Abderos, den broeder, een zuster mij en wees Abderos een zuster

[pagina 112]
[p. 112]

zelve; Iole en Abderos, gij beiden zoo lieflijk, vlecht den zachten krans uwer lieflijkheid door de harde dagen Alkaïos': o Iole, kom en verzel ons!

De Held strekte de handen uit. Hoog uit jubelden blijde de roeiers, terwijl Abderos hielp Iole den boord te bestijgen des vaartuigs. Zij zetten zich beiden, twee blonde kinderen gelijk, aan de voeten des Helden, die omklemde den helmstok. De roeiers bewogen de riemen. De zee lag glad uit en effende blauw in den gouden morgen tot de Noordelijke kimmen toe. De Nereïden verhieven zich uit de zee: zij wierpen ruggelings zich over de golven of omzwommen dartelend het vaartuig op hare dolfijnen, die spoten de waterstralen. Zee en lucht, gouden zonneschijn, liereklank en zoete zange Abderos' schenen alle harmoniesch samen te stemmen tot eén eindeloos, wijd geluk, goedgunstig aan zalige spelevaart. De roeiers glimlachten blijde, vielen in met den opwekkenden kreet en hieven de spanen de baren uit en daalden de spanen de baren in.

Maar aan het roer, roereloos, stond de Held en op dit wijde blauw, en in deze wijde blijheid, gevoelde hij zich, stil in zijn hart, heel droef.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken