Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Hooge troeven (1991)

Informatie terzijde

Titelpagina van Hooge troeven
Afbeelding van Hooge troevenToon afbeelding van titelpagina van Hooge troeven

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.39 MB)

XML (0.13 MB)

tekstbestand






Editeurs

Oege Dijkstra

Jan Robert

H.T.M. van Vliet



Genre

proza

Subgenre

novelle(n)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Hooge troeven

(1991)–Louis Couperus–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 18]
[p. 18]

IV

In het boudoir - een klein zeshoekig zaaltje met een koepelvormig plafond, dat beschilderd was met een treille-werk, waardoor een lucht blauwde en waartusschen putti klommen en stoeiden - was Elena al klaar met het uitzoeken der platen, vele naar Walter Crane, wiens Flora's Feast aan de koningin het idee van haar bloemenbal had ingegeven. Zij stond te wachten, hare oogen droomende op de verschillende roze en gele kostumen der chrysanthemen, toen zij stappen hoorde en meende, dat de koningin kwam.

Maar in de deur, ophoudende de recht neêrgevallen roze fluweelen portière, die tusschen de pilasters hing, verscheen de koning.

- Is Hare Majesteit nog niet hier? vroeg hij.

- Neen, Sire...

- Maar zij komt toch gauw?

- Ik geloof zoo, Sire...

Hij naderde.

- Waarom ‘Sire’? vroeg hij.

Het meisje verschrikte.

- Ik begrijp U niet... stotterde zij.

- Je noemde me toch vroeger anders, Elena.

- Vroeger! glimlachte zij bleek. Al zoo lang geleden.

- Niet zoo heel lang. Hoe lang?

- Jaren geleden, Sire; toen wij kinderen waren...

Hij stampvoette, en smakte ongeduldig met de tong.

- Schei nou uit met ‘Sire’! beval hij. Zeg Wladimir.

Zij aarzelde.

- Zeg ‘Wladimir’! drong hij, bijna dreigend.

- ...‘Wladimir’! stamelde zij.

Hij glimlachte en zag haar een poos aan. Zij beefde en hield zich met een hand vast aan de tafel; enkele platen gleden af.

Zij wilde zich bukken.

- Laat dat, beval hij. Ik zal ze oprapen.

[pagina 19]
[p. 19]

- Sire...

- God nog toe! vloekte hij en keek haar razend aan. En hij dreigde haar met den vinger.

- Als je het nu nog eens zegt... En àls je die platen opraapt...!

Zij poogde te glimlachen, heel rood. Toen raapte hij de platen op en legde ze op de tafel.

- Ik dank U zeer, sprak ze.

Hij zag haar weêr aan, met zijn blik van moedwilligen jongen.

- Hoe? vroeg hij.

- Ik dank U, herhaalde zij, zeer verward.

Hij was gaan zitten.

- Hoe...? dwong hij weêr.

- Ik begrijp U niet... U maakt altijd gekheid.

- Elena, sprak hij; kom eens hier en geef me een zoen.

- Neen, neen, verweerde zij zich.

- Kom hier, zeg ik...

Zij begon te lachen van zenuwachtigheid.

- Hier...! beval hij, met zijn vinger wijzende, bijna als tegen een hond.

Zij was niet beleedigd: zij hield van hem zoo, moedwillig, dwingeland: zij aanbad zijne ruwheid. Zij voelde, dat zij die ruwheid aanbad: zij voelde zich vreemd gloeien van warmte. En zij kwam nader...

- Maar... maar Wladimir...

- Kom hier op mijn knie zitten en geef me een zoen. Maar gauw, anders komt mama...

Zij was dichter gekomen en hij trok haar in eens naar zich toe, duwde haar op zijn schoot en zoende haar woest... Zij sloot de oogen, half zwijmende...

- Sta op, gauw! beval hij weêr. Gauw, daar komt mama...

Het jonge meisje, trillende, was opgestaan, maar zij was nog geheel verward en wankelde. Stappen naderden: de koningin en Briani; toen zij binnenkwamen was Elena, staande, bezig met de platen en Wladimir bezag een kostuum van meidoorn: een harnas met doornige punten en aan den helm een groote neêrzwierende pluimenbos van bloesem...

[pagina 20]
[p. 20]

- Wat denkt u van dit, voor mij? riep hij dadelijk Alexandra tegen.

De koningin had even naar Elena gezien, en toen naar haar zoon. Zij vermoedde iets. Maar zij zeide alleen:

- Meidoorn? Neen, niet voor jou, Wladimir: dat is aardig voor je pages.

- Neen, niet vroolijk genoeg voor pages, wierp hij tegen met zijn korte stem. Voor pages hier, die klaprozen; die negers met roode hoeden en trommen...

- Ik had je eigenlijk willen hebben als rozekoning, in dit kostuum.

- Ja, dat is lief voor mij! lachte hij haar uit. Ik dank u, dat is me te sentimenteel.

- Dan als de zon, Wladimir... Jij, de zon, met een gevolg van zonnebloemen.

- De zon? bedacht hij zich. Maar wat voor een kostuum?

Elena klapte in de handen.

- O, ja, de zon! sprak zij opgetogen. Uwe Majesteit als de zon...

Zij ontmoette de oogen van de koningin en Briani en daarom eindigde zij kalmer:

- Want dat kan een heel mooi kostuum worden.

- Maar hoe? vroeg hij.

- Dat zullen we zien, berustigde Alexandra hem. Dat is niet in eens te zeggen. Geel satijn en goud en een groote aureool om je hoofd en misschien een zonnekar; zoo iets dergelijks...

- En u als roos? vroeg hij.

- Neen, beste jongen, lachte zij; de rozen zijn me ook te doucereus, even als jou. Ik als gele chrysanthemum...

- O, Mevrouw, ja...! juichte Elena.

Briani lachte.

- Wat een last, voor al die dames haar kostumes zullen hebben uitgekozen.

- Dat moet vandaag gebeuren, besliste de koningin. Van avond. Morgen komt een regiment naaisters... Het is wel huiselijk; een bloemenbal op Paxos!

[pagina 21]
[p. 21]

En zij lachte bitter, ironisch.

Ja, het zoû nog een groote moeite zijn. Alles moest van buitenaf komen in een week tijds. En de kostumen ergens bestellen, dat wilde de koningin niet; dan werd het toch niet goed. Onder hare leiding moest alles gebeuren.

Buiten klonken stappen; een verward rumoer van vroolijke stemmen als een protest van de logés, daar in de achterhall. Een geklop op de deur.

- Wat dan toch? vroeg Alexandra ongeduldig.

De deur werd op een kier geopend, prins Edzard lichtte de portière op; achter hem tuurden gezichten van dames.

- Maar, lieve Majesteit, wat beduidt dat nu? riep hij. Aan het samenzweren zonder ons? Mogen wij niet onze pakjes bekijken?

- Van avond! decreteerde Alexandra en wees hun de deur.

Een ontevreden gemopper tusschen hen allen. Van avond, van avond pas; en wat gebeurde er dan nu...?

- Daar hebben jullie niet meê noodig; van avond heeft de groote beraadslaging plaats. Allons, hoep, voort!

Zij joeg ze met een klap in de handen weg, als een troep kippen. Edzard protesteerde hoog, morrelde aan de deur.

Alexandra schoof een grendel voor.

- We willen nu zien! schreeuwde Edzard.

- Er is nog niets te zien: pak je weg!

- We willen binnenkomen!!

Hij bonsde op de deur met zijne vuisten.

Alexandra gaf Elena een wenk de platen bij elkaâr te pakken, gauw, gauw; toen joeg zij Wladimir en het jonge meisje door een andere deur naar haar slaap- en kleedvertrek... Daarna gaf zij een wenk aan Briani, schoof zacht den grendel weg, kwam ook hare kleedkamer binnen en grendelde daar de deur. De jonge koning en Elena hadden groote pret.

- Majesteit, Majesteit! riepen de dames.

- De deur is weêr open... hoorden zij prins Edzard zeggen.

En de prins opende de deur: zij schenen allen binnen te stormen, in het leêge boudoir. Kreten van teleurstelling, imprecaties tegen

[pagina 22]
[p. 22]

Briani, die beweerde niet te weten waar de koningin gebleven was.

- Flauw! riep Edzard.

De dames durfden niet verder doordringen, hoewel prins Edzard ze ophitste. En zij schenen langzamerhand, onder protestbetuigingen, met Briani af te trekken.

- Dank je wel! zei de koningin, veilig nu met haar zoon en Elena. Als we ze binnenlieten, zoû ieder een opinie hebben en dat is niet noodig; dan komen we nooit klaar. Wij zeggen alles zooals het zijn moet. Van avond hooren zij waar het op staat. En wie niet tevreden is, kan ophoepelen.

En met hun drieën, de koningin in het midden, vielen zij vroolijk neêr op een divan en bezagen de platen, ontwierpen de kostumen en stelden het programma van het bal vast.

De hand van den koning beroerde telkens de vingers van het jonge meisje, die opschreef wat de koningin vaststelde; Alexandra, onder het dicteeren, dacht aan heel iets anders dan een bloemenbal.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken