Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Hooge troeven (1991)

Informatie terzijde

Titelpagina van Hooge troeven
Afbeelding van Hooge troevenToon afbeelding van titelpagina van Hooge troeven

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.39 MB)

XML (0.13 MB)

tekstbestand






Editeurs

Oege Dijkstra

Jan Robert

H.T.M. van Vliet



Genre

proza

Subgenre

novelle(n)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Hooge troeven

(1991)–Louis Couperus–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

XI

Men was dien dag zeer laat op de villa, en zelfs het lunch werd niet te zamen gebruikt om de matheid der gasten na hun feestroes. En hunne vrijheid werd hun vooral geheel gelaten, omdat de koningin niet in een stemming was zich te vertoonen.

Ze bleef in haar appartement, in hare gedachten verloren en zij zag niemand. In haar, als eene obsessie die grijnsde, stond de valschheid van Briani steeds voor de oogen van haar ziel.

Om vier uur belde zij een lakei.

- Breng mij thee, en zeg den intendant, dat ik hem spreken wil.

Zij lag in hare antieke kanten lang uit, de oogen half geloken, op haar divan. Zoo had zij reeds den geheelen dag gelegen. Toen de lakei haar de thee gebracht had, richtte zij zich wat op, en schonk zich in. De intendant verscheen.

[pagina 54]
[p. 54]

- Hoe laat vertrekt de stoomboot naar Thracië?

- Om acht uur, Uwe Majesteit.

- Heeft de freule Elena orders gegeven omtrent haar vertrek?

- Ja, Uwe Majesteit. Ook nog sommige van de logés. Ik heb deze lijst.

Hij reikte haar een lijst over.

- Het is goed. Ja juist; die zouden vertrekken. Allen naar Thracië.

- Nu Uwe Majesteit mij toch tot Zich geroepen heeft, zoû ik Haar gaarne over iets willen spreken.

- Waarover?

- Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Edzard van Karlskrona heeft mij een paar malen geklaagd over zijn appartement. Zijne Hoogheid vindt de kamers te klein en te warm. Hij vroeg mij Uwe Majesteit hier niet mede lastig te vallen, maar nu dat er vele gasten vertrekken, zoû men Zijne Hoogheid misschien kunnen verhuizen.

Zij dacht even na.

- De kamers van den prins zijn niet bizonder. Vraag aan Zijne Hoogheid uit mijn naam, of Zij de kamer van de freule Elena wil hebben. Zijne Hoogheid heeft dan maar één kamer, maar die is heel ruim.

De intendant boog zonder een spier te vertrekken.

- Ik zal Zijne Hoogheid dadelijk het voorstel van Uwe Majesteit overbrengen, sprak hij, deftig als een hofdignitaris. Hij was de eenige dignitaris van de koningin. En hij vertrok met waardigheid.

De koningin bleef alleen in een bittere stemming; alles verveelde haar; zij gevoelde behoefte aan hulde, vereering, vergoding en er was niemand. Prins Edzard was nog al aardig tegen haar... maar dat was niet genoeg. Zij moest een doel hebben voor haar eerzucht. Zij gevoelde een kracht in zich te heerschen. En zij heerschte alleen over haar villa en over haar bloemenbal.

Uit verveling, uit spleen wrong zij zich zuchtende over den divan. Toen, in een impulsie, belde zij Elena.

Het meisje kwam spoedig binnen. Bij de deur bleef zij staan.

[pagina 55]
[p. 55]

Hare houding was eerbiedig maar opgericht.

- Elena, begon de koningin. Van avond vertrek je om acht uur. Jaren ben je bij me geweest. Ik had je liefgekregen als een dochter...

Zij zweeg even. Elena wachtte af.

- Als een dochter, herhaalde Alexandra weemoedig. Als kind heb je met den koning gespeeld. Dat je een genegenheid voor hem koesterde, was misschien fataal. Maar het behoefde niet, dat je je vergat. Dat je met den koning sprak op eene onbetamelijke wijze. Dat je met een verfijnde coquetterie je opdrong aan het gezelschap van den koning. Toch, als je eenig berouw getoond hadt, had ik van mijn zijde genoeg liefde voor je over, om je te vergeven, om je hier te houden bij mij. Maar nu, na gisteren avond, na het bal, waarop je je op een onbeschaamde wijze met Zijne Majesteit geafficheerd hebt, is dat onmogelijk. Ik heb je geroepen om afscheid van je te nemen. Voor altijd, Elena.

Zij zag het jonge meisje aan en verwonderde zich, dat Elena, om hare stem, haar groote macht van muzikalen toover, niet geroerd werd. Vroeger zoû Elena, om zulke woorden, gezegd met zulk een stem, in snikken zijn uitgebarsten. Nu bleef zij onbewegelijk staan met een rustig gezicht.

Maar een triomf lichtte klaarblijkelijk over die rust. Alexandra merkte dien triomf op.

- Mevrouw, antwoordde Elena kalm. Ik zal nooit vergeten, wat ik aan Uwe Majesteit verschuldigd ben. Ik zal altijd dankbaar blijven om de gunsten, die Uwe Majesteit mij verleend heeft...

- Dat zijn woorden, Elena.

- Maar ik geloof ook, dat het beter is, dat ik Uwe Majesteit verlaat.

De koningin zag op. Haar blik was heel weemoedig.

- Ga dan. Mij verlaat alles. Mijn land verlaat mij en alles, iedereen...

Elena begreep zelve niet, dat ze niet in snikken uitbarstte om de diepe weemoedige smart van haar meesteres. Zij verwonderde zich, dat zij kalm bleef, rustig, triomfeerend...

[pagina 56]
[p. 56]

- Ga dan, herhaalde de koningin.

Elena neeg en trok zich terug.

Zoodra zij weg was, richtte de koningin zich met een dolle energie uit hare matte houding op. - O! de triomf van dat kind... Het kon niet anders. Zoo kon ze zich niet vergissen. Er waren huwelijksbeloften gewisseld tusschen haar zoon en Elena. Het kon niet anders. De koning zoû de dwaasheid doen. De koning zoû zich onmogelijk maken in de oogen van Liparië. Liparië zoû den koning als een onverstandige jongen zijn troon doen ruimen. Thracië zoû voor haar open zijn... het kon niet anders, het zoû zoo zijn...

Zij herademde, zij hoopte weêr, de toekomst glansde voor haar op. En de koning, de koning moest zoo spoedig mogelijk terug naar Thracië. In Thracië zoû het gebeuren. Zij zoû Wladimir zeggen, dat zij ziek was. Ziek van de ondankbaarheid der menschen. Dat zij alleen wilde zijn, geheel alleen, in de eenzaamheid van Paxos, zonder logés, zonder feesten, zonder haar zoon. Zij zoû hem zeggen, dat hij zoo spoedig mogelijk terug moest naar zijn land.

De dag sleepte zich voort. De koningin verscheen alleen aan het diner en nam toen allerbeminnelijkst afscheid van hare gasten, die zouden vertrekken tegelijkertijd met Elena. Haar afscheid van Elena was heel koel.

De avond was stil. De nog overige logés verspreidden zich, voeren op zee, toerden in het binnenland.

In den stillen avond, de villa weinig verlicht, deelde de koningin het haar zoon meê. Dat zij moê was, ziek van de ondankbaarheid der menschen. Dat hij weg moest, hij en Briani. Maar dat zij hem in Godsnaam toch smeekte niet verder te gaan in welke plannen ook, die hij met Elena voor zoû hebben. De raad van een moeder...

Een onwil verstarde zijne trekken.

- Ik dank u voor uw raad, mama. Maar ik heb niets voor en al had ik wat, dan weet u, dat ik toch doe wat ik wil.

Ja, ja, zij wist het: het was zoo smartelijk, voor een moeder...

[pagina 57]
[p. 57]

- En ik kan me begrijpen, dat u rust noodig heeft na al die drukte. We zullen overmorgen weggaan...


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken