Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Ongebundeld werk (1996)

Informatie terzijde

Titelpagina van Ongebundeld werk
Afbeelding van Ongebundeld werkToon afbeelding van titelpagina van Ongebundeld werk

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.79 MB)

XML (1.88 MB)

tekstbestand






Editeurs

Jan Robert

H.T.M. van Vliet



Genre

proza
poëzie
drama

Subgenre

verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Ongebundeld werk

(1996)–Louis Couperus–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 313]
[p. 313]

Evolutie

De oude, oude zon was al sedert enkele eeuwen dood maar de menschen, die voorzienig waren geweest en bizonder knap geworden, hadden ook reeds sedert eeuwen de laatste zonnewarmte weten te verzamelen in groote warmte- en lichtreservoirs. De aarde was dus wel steeds in pikdonkere duisternissen omhuld maar het leven, dat zich geheel en al in steden had geconcentreerd, werd, sedert eeuwen reeds, door de menschheid voort geleefd en daar de geheele menschheid socialistiesch geworden was sedert de twaalfde Wereldoorlog, die over de aarde gewoed had, bezat iedere sterveling zijn elektriesch licht- en warmtekraantje en -knopje. En ging dus het leven voort. Natuur was er niet meer, maar de dichters bezongen toch steeds nog de liefde, hoewel de bruiden zéér bleek waren geworden en de bruidegoms allemaal werktuigkundigen waren, zelfs die bruidegoms, die de liefde bezongen: er waren zelfs futuristische dichters-werktuigkundigen - die bezongen in sombere oogenblikken het oogenblik, dat de menschheid geheel gestorven zoû zijn, omdat de verzamelde zonnewarmte dan verbruikt zoû blijken.

Natuur was er niet meer; alleen de steden bestonden nog en het waren vreemde stadsbeelden, die spiritistiesch aangelegde, zwevende zielen van eeuwen geleden geleefd hebbende stervelingen aanschouwden. Zulk een stadsbeeld profileerde zich tegen inktzwarte lucht, vol rosse gloorwolken en oranje gloeddampen, met reusachtige silhouetten van sky-scrapers in duizende spinnewebben van allerlei electrische draden, en óver de sky-scrapers en boven de spinnewebben snorden met felle zoeklichten en wit

[pagina 314]
[p. 314]

gloeiende fare-glanzen de duizende groote en kleinere vliegtuigen, want iedereen vloog, niemand liep en de straten waren alleen zeer smalle gangen tusschen de huizen. Ja, in de grootste metropolen waren zelfs geheele wijken, die een en al sky-scraper waren en waar van ‘straat’ dus geen sprake was. En dag en nacht waren aan elkander gelijk; maar de menschen waren eigenlijk zeer weinig veranderd: behalve dat zij trouwden, machines maakten en verzen, waren er optimisten en pessimisten, mannen-van-zaken en akteurs; kwamen er huwelijksdrama's, misdaden en schandalen voor. Romans werden niet meer geschreven en oorlog, zelfs Wereldoorlog was afgeschaft.

Zoo ging het nog eenige eeuwen door, toen doofde langzamerhand de verzamelde zonnewarmte; de autoriteiten verzochten zuinig te zijn met knopjes drukken en kraantjes draaien. Maar er was niets aan te doen; de menschheid in de metropolen bevroor het een na het andere mensch...

En de Dood heerschte over de wereld tegelijk met de Zwarte Nacht. Slechts de spiritistiesch aangelegde zielen zagen de wereld, met hare brokkelende stadsilhouetten, waarover de verwarde kluwens der electrische draden nog trilden met een aeolische trilling, die de zwevende zielen hoorden...En de zwarte wereld in de zwarte ruimte-sfeer draaide voort, zoo als zij altijd gedraaid had.

Toen gebeurde er iets...

Er scheen een wind te gaan door ruimte heen over de wereld en ergens, in een donkere hoek van het heelal, rees een nieuwe zon over de oude wereld, die zich echter van louter voortwentelen had verjeugdigd met duizend nieuwe elementen. En toen de nieuwe zon er was en de wereldbaaierd bescheen - de oude metropolen waren moswouden geworden - woekerden er uit duizend verjeugdigde kiemen boomvarens en palmboomen omhoog, zoo hoog als de vroegere sky-scrapers geweest waren en was er in eens - voor de oogen der zwevende zielen - een leviathan zichtbaar, die zat zijn hoogen rug, een berg gelijk, te koesteren in de jonge zonnestralen en zong zijn ietwat rauw en eentonig, maar van binnen naar buiten gevoeld en hem spontaan ontwellend lied

[pagina 315]
[p. 315]

van welbehagen. Tot de leviathan plotseling op een afstand van duizende mijlen, over een oceaan heen, een immensen baviaan gewaar werd en, vergetende zijn, uit atavistische psychoze zeker ontwellende, dichterlijke stemming, in nieuwe of wellicht stokoude - ook atavistiesch-zielszieke - oorlogswoede uitbarstte en met twee razernijstralen waterdouches uit spuitende neusgaten over den oceaan het baviane-gebeeste te lijf wilde.

De baviaan echter, het oer-geäapte, verdiept in de meest primitieve overpeinzing, zag den leviathan niet aandonderen over den woest stormenden oceaan. Verwonderd keek de vader der Nieuwe Menschheid, die worden ging, om zich heen en schudde, verbijsterd, zekerlijk zich heugende vage dingen van onverkwikkelijke voorbestanen uit eeuwen her, den patriarchalen harenkop. En terwijl de verbitterde leviathan steeds over de golfgebergten henen sprong, in de richting van het wezen, dat hem de alleenheerschappij over de nieuwe wereld wel niet gunnen zoû, rees de baviaan, reuzig, op en riep een woord, dat hij niet begreep maar alleen voelde, in een taal, die hij schiep op dat oogenblik:

- Waarom?? In Gods naam, waaròm, waaròm???

Hij wist niet, dat hij op dat oogenblik formuleerde àlle wijsbegeerte der geboren gaan wordende, nieuwe Menschheid; hij had ook geen tijd over zijn eigene baviane-intuitie na te denken, want de leviathan wierp zich brieschebrullende òp hem...

Zij streden den epischen strijd...

De baviaan versloeg natuurlijk den leviathan...

En door zijne overwinning zongen de spiritistiesche zielen, die het weten konden:

- Evolutie! Evolutie!

Toen werd de baviaan, hoewel hij het nièt begreep, alleen gevoelde, die gevoelige oerbaviaan, trots zijn overwinning, heel treurig.

Hij weende, hij wist niet waarom...

Maar de wereld wentelde in evolutie verder...


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken