Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Ongepubliceerd werk (1996)

Informatie terzijde

Titelpagina van Ongepubliceerd werk
Afbeelding van Ongepubliceerd werkToon afbeelding van titelpagina van Ongepubliceerd werk

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.03 MB)

XML (1.11 MB)

tekstbestand






Editeurs

Marco Goud

H.T.M. van Vliet



Genre

proza
drama

Subgenre

verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Ongepubliceerd werk

(1996)–Louis Couperus–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 371]
[p. 371]

Vliegerpromenade

Dat was in den jare 1950. Sedert dertig jaren was de wereld zeer veranderd; wie dertig jaren geleden was school gegaan en vooral wie nog ouder was, kon onmogelijk meer zijn weg vinden op een kaart van Europa, op een kaart van Azië, in den jare 1950.

De maatschappij was zoo goed als geheel communistiesch geworden maar niemand was met die nieuwe regeling tevreden. Niemand mocht een huis hebben hooger dan een ander, ja, eigenlijk mocht niemand een huis hebben. Niemand mocht iets hebben en het zijn individueel bezit noemen en dit was wel eens zeer moeilijk maar iemands neus bleef toch altijd zijn eigen neus. Intusschen werd er in allerlei medische inrichtingen door velerlei kuren gepoogd de menschen te houden op een zekere lichaamsmaat en -gewicht die als norm was aangenomen en in wat men vroeger wuft ‘institut de beauté’ noemde werd gepoogd alle neuzen, ooren, voorhoofden en wat dies meer zij den bij de wet bepaalde ‘normalen’ vorm te geven: er was een norm voor mannen en een voor vrouwen. Het ideaal, dat iedereen op elkander geleek en dat niemand magerder of dikker, grooter of kleiner was dan een ander, was echter moeilijk te bereiken; intusschen was kostuum, mannelijk en vrouwelijk, altijd het zelfde voor iedereen; een soort wol-en-lederen zak in den winter en een katoenen zak in den zomer: persoonsvergissingen, om het zoo te noemen, kwamen zeer dikwijls voor maar daar het huwelijk was afgeschaft, konden zij niet geleiden tot welke onwettigheid ook en individueele ergernissen werden niet geteld door den Staat en de Commune.

[pagina 372]
[p. 372]

Op straat en kantoor - de heele wereld was eén kantoor, want alles was geregeld en al die regelingen werden in kantoren en bureaux genomen - in heel het openbare leven geleken de menschen echter wel veel op elkaâr: mannen van dertig leken steeds op mannen van dertig, ouden-van-dagen op ouden-van-dagen: dit kwam omdat iedereen bang was buiten het Communistiesch ideaal iets maar van eigen individualiteit te toonen. Maar eigenlijk geleken de menschen toch niet zoo heel erg op elkaâr. Zij poogden in het openbare leven op elkaâr te gelijken omdat dit vereischt werd als het nieuwe fatsoen: wie lang was, liep dus wat in elkaâr, wie kort, rekte zich op de teenen; wie een hooge stem had, poogde meer barytonaal te spreken, wie een bas had, duwde zijn spreekorgaan meer de hoogte op...Maar de menschen slaagden toch niet er in heelemaal op elkaâr te gelijken en daar zij eigenlijk geen interieur meer hadden - alleen maar een bed, soms gedeeld met anderen, een bad, idem, een gaarkeuken en een bureau - konden zij alleen verademen hoog in de lucht. Vroeger fietsten de menschen, tuften of reden zelfs wel eens in een rijtuig met een of twee paarden; nu deden zij al die dwaze dingen nooit meer: onder- en bovengrondsche treinen en trammen voerden hen met horden van bed naar bureau of gaarkeuken en terug, maar dan was er nog de lucht. Iedere mensch had, in plaats van vroeger een fiets, een vlieger: hij stak armen en voeten in de riemen van zijn vlieger, drukte op een knop, legde de handen dan aan zijn stuur en òp steeg hij de lucht in.

In de lucht was het nog vrij ongeregeld gebleven maar er was dan ook niets in de lucht dan atmosfeer, regen, wind, een enkelen keer zonneschijn, mist, nevel en meer van die dingen, die niet door de Commune te regelen waren geweest.

Er waren uren, in den namiddag bij voorbeeld, nadat de menschen hun twee-en-een-half uur hadden ge-arbeid, dat de lucht wemelde van de vliegers, van de vliegende menschen.

De menschen genoten dan. Zij rekten zich uit: hoewel alle vliegers van gelijk model waren, was een lange man er toch langer onder dan een korte, een dikke vrouw zette zalig hare boezem uit

[pagina 373]
[p. 373]

en een vief meisje werd naast haar werkelijk een alert libelletje. Hè wat genoten de menschen dan in de lucht! Eenmaal de groote luchtwegen afgevlogen, want die waren nog berekend zoo niet afgebakend en iedereen moest die kennen door middel van een kompas, mochten de menschen werkelijk vrij vliegen waarheen ze wilden, rechts of links, hoog of laag! Op hun aarde waren zij


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken