Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Van en over alles en iedereen (1990)

Informatie terzijde

Titelpagina van Van en over alles en iedereen
Afbeelding van Van en over alles en iedereenToon afbeelding van titelpagina van Van en over alles en iedereen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.95 MB)

XML (1.37 MB)

tekstbestand






Editeurs

Oege Dijkstra

Jan Robert

H.T.M. van Vliet



Genre

proza

Subgenre

reisverhalen
schetsen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Van en over alles en iedereen

(1990)–Louis Couperus–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 396]
[p. 396]

Bibelots van Venetië

Wie flâneert langs Piazza, Piazzetta, langs Baziliek en Paleis, moet wel als hij hier kijkt en daar kijkt, den indruk krijgen, dat de bouwers van Venetië oudheidverzamelaars waren, die er van hielden hunne gebouwen en pleinen te versieren met aardige, kostbare bibelots, somtijds nog van symbolische beteekenis. Bij voorbeeld, de twee granieten zuilen der Piazzetta, torsen voor mij twee bibelots. De zuilen zelve zijn in de 12e eeuw reeds over gebracht uit een tempel van een der Grieksche eilanden, en zijn dus zèlve reeds oudheden, voor de mooiïgheid ter Piazzetta op gericht en op de eene staat, fier en dreigend, de Leeuw van San Marco; op de andere San Theodoro, zoo mal op zijn krokodil...De Leeuw en San Theodoro, twee bibelots; waarlijk, ik krijg geen anderen indruk. Geen bibelots, die ge thuis in uw kamer ergens gemakkelijk zoudt kunnen zetten, maar wel twee bibelots, om een stadsplein te versieren. Arme, heilige Theodoor, hij was de patroon van Venetië, vóor het gebeente van San Marco in 827 werd over gebracht naar de stad der lagune, en sedert...heeft hij niet veel te vertellen, wordt hij weinig ge-acht, staat hij daar een beetje idioot boven op zijn marmeren krokodil, hoog op zijn zuil van graniet. De Leeuw van San Marco is een veel mooier bibelot: een mooi, archaïsch, bronzen beest met uit gebreide vlerken, met nervigen zwiepstaart, op wijde pooten geplant en ùit spiedende naar de zee, met flikkerende oogen van email en kristal...

Tusschen Paleis en Baziliek, bij de Porta della Carta, zijn andere bibelots, o.a. de twee curieuze, vierkante Pilaren van St. Jan van Acre, over gebracht van de poort der S. Sabbas-kerk dier stad.

[pagina 397]
[p. 397]

Deze kerk was in het Oosten een soort van twistappel tusschen Venetië en Genua; beide steden beschouwden haar als haar domein en symbool harer macht over het morgenland en de Venetianen en Genueezen vochten dikwijls man tegen man in deze zoo symbolieke kerk; na een overwinning van Venetië over Genua daar ter plaatse, zonden de Venetianen de twee zuilen ten bewijze naar huis, maar wie dit niet weet, ziet in de twee vierkante, gebeeldhouwde pilaren niet anders dan twee doellooze bibelots, voor de aardigheid daar zoo maar opgericht. En dan de Vier Broeders van Ptolemaïs! Die vier porfieren beelden, twee aan twee aan elkanders ooren fluisterend, daar laag, in den marmerwand van het Battistero, als ge-incrusteerd! O, de curieuze bibelots, wie, die ze zag, heeft zich niet af gevraagd: wat beteekenen eigenlijk die vier curieuze, porfieren poppen? Wat doen ze? Wie zijn ze? Waarom staan ze daar? Ze zijn een heerlijkheid voor den flâneur, omdat hij ze lang bekijken kan...en dan nog hun geheim niet aan hen ziet...De vier porfieren Broeders: ik heb wel eens gehoord, dat zij vier keizers van Byzantium waren, die in de 11e eeuw te gelijker tijd regeerden...Maar dat zegt onzen flâneur zoo weinig en daarom vind ik de legende, die over de porfieren mannetjes loopt, véel aardiger: zij luidt, dat er eenmaal vier ‘edele heeren’ van Ptolemaïs met een schip, vòl schatten geladen, aan landden te Venetië. Twee ‘edele heeren’ gingen aan wal en twee andere ‘edele heeren’ bleven aan boord. Maar de vier ‘edele heeren’ waren vier schurken, aan elkander gewaagd, want de twee-aan-boord smoesden met elkaâr hoe de twee-aan-wal te vermoorden, om alléen met hun beidjes, de schatten te bezitten en de twee-aan-wal besmoesden hoe de twee-aan-boord op te ruimen. Zoo dat het eene paar ‘edele heeren’ vergiftigde marsepein kocht en het andere paar ‘edele heeren’ vergiftigde malvezij bereidde en ze onthaalden elkander zóó goed hier mede op een gemeenschappelijk banket, dat ze alle vier dood vielen en dat de Signoria van Venetië zich meester maakte van hun schip en hunne schatten, die de eerste weelde der waterstad waren. Toen, als herinnering aan de ‘edele heeren’, deed de Signoria hunne beeltenissen, in porfier,

[pagina 398]
[p. 398]

incrusteeren in den buitenmuur van het Battistero, en daar ziet de toerist nog heden ten dage de heeren schurken uit Ptolemaïs met elkaâr smoezen, twee aan twee, over de malvezij en het marsepein.

 

* * *

 

Bij deze vermakelijke heerschappen zien wij een ander bibelot: de ronde steen van rood porfier - ook al uit Klein-Azië - genaamd de Pietra del Bando. Iedere straatjongen van Venetië poogt er op zijn beurt eens op te klimmen, maar vroeger klom een heraut op dezen ronden trom van steen en riep van daar iedere nieuwe wet van Venetië uit. Kijk dan eens naar de kapiteelen van de lage zuilen van het Dogenpaleis, en ge hebt bibelot bij bibelot: allemaal aardigheidjes, fijn gebeeldhouwde grapjes en fantazietjes: een mandje met vruchten, figuurtjes van gilden, koppen van vorsten, zelfs met namen er onder: Darius, Alexander, Ninus, Nebukadnezar...; koppen van verschillende nationaliteiten; altijd weêr aan ieder kapiteel een ander speelsch aardigheidje van den beeldhouwer. Terwijl de groepen van Salomo's Oordeel, Adam en Eva, en vooral dronken Noach met zijn schelmsche zonen als bibelots op de hoeken van het paleis zijn aan gebracht.

De facade van de Baziliek is vol bibelots. Er zijn de twee aardige watermannetjes, net komieke regengodjes, die op hun schouder hun waterzak uit gieten: er zijn al de hier en daar ge-incrusteerde, aardige vierkante marmersteenen met Byzantijnsche motieven; er zijn overal mooie stukjes beeldhouwwerk, als of de bouwmeester hier een mooiïgheidje, dàar een mooiïgheidje, hem in handen gekomen, geplaatst, gevoegd had op een aardig plekje, waar het goed uit kwam. Niet anders, dan wij, als wij een beetje collectionneur zijn, ons huis, onze kamer versieren, maar, hier in Venetië, zijn de bibelots ook buiten aan gebracht. Er is daarom altijd wat te zien en te bekijken en te bewonderen op Piazza of Piazzetta. Telkens zie je weêr een ander mooi dingetje, een kostelijk stukje marmer, dat je nog niet hadt op gemerkt. De vier prachtige bronzen paarden, eenmaal verguld, de antieke quadriga, die Napoleon

[pagina 399]
[p. 399]

roofde, maar die aan Venetië weêr terug werd gegeven...wat zijn zij anders dan bibelots, dan doellooze bibelots van mooiheid, zoo als zij daar op gesteld staan boven den hoofdingang der Baziliek. Zij bedoelen niets, zij symbolizeeren niets; neen, zij zijn alleen vier mooie antieke rossen en men heeft ze daar gezet, omdat ze daar gòed uit kwamen: iedereen ziet ze, van geheel de Piazza af. Zoo is het gesmeed ijzeren hek van Gaïa, van de Logetta van Sansovino, een bibelot van latere Renaissance-ijzersmeedkunst, bewerkelijk ge-arabeskeerd met de aardige symbolische figuurtjes, en zoo zijn Sansovino's bronzen beelden van die Logetta bibelots en aardige specimen van latere gietkunst: die Hermes, Apollo, Athena en Vredegodin hebben iets aardig decadents, als een geëxaspereerde zoeking naar iets nieuws: zij hebben geene schoonheid van volmaakte sculptuur; zij hebben een aparte, nerveuze schoonheid van bibelot, zoo als zij daar in hunne vier nisjes staan, wederom staan, nu de Campanile is op gericht...

En wie kan in de Porta della Carta iets anders zien dan een poort, die een bibelot is: een stukje Gothiek, dat een geheel apart sierlijkheidje daar is...Dan wenden wij onze oogen en zien de Torre dell' Orologio, met de klok en de zodiak en met de bronzen mannetjes, die de uren slaan en met de vertooning van de Drie-Koningen-poppen, die soms naar buiten wandelen en weêr verdwijnen, tot groot amuzement van alle Venetië's flâneurs, blijde om die amuzante, mechanieke bibelots, blijde als kinderen om dat aardige speelgoed, dat daar boven aan dien toren wandelt en zich bewegen kan, waarlijk net als echte menschen...terwijl de flâneur, daarna, altijd, zijn horloge regelt naar het geslagen en met aardige poppenvertooning aanschouwelijk voor gestelde uur.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken