Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Williswinde (1990)

Informatie terzijde

Titelpagina van Williswinde
Afbeelding van WilliswindeToon afbeelding van titelpagina van Williswinde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.33 MB)

XML (0.11 MB)

tekstbestand






Editeurs

Oege Dijkstra

Jan Robert

H.T.M. van Vliet



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Williswinde

(1990)–Louis Couperus–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige
[pagina 71]
[p. 71]

Verantwoording

[pagina 73]
[p. 73]

Waarschijnlijk in 1892 verwierf L.J. Veen het recht van uitgave van Couperus' bundels Een lent van vaerzen en Orchideeën die vroeger waren verschenen bij respectievelijk J.L. Beijers te Utrecht en A. Rössing te Amsterdam. In december van dat jaar kondigde Veen een herdruk aan van Een lent van vaerzen, Naar aanleiding hiervan schreef Couperus hem: ‘Zoo U pleizier heeft in mijne poëzie, zoû ik U nog een aardigen bundel kunnen formeeren: wat zoû U hiervan denken?’Ga naar voetnoot1 De bundel zou bestaan uit de gedichten ‘Fragment’ - ‘wat Weemoed zoû kunnen genoemd worden’Ga naar voetnoot2 - ‘Viviane’, ‘Williswinde’, ‘Ginevra’, ‘Semiramis’ en ‘Fragmenten uit Johannes' Apocalyps’. Couperus wilde ze bundelen onder de titel Vroegere verzen en ze inleiden met een kort woord vooraf.Ga naar voetnoot3 Veen voelde niet voor dit plan.

Toen Veen in 1894 Orchideeën ging herdrukken, stelde Couperus voor een ‘vermeerderde uitgave’ samen te stellen: ‘Ik heb nog eenige groote gedichten liggen, indertijd in tijdschriften verschenen: Viviane, Semiramis en Williswinde; als U er die wil bijvoegen [...], mag U ze hebben en zal ik ze U zenden.’Ga naar voetnoot4 Maar Veen wilde geen vermeerderde herdruk van Orchideeën. In plaats daarvan kwam hij terug op Couperus' idee de nog niet gebundelde gedichten in een aparte bundel uit te geven. Begin december 1894 liet Couperus aan Veen weten dat hij akkoord ging met het plan voor een herdruk van Orchideeën en voor een nieuwe bundel

[pagina 74]
[p. 74]

van de resterende gedichten.Ga naar voetnoot5 In het contract dat gedateerd is 4 december 1894, kwamen Couperus en Veen een honorarium overeen van ƒ200,- voor de eerste druk van de nieuwe bundel en ƒ100,- voor iedere herdruk.Ga naar voetnoot6

Couperus vond nog altijd Vroegere verzen een goede titel voor de bundel. Maar Veen was er niet gelukkig mee. Op zijn verzoek veranderde Couperus de titel. Toen hij op 12 december 1894 het contract getekend aan Veen terugstuurde, schreef hij: ‘Indien Vroegere Verzen niet goed is, dan zeker Williswinde, vind ik: het is het beste gedicht. Ik denk, dat het een goeden bundel zal worden [...]. Mocht het echter te klein worden, dan kan U er in opnemen de tekst van een kinder operette: De Schoone Slaapster in het Bosch: indertijd hier door 100 kinderen opgevoerd, maar dan is mijn verzenreserve ook heelemaal uitgeput. [...] Bereken dus s.v.p. de grootte van den verzenbundel en zie of U de operette nog gebruiken wil: dan zal ik ze U zenden. Maar liever hoû ik den bundel zoo.’Ga naar voetnoot7 Uiteindelijk bleek het voor de omvang van de bundel niet nodig De schoone slaapster in het bosch op te nemen.

De bundel Williswinde verscheen in november 1895 bij L.J. Veen te Amsterdam. De gedichten werden voorafgegaan door een ‘Voorrede’ die Couperus in september 1895 had geschreven.

Bronnen

Voorzover ons bekend, zijn van de gedichten in Williswinde de volgende door de auteur geautoriseerde bronnen overgeleverd:

A. voorpublikaties in tijdschriften:

‘Weemoed’ onder de titel ‘Fragment’. Nederland 38 (1886). Dl. 11 [juni], p. 232-233.

‘Viviane’. Nederland 40 (1888). Dl. 1 [februari], p. 219-226.

‘Williswinde’ onder de titel ‘Williswinde. Een Middeneeuwsch

[pagina 75]
[p. 75]

Verhaal’. Nederland 39 (1887). Dl. 11 [juli], p. 335-352.Ga naar voetnoot8

‘Fragmenten uit Johannes' Apocalyps’. Zingende vogels; Oorspronkelijke bijdragen van Nederlandsche dichters. Verzameld door Pol de Mont. [Dl.] iii, 3e stuk. Hasselt, 1891. p. 15-20. Met de ondertekening ‘Louis Coupérus, te Hilversum’.

Volgens Couperus zijn de gedichten ‘Ginevra’ en ‘Semiramis’ voorgepubliceerd in Goeverneur's Oude Huisvriend, maar wij hebben ze daarin niet kunnen vinden. Het tijdschrift van J.J.A. Goeverneur is, voorzover wij weten, in geen van de grote openbare bibliotheken volledig aanwezig.Ga naar voetnoot9

B. een uitgave in boekvorm: Louis Couperus: Williswinde. Amsterdam, L.J. Veen, [november 1895]. Met een bandtekening van L.W.R. Wenckebach.Ga naar voetnoot10

De eerste druk van Williswinde is gezet naar de tijdschriftpublikaties van de gedichten. Toen Couperus in januari 1893 het plan voor een nieuwe bundel poëzie opperde, had hij de kopij niet beschikbaar: ‘Ik zoû [...] de gedichten moeten zien op te duiken, want ik heb ze niet: mijn boeken en meubelen zijn opgeborgen.’Ga naar voetnoot11 Op 1 december 1894, toen Veen inmiddels had ingestemd met de uitgave van de bundel, zond Couperus hem de kopij van de gedichten: ‘[...] behalve het fragment uit de Apocalyps, dat ik niet meer schijn te hebben: het was ook niet zeer belangrijk.’Ga naar voetnoot12 Blijk-

[pagina 76]
[p. 76]

baar heeft Couperus later alsnog zijn exemplaar van Zingende vogels teruggevonden, zodat de ‘Fragmenten uit Johannes' Apocalyps’ als slotgedicht in de bundel konden worden opgenomen.

Couperus wilde de correctie van de proeven van Williswinde aanvankelijk geheel aan Veen overlaten.Ga naar voetnoot13 Maar in december 1894 vroeg hij ‘alleen de allerlaatste drukproef’ te zenden. Hij beloofde toen ook een ‘voorwoord’ voor de bundel te schrijven.Ga naar voetnoot14 In augustus 1895 schreef Couperus aan Veen: ‘De gedichten zal ik nazien en er een voorwoordje voor schrijven.’Ga naar voetnoot15 Hij had toen de proeven waarschijnlijk al enige tijd in zijn bezit. Een maand later beloofde hij de voorrede ‘spoedig’ te sturen.Ga naar voetnoot16 Inderdaad werd deze in september 1895 geschreven.

Couperus ontving de auteursexemplaren van Williswinde in december 1895. Hij was niet te spreken over de band: ‘[...] een vies kleurtje en met iets, dat me aan een Gartenlaube aan den Rijn laat denken, waar we Rijnwijn drinken. Het schijnt altijd een tref te zijn!’Ga naar voetnoot17

 

De uitgave van 1895 is de eerste en enige druk van Williswinde die tijdens Couperus' leven is verschenen. De oplage ervan was waarschijnlijk 1250 exemplaren.Ga naar voetnoot18 In 1905 werd Williswinde als deel 11 opgenomen in de serie Werken van Couperus. De bundel was toen nog verkrijgbaar in de oorspronkelijke band van Wenckebach en daarnaast nu ook te koop in de speciaal voor de gehele serie door

[pagina 77]
[p. 77]

H.P. Berlage Nzn ontworpen band, en in losse afleveringen van ƒ0,50 per stuk.

Tekstkeuze

Voor deze uitgave van Williswinde is de eerste druk als basistekst gekozen: hij vertegenwoordigt de laatste door de auteur actief geautoriseerde versie. Couperus heeft de kopij ervan geleverd en de laatste proef ervan zelf gecorrigeerd. Voor de tekstsamenstelling is gebruik gemaakt van het exemplaar van de eerste druk dat zich bevindt in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag (sig. 9186 b19).

Correcties

In de tekst van deze uitgave zijn, mede op grond van een woord-voor-woord vergelijking van de tijdschriftversie van de gedichten ‘Weemoed’, ‘Viviane’, ‘Williswinde’ en ‘Fragmenten uit Johannes' Apocalyps’ met die van de bundel Williswinde, de hieronder volgende correcties aangebracht. Na het paginacijfer en het regelnummer wordt eerst de verbeterde lezing gegeven; na de ‘Duitse komma’ (/) volgt de oorspronkelijke, foutieve lezing. De laatste is voorzien van een asterisk (*) als zij ook in de tijdschriftversie voorkomt.Ga naar voetnoot19

12,31 kristallijn,/kristallijn.
13,4 licht.../licht...,
13,32 blauw-groen/blauw-goen*
18,14 al!...’/al!...*
23,14 Jezus'/Jezus*
24,4 sluyren/sluijren
25,14 genezen,/genezen*
31,26 ‘Mijn/Mijn*

[pagina 78]
[p. 78]

32,34 Jezus,/Jezus
37,18 hangen.../hangen..*
41,4 staat.../staat
41,7 weêrschijn/weerschijn
49,9 toovergaarde.’/toovergaarde...
49,10 ‘Naak/Naak
49,13 ‘Ha!/Ha!
70,10 neêr/neer*

Varianten

De eerste druk van Williswinde vertoont ten opzichte van de tijdschriftpublikatie van de gedichten ‘Weemoed’, ‘Viviane’, ‘Williswinde’ en ‘Fragmenten uit Johannes' Apocalyps’ de hieronder volgende woordvarianten. Na het paginacijfer en het regelnummer wordt eerst de lezing van de eerste druk gegeven; na het ‘ontstaan-uit-teken’ (<) volgt de vroegere tijdschriftversie.

9,1 weemoed < fragment
9,12 oogen < leden
11 opdracht ontbreekt < aan ‘viviane’.
19,1 williswinde < williswinde. Een Midden-eeuwsch Verhaal.
24,13 't is al < 't al is
26,19 blonde < bloode
29,14 in < in de
30,12/13 het halleluja... Toen < 't halleluja... Maar toen
33,7 beloften < belofte
33,26 omwelkt < omwolkt
69,2 geteeld < gehuld

* Voor de bibliografische gegevens werd onder meer gebruik gemaakt van het Bibliografisch Repertorium Louis Couperus, een door zwo gesubsidieerd project, onder redactie van G. Borgers, E. Braches, K. Reijnders, uitgevoerd door Marijke Stapert-Eggen.

Zie voor de editieprincipes van de Volledige Werken Louis Couperus: Algemene verantwoording van de Volledige Werken Louis Couperus. Utrecht/Antwerpen, 1987. De editieprincipes zijn vastgesteld door Ernst Braches, Jan Fontijn, Karel Reijnders, Marijke Stapert-Eggen en H.T.M. van Vliet.

voetnoot1
[Louis Couperus]: Waarde Heer Veen/Amice; Brieven van Louis Couperus aan zijn uitgever. Ed. F.L. Bastet. 's-Gravenhage, 1977. 2 dln. Dl. i: 1890-1902. Dl. ii: 1902-1919. In: Achter het boek 12 (1973), afl. 1/3 en 13 (1974), afl. 1/3. Dl. i, p. 49.
voetnoot2
[Louis Couperus]: Waarde Heer Veen, p. 49.
voetnoot3
[Louis Couperus]: Waarde Heer Veen, p. 50.
voetnoot4
[Louis Couperus]: Waarde Heer Veen, p. 78.
voetnoot5
Vgl. [Louis Couperus]: Waarde Heer Veen, p. 85.
voetnoot6
Vgl. [Louis Couperus]: Waarde Heer Veen, p. 85. Een exemplaar van dit contract is in bezit van Veen, uitgevers te Utrecht en een bevindt zich in de Couperus-collectie van het Letterkundig Museum.
voetnoot7
[Louis Couperus]: Waarde Heer Veen, p. 86.

voetnoot8
Dit gedicht lag reeds in 1886 bij de redactie van Nederland. Maar op 19 september van dat jaar vroeg Couperus de kopij van ‘Williswinde’ terug. Hij wilde het gedicht opnemen in de bundel Orchideeën die hij toen aan het samenstellen was. Dit is niet doorgegaan. (Vgl. Paul Ekhard: ‘Louis Couperus’. In: De nieuwe courant 10 juni 1913. Ochtendblad, p. 1-2. Ook te vinden in: Maatstaf 11 (1963/64). p. 156.)
voetnoot9
Vgl. [Louis Couperus]: Waarde Heer Veen, p. 49. De lezing ‘Onze Huisvriend’ in de editie-Bastet is onjuist.
J.J.A. Goeverneur (1809-1889) was in de jaren 1843-1882 redacteur van het tijdschrift Huisvriend; Gemengde lectuur voor burgers in stad en land. Vanaf 1881 luidde de hoofdtitel Oude Huisvriend. Na het terugtreden van Goeverneur werd bij wijze van hommage zijn naam in de hoofdtitel van het tijdschrift opgenomen: Goeverneur's Oude Huisvriend. Wij hebben de jaargangen 1881, 1882, 1883 en 1886 kunnen raadplegen.
voetnoot10
Vgl. E. Braches: Het boek als Nieuwe Kunst 1892-1903; Een studie in Art Nouveau. Utrecht, 1973. p. 209, 328n, 330.
voetnoot11
[Louis Couperus]: Waarde Heer Veen, p. 50.
voetnoot12
[Louis Couperus]: Waarde Heer Veen, p. 85.
voetnoot13
[Louis Couperus]: Waarde Heer Veen, p. 50.
voetnoot14
[Louis Couperus]: Waarde Heer Veen, p. 85.
voetnoot15
[Louis Couperus]: Waarde Heer Veen, p. 94.
voetnoot16
[Louis Couperus]: Waarde Heer Veen, p. 96.
voetnoot17
[Louis Couperus]: Waarde Heer Veen, p. 106.
voetnoot18
Volgens de Voorraadlijst van L.J. Veen over de jaren 1887-1898 (particulier bezit) was de voorraad van Williswinde in de jaren 1895-1898 achtereenvolgens 1090, 1010, 927 en 905 exemplaren. Volgens een inventar islijst voor de brandverzekering in het archief-Veen (Letterkundig Museum) was de voorraad in de jaren 1901-1906 achtereenvolgens 884, 869, 810, 766, 757 en 750 exemplaren. Uit de Winst- en verliesrekening van L.J. Veen over de jaren 1887-1898 (particulier bezit) blijkt dat Williswinde de volgende winsten heeft opgeleverd: 1895/96: ƒ85,75; 1897: ƒ4,82; 1898: ƒ16,45.

voetnoot19
De lezing ‘ligt [...] op’ (73,19) met de betekenis ‘licht [...] op’ is niet gecorrigeerd. Deze spelling die volgens de huidige regels fout is, kwam in de achttiendeen negentiende-eeuw veelvuldig voor.
In de eerste druk van Williswinde staat de inhoudsopgave na de ‘Voorrede’. Zij is in deze uitgave verplaatst naar vóór de ‘Voorrede’ en de ‘Voorrede’ zelf is daarin ook vermeld.


Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken