Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Roza van den boschkant (1888)

Informatie terzijde

Titelpagina van Roza van den boschkant
Afbeelding van Roza van den boschkantToon afbeelding van titelpagina van Roza van den boschkant

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.88 MB)

ebook (2.84 MB)

XML (0.31 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Roza van den boschkant

(1888)–Johanna Desideria Courtmans-Berchmans–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

XVI.

Hoe gelukkig gevoelde Roza zich in de woning van haren weldoener, nu hij bewezen had dat hij hare liefde begreep, dat hij hare toewijding aan hem en aan zijne dochter besefte, eene toewijding zonder nevenbedoeling. Voor Roza was het grootste genot, gewaardeerd te worden, gelijk het hare grootste smart was, miskend te zijn.

Vrij als een vogel ging zij thans door het leven. Hare bezigheden waren sinds lang in het huis van den dokter afgeteekend, en hare vrije uren bracht zij met Celia door, nu eens in geestig gepraat, dan weer in ernstig gesprek; zij beoefende te zamen met hare zusterlijke vriendin de toonkunst, waarvan Roza, na zeven jaren oefening, meer begrip had dan hare leermeesteres.

[pagina 124]
[p. 124]

In de laatste vacantie had Roza een zangstukje van Frederik gekregen. Het droeg den titel: ‘Het Woud.’

Wie het stuk gemaakt had, verklapte de student niet. Hij zei enkel: ‘een mijner vrienden heeft het getoonzet.’

Het Woud, alleen het opschrift wekte Roza's geestdrift op. Zij begon dadelijk het stuk in te studeeren, en zoodra zij eenigszins op de hoogte der haar voorgestelde taak was, zong zij het Celia voor en begeleidde zelve haar gezang.

‘Het Woud’ was samengesteld uit dichterlijke beelden en de muziek gaf al de stemmen van het bosch weder.

Nu eens klonk Roza's bezielde stem zacht als het gekweel van den nachtegaal, of als het geritsel van den Zuidenwind in de boombladeren, dan steeg zij in forscher tonen gelijk aan het gezucht van den Westenwind. Nu zweefden hare vingeren over het klavier, om vervolgens met kracht neder te vallen op de toetsen en men hoorde het woedend gebulder van een orkaan.

Celia zat in haren stoel te trillen; en bij het eindigen van het lied was de zangster diep bewogen.

‘Roza, 't is verrukkelijk! 't is grootsch!’ zei Celia, ‘gij hebt het ver gebracht.’

‘Dat heb ik u te danken,’ sprak het meisje, terwijl zij de zweetdruppelen met haren zakdoek van het voorhoofd veegde.

Celia sprak geen woord met haar vader van het zangstuk ‘Het Woud’, noch van den voortgang dien Roza in de muziek had gemaakt door eigen oefening, omdat de dokter meende dat de beoefening van dit vak niet paste voor burgermenschen; maar zij vertelde het tegen mevrouw Goedbloet, die sterk ingenomen was met het talent der

[pagina 125]
[p. 125]

wees, en er werd besloten dat Roza ‘Het Woud’ bij de vrouw van den notaris zou gaan zingen. Toen Celia voor de eerste maal het zangstuk had gehoord, had zij uitgeroepen: ‘'t Is verrukkelijk! 't is grootsch!’ en bij het eindigen van Roza's zang en spel riep mevrouw Goedbloet: ‘'t Is goddelijk! Hoe jammer, dat zulk een talent moet verloren gaan; zij moet het mij meer voorzingen, nog vele, vele malen. 't Is wonderlijk,’ ging zij voort, ‘noch het heerlijk gezang der kunstenares, noch de machtige tonen van haar spel hebben mijne zenuwen geschokt; het heeft mij goed gedaan. Indien zij mij dagelijks iets voorzong, zou ik geheel genezen.’

Celia had de vrouw van den notaris beloofd, dat zij haar dikwijls met de wees zou komen bezoeken, om samen muziek te maken.

Eens had men vastgesteld dat Roza ‘Het Woud’ zou zingen in het bijzijn van den notaris. De goede man had er in 't geheel geen gevoel voor, maar toen de zangster zweeg, maakte hij haar toch een compliment, er bijvoegende:

‘Is 't niet jammer dat de tijd mij ontbreekt om telkens als er gezongen wordt te komen luisteren? Nooit heb ik zooveel bezigheden gehad: eene massa kopiewerk ligt op de terugkomst van mijn jongsten klerk te wachten. De jongen is sedert veertien dagen ziek en God weet wanneer hij naar het kantoor zal kunnen komen.’

‘Als gij het goedvindt, zou Roza u aan het kopiewerk wel wat kunnen helpen,’ zei Celia, ‘zij heeft een vaste hand en is zeer nauwkeurig in alles wat zij doet.’

Mijnheer Goedbloet nam het aanbod dankbaar aan; hij ging een zestal akten halen, die moesten afgeschreven wor-

[pagina 126]
[p. 126]

den en acht zegels. Hij gaf het meisje eenige inlichtingen en zei toen lachend: ‘gij zult wel een paar zegels bederven eer gij op slag zijt.’

‘Laat Roza bij mij in de kamer schrijven,’ zei mevrouw Goedbloet tegen Celia na het vertrek van den notaris, en nadat deze zich naar zijn kantoor had begeven; de zenuwzieke was van meening dat zij in de tegenwoordigheid van het meisje, dat zij zoo liefhad, minder leed.

‘Onmogelijk, mevrouw,’ sprak Celia, ‘wij hebben haar bijna elk oogenblik noodig in de apotheek.’

‘En gij kunt haar niet missen,’ zei de dame lachend, ‘anders had zij reeds lang bij mij gewoond.’

Dien dag nam Celia de uitnoodiging der goede vrouw, om thee te blijven drinken, niet aan. 't Was in het midden der maand October; de avonden begonnen lang te worden, en na het avondeten zou Roza zich dadelijk aan 't schrijven zetten van de notariëele stukken.

Bij het afscheid nemen schonk de gevoelige mevrouw Goedbloet de wees van den Boschkant een kus, omdat zij zoo schoon gezongen had, en vriendelijk zei ze: ‘tot morgen.’

's Avonds schreef Roza vijf akten en 's anderendaags ging zij in den vroegen morgen naar den heer Goedbloet. ‘Hier zijn de akten, mijnheer de notaris,’ zeide zij, ‘deze vijf zijn gereed.’

De ambtenaar bezag de stukken en moest ze bewonderen. Verre van een zegel te bederven, had het meisje geen enkel vergeten woord op de blanke zijkanten behoeven te zetten.

‘Dit stuk heb ik niet durven afschrijven,’ sprak Roza,

[pagina 127]
[p. 127]

‘bij de lezing heb ik opgemerkt dat er eene dubbelzinnigheid in het opstel is geslopen.’

De bejaarde notaris keek het meisje verbaasd aan. Het stuk in quaestie was de huurceel van een huis, waarin bijzondere bepalingen voorkwamen. Zijn eerste klerk had het opgesteld, hij zelf had het gelezen en hij had niet gezien dat er iets aan ontbrak. Nu bemerkte hij echter, dat er twijfel zou kunnen rijzen, want men kon niet bepaald zeggen wie de grondlasten moest betalen, de huurder of de eigenaar. De notaris legde het stuk ter zijde en vroeg aan de knappe schrijfster of hij haar nog werk mocht geven.

‘Als ik naar uw zin heb gewerkt,’ was het antwoord.

Roza kwam met twaalf zegels en zes akten tehuis, die in dubbel moesten afgeschreven worden.

‘Heere mijn tijd!’ riep Elisabeth, ‘nu komt ge weer met schrijfwerk aan. Mijnheer Frederik heeft dezen morgen geschreven dat hij zijn goed noodig heeft, dat na de vacantie hier gebleven is, vooral zijne halsboorden; met zijne hemden kon hij nog wachten. Ik heb den ganschen boel ingezeept en ook nog wat linnen van het huishouden in de week gezet. Is er haast bij uw schrijfwerk?’

‘Ja, maar bekommer u daar niet over; ik zal het vandaag afschrijven, en morgen heel vroeg sta ik aan de kuip.’

Elisabeth morde nog wat: men vergde te veel van het meisje. Waarom moest zij voor anderen schrijven? 't was ongehoord.

Sedert Roza de school verlaten had, kwamen er geene vreemde waschvrouwen meer in het huis van den dokter. De man had er een hekel aan; zij brachten te veel nieuws aan uit andere huisgezinnen.

[pagina 128]
[p. 128]

Juffer Celia zei tegen Beth dat Roza zich dien dag met haar werk in de apotheek of in het huishouden niet moest bezighouden. Zij zou zelve die taak op zich nemen, opdat men bijtijds het waschgoed van Frederik zou kunnen opzenden en de papieren van den notaris gereed maken.

Tegen elf uur 's avonds had Roza den laatsten regel geschreven, en 's morgens ten vijf ure stond zij reeds met opgestroopte mouwen aan de waschkuip. Zware zweetdroppelen vielen van haar voorhoofd in het zeepsop. Ten negen ure lag het linnen te bleeken, doch het bonte goed moest nog gewasschen worden.

De dokter ging om tien ure een bezoek afleggen bij mevrouw Goedbloet; en om Roza genoegen te doen, nam hij haar schrijfwerk mee.

‘Heeft zij alles reeds klaar?’ zei de notaris verwonderd, toen zijn vriend hem de papieren gaf.

‘Ja,’ antwoordde de heer Lucas, ‘en zij staat van van ochtend vijf ure reeds aan de waschkuip. Frederik heeft om zijn linnen geschreven.’

‘Dan durf ik u niet verzoeken haar nog wat te laten schrijven, hoewel ik nog overvloed van werk heb.’

‘Ja wel,’ antwoordde de dokter, ‘zij werkt gaarne. Zend haar dezen namiddag nog een bundel zegels,’ vervolgde hij, ‘zij zal ze wel aftooveren.’

‘Vriend,’ sprak de notaris ernstig, ‘toen gij mij voor een paar weken zeidet, dat de wees van den Boschkant zoo goed de kruidkunde kende als gij zelf, en dat zij beter met de kracht der kruiden bekend was als de beste apotheker, kon ik u moeilijk gelooven, nu moet ik evenwel aannemen dat gij waarheid gesproken hebt; het meisje be-

[pagina 129]
[p. 129]

zit een werkzamen geest en veel talent. In zeker opstel heeft ze mij op eene dubbelzinnigheid gewezen, die ik zelf niet had ontdekt,’ voegde hij er nederig bij. ‘Ik wenschte dat zij mijne dochter ware.’

Intusschen waschte Roza ijverig voort en twee dagen later werd Frederik's koffer naar den vrachtrijder gezonden. Alles was in orde.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken