Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Roza van den boschkant (1888)

Informatie terzijde

Titelpagina van Roza van den boschkant
Afbeelding van Roza van den boschkantToon afbeelding van titelpagina van Roza van den boschkant

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.88 MB)

ebook (2.84 MB)

XML (0.31 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Roza van den boschkant

(1888)–Johanna Desideria Courtmans-Berchmans–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

XIX.

Toen de dokter op nieuwjaarsavond zijn dagblad kreeg, bemerkte hij met verbazing dat er een artikel in stond over het concert. Men prees ‘het doel er van,’ men bedankte de zangers voor hunne belanglooze medewerking en men was mejuffer R.B. erkentelijk voor hare toewijding.

Verder bevatte het artikel het volgende:

‘Op deze huishoudelijke uitvoering hebben wij eene nieuwe ster aan den kunsthemel ontdekt: de zangster van “Het Woud”. Mejuffer R.J. is eene zangster die zeer veel talent bezit. Van nu af mogen wij haar de Nachtegaal van Vlaanderen noemen. Met nog eenige studie onder een goede leiding, voorspellen wij dat de Nachtegaal van Vlaanderen, de Zweedsche Nachtegaal zal overtreffen. Wij bieden mejuffer R.J. onze welgemeende hulde en onzen dank aan.’

[pagina 143]
[p. 143]

‘Eene nieuwe ster aan den kunsthemel,’ stotterde de dokter na de lezing. ‘Wat beteekent zulk een ster? een oogenblik schittert zij en zinkt dan weer weg in de duisternis. Wat heeft onze Roza daarmeê gemeen? zij verlangt slechts naar stil geluk bij een nederig bestaan.’

Na den geneesheer las Celia het artikel en zonder eenige opmerking te maken, gaf zij het blad aan Frederik.

Het dagblad sidderde onder het lezen in de handen van den student en toen hij eindigde was hij doodsbleek.

‘Indien Roza voor het tooneel opgeleid werd, zou zij eene beroemdheid worden,’ zeide hij, ‘de schrijver heeft haar goed beoordeeld; doch dit mag zij niet.’

‘Zeker niet,’ verklaarde Celia.

Het dagblad dat door den heer Lucas gelezen werd, vond men in bijna al de herbergen der gemeente en vele burgers waren er, gelijk de burgemeester, op geabonneerd. Iedere vogel zou dus zijn zang over het artikel kunnen zingen.

De burgemeester las het artikel aan zijne echtgenoote voor.

‘Wat!’ riep de burgemeestersvrouw, rood van toorn. ‘Regina wordt miskend! al de lof is voor de andere.’ En verder kraamde zij zulken onzin uit dat de ooren van haar man begonnen te tuiten.

‘Wind u niet op over dat artikel,’ zeide hij zeer bedaard, ‘twee dagen zal men er over praten en dan is 't vergeten.’

Mevrouw Blokhout's gramschap ging in droefheid over, iets dat der hoogmoedige vrouw niet dikwijls gebeurde. ‘Uit liefdadigheid hebben wij Regina laten zingen,’ zeide zij, ‘en nu miskent men haar.’

‘Laat ons bekennen, mamaatje,’ sprak de echtgenoot,

[pagina 144]
[p. 144]

‘dat wij Regina's talent wilden doen kennen, dat wij het gedaan hebben uit trots.’

‘Heeft ze geen talent?’ riep de dame, ‘het artikel is geschreven door een vijand, maar door wien?’

Ook in de familie Lucas vroeg men zich af wie de schrijver van het dagbladartikel kon zijn. Noch de dokter noch Celia konden het gissen; doch naar de meening van Frederik moest zijn vriend, die ‘Het Woud’ getoonzet had, de schrijver zijn. Gedurende het concert had de jeugdige toonzetter in dien zin gesproken. De student uitte echter die meening niet.

Gedurende eenige dagen werd er veel over het artikel gesproken, vooral door de dames.

‘Nu zal mevrouw Blokhout niet langer durven beweren dat hare Regina de heerlijkste zangster van Vlaanderen is,’ zei de echtgenoot van den Rijks-ontvanger tegen mevrouw Debus; ‘Roza heeft haar van den troon gestooten.’

‘Halve talenten mogen niet voor het publiek optreden,’ antwoordde mevrouw Debus, ‘en wat Roza betreft, de lof, dien men haar toezwaait, heeft zij verdiend.’

‘De hoogmoed straft zich zelve,’ was het wederwoord. En bijna overal sprak men in denzelfden zin.

Tot kalmte gekomen besloot mevrouw Blokhout tegen niemand over de zaak te spreken, noch tegen Regina noch tegen Frederik zou zij er van gewagen, en tegen Celia zou ze ook zwijgen, maar den dokter zou ze eens goed door nemen.

De eerste dagen van het nieuwejaar brachten, volgens gewoonte, veel beslommeringen mee. Niemand der familie Lucas had op hun nieuwjaarsbezoek bij den burgemeester

[pagina 145]
[p. 145]

van het concert gesproken en Frederik was bijzonder lieftallig geweest. Minder bescheiden bezoekers hadden de trotsche mevrouw Blokhout over het concert, gelijk zij het noemden, een steek onder water gegeven, maar zij had hen niet willen begrijpen.

Frederik was den derden Januari vertrokken en eerst den volgenden dag kon de burgemeestersvrouw dokter Lucas onder vier oogen spreken.

‘Wat denkt gij van dat artikel over het concert?’ vraagde zij zoodra men alleen was.

De dokter haalde de schouders op. ‘Laat ons dat potje maar gedekt laten,’ sprak hij.

‘Gedekt laten?’ sprak de burgemeestersvrouw, ‘dat zoudt gij wel willen, omdat gij er schuld aan hebt.’

‘Aan het artikel?’

‘Neen, aan het geval. Waarom hebt gij mij niet gezegd dat Roza schooner kon zingen dan Regina?’

‘Gij zoudet mij niet geloofd hebben.’

‘Neen dat zou ik ook niet, en ik geloof het nog niet.’

‘Is dat alles wat gij mij ten laste legt, mevrouw?’

‘Gij hebt Roza van den Boschkant opgevoed ver boven haar stand, en Celia heeft er zich op toegelegd om de gekke meid wel niet rijker, maar toch bevalliger te kleeden dan de dochter van den burgemeester. Celia zal wel zwijgen hoeveel haar toilet gekost heeft. Uwe lievelinge geleek op het concert een lokvogel.’

De dokter stond op en greep naar zijn hoed.

De burgemeestersvrouw zag zijn voorhoofd van verontwaardiging gloeien, en van toon veranderend sprak zij:

‘Gij moogt zoo niet heengaan, dokter, laat ons de toe-

[pagina 146]
[p. 146]

komst der kinderen niet in gevaar brengen.’ De kinderen waren Frederik en Regina.

‘Voor zulk een nietigheid!’ zei de geneesheer.

‘Noemt gij dat een nietigheid? Eene moeder oordeelt anders over zulke dingen.’ En mevrouw Blokhout kneep hare oogen dicht als wilde zij er tranen in persen. ‘Dat artikel zal Frederik ook tegenvallen.’

‘Meent ge dat? De kinderen hebben immers elkander reeds bemind, toen Regina nog geen noot muziek kende. Een verstandig man verlangt niet dat zijne vrouw in alles boven anderen uitmunt. Als zij elkander een schat van liefde aanbrengen, dan is 't genoeg.’

Bij het afscheid schenen de heer Lucas en de vrouw van den burgemeester weer goede vrienden; doch in den grond was het niet zoo. Nooit zou de rechtschapen dokter de dwaze beschuldigingen vergeten, die de trotsche dame hem in het aangezicht had geworpen.

Bij zijn tehuiskomst vroeg hij aan Celia:

‘Hoeveel hebben de kleederen die Roza op het concert droeg ons gekost?’

‘Aan ons niets; 't zijn geschenken van mevrouw Goedbloet; zij heeft alles betaald tot zelfs de schoentjes. Over het diamanten kruisje heb ik nochtans eene opmerking gemaakt,’ ging het goede meisje voort, terwijl haar vader aandachtig luisterde, ‘maar de lieve mevrouw antwoordde mij: ‘Ik bezit veel te veel van dien rommel en ik draag ze niet.’

‘Gij moest alles geweigerd hebben,’ antwoordde de vader.

‘Kon ik dat?’ was het antwoord, ‘mevrouw Goedbloet bood het aan als blijk van erkentelijkheid voor de geluk-

[pagina 147]
[p. 147]

kige oogenblikken die de kleine haar heeft geschonken. Zij zeide: Hoe dikwijls heeft Roza mij, op mijn verzoek, iets voorgezongen dat mij in mijn lijdenden toestand verkwikte; op de piano heeft zij mijne lievelingsstukken gespeeld om mij te behagen, en toen mijne oogen te zwak waren om te kunnen lezen, las zij mij voor wat ik verlangde, zonder eenige belooning te willen aannemen. Slechts eenmaal heeft zij iets willen hebben voor haar spaarpot; maar zij was toen nog zeer jong.’

‘Waarom hebt gij mij dat niet vroeger gezegd?’ vroeg de vader.

‘Omdat ik u wilde verrassen als gij mij naar de rekening vroegt.’

‘Het doet mij genoegen te vernemen dat mevrouw Goedbloet onze Roza naar waarde schat,’ zei dokter Lucas. Van zijn onderhoud met mevrouw Blokhout gewaagde hij niet. Waarom zou hij zijne dochter in kennis stellen met die onaangename woordenwisseling.

Dit gesprek had in de keuken plaats. Beth was een doosje poeders gaan brengen aan eene arme vrouw, die haar soms aan de praat hield, en Roza was in de apotheek, waar een vuur brandde, aan 't schrijven.

Nog zaten de geneesheer en zijne dochter met elkander over het concert en zijne gevolgen te praten, toen Roza met een blij gelaat in de keuken kwam.

‘Zij zijn af,’ zeide het meisje, ‘maar mijn vingers zijn vermoeid van het schrijven,’ en zij legde een rol papieren op de tafel. 't Waren twaalf akten, die zij vlug voor den notaris had geschreven, omdat er haast bij was.

‘Heb er nu maar moed op, Rozatje,’ sprak de dokter,

[pagina 148]
[p. 148]

‘binnen zeven maanden zijt gij van dat schrijfwerk ontslagen. In Augustus doet Frederik zijn laatste examen en dan komt hij op het kantoor van zijn oom.’

Roza hing haar kapmantel om en ging met de papieren naar den notaris, en in hare afwezigheid sprak Celia tegen haar vader, gelijk het dikwijls gebeurde, met lof over hunne kweekeling.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken