Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De zwarte hoeve (1863)

Informatie terzijde

Titelpagina van De zwarte hoeve
Afbeelding van De zwarte hoeveToon afbeelding van titelpagina van De zwarte hoeve

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.74 MB)

Scans (138.50 MB)

ebook (3.01 MB)

XML (0.25 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De zwarte hoeve

(1863)–Johanna Desideria Courtmans-Berchmans–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

IX.

Jozef Rinkhout was een welgestelde boer van omtrent vijftig jaar, met open gelaat en nog volle wangen; een man, dien het geenszins aan natuurlijk verstand ontbrak, hoewel hij tot geen gemeente- of kerkeraad, noch tot eenig armbestuur behoorde.

Hij kwam juist terug van een uitstapje naar de gemeente, waar zijn jongere broeder woonde, met wien hij een langdurig onderhoud over Isabella had gevoerd, toen Willem Waterlant ter hofstede verscheen, om over zijn huwelijk te spreken.

Toen Willem zijne verklaring deed, verscheen er op het gelaat van den voogd eene uitdrukking van tevredenheid; want hij had het opzet, Isabella zoo spoedig mogelijk uit te huwen, gelijk het in het plan van den schepen lag, alle huwelijksplannen aangaande de weeze tegen te werken.

[pagina 67]
[p. 67]

‘Wie toch,’ dacht Rinkhout, ‘geeft meerder waarborg voor het geluk van het kind dan Willem Waterlant, de jonge, oppassende boer, op wiens gedrag nooit iets te zeggen viel; hij die daarboven eene schoone eigene hofstede bezit en een fortuintje, dat bijna het dubbel van Bella's erfdeel bedraagt?’

Daarbij was er in het gesprek der gebroeders Rinkhout iets geslopen betrekkelijk den schepen, dat Rinkhout noopte tot nadenken; hij geloofde het geld van Isabella niet langer veilig in handen van den toezienden voogd.

Het was echter slechts eene kleinigheid, die zijnen argwaan had gewekt, en welke anderen in zijne plaats onopgemerkt hadden gelaten.

De schepen had namelijk, een paar weken te voren, Karel Rinkhout bezocht met wien hij vroeger nog wel zaken deed en hem gezegd:

‘Karel, hebt gij geld te plaatsen, dan kan ik het nemen tegen vier en driekwart ten honderd.’

Wat lag daar nu in? het was toch algemeen bekend, dat Van Senderloo geld op intrest stelde of aannam.

De scherpzinnige Jozef Rinkhout dacht er echter anders over: hij had opgemerkt, dat de schepen sinds eenigen tijd deel nam aan alle zwetsende ondernemingen; onbeduidende stukjes grond kocht die hem bijna niets opbrachten, en kleine geldsommen Voorschool aan menschen, die elkeen in slechte omstandigheden wist, en die hem bij gevolg als hun Weldoener en redder uitkreten.

Bella's voogd kon dit alles maar niet overeenbren-

[pagina 68]
[p. 68]

gen met het geld zoeken tegen vier en driekwart ten honderd; en toen Willem Waterlant hem vertelde, hoe van Senderloo zijn huwelijks voorstel bejegende, kreeg de vrees van boer Rinkhout nog vasteren grond.

Hij was over het voorstel van Willem Waterlant recht blijde; te meer daar dit huwelijk hem het middel verschafte, om in korten tijd Bella's erfdeel den schepene uit de handen te wringen.

Dat Van Senderloo Bella's hand niet wilde toestaan, deed de slimme boer lachen. Zulks had gewis geen ander doel dan Willem, die vast niet uit louter liefde trouwde, door moeilijkheden af te schrikken en hem bij gevolg eene andere te doen kiezen. Deze zienswijze deelde hij Willem mede en na zich verzekerd te hebben, dat de jongeling het ernstig met Isabella meende, verklaarde hij hem rondborstig zijne vrees.

‘In ieder geval is de schepen geen man dien wij zonder handschoenen kunnen aanpakken. Hij is een doortrapte kerel, met wien wij voorzichtig moeten handelen. Echter kan hij het huwelijk van Isabella niet beletten, want buiten hem zal geheel de familieraad er in toestemmen.’ Na een oogenblik bedenkens vervolgde de voogd met nog meer levendigheid:

‘Ik heb een middel bedacht om den schepen dadelijk in uw huwelijk te doen toestemmen, en mij tevens te verzekeren hoe het met zijn geldelijken toestand gelegen is. Spreek niemand van uw huwelijk en verwittig ongemerkt Isabella. Nog iets: de schepen mag ook niet vernemen dat gij mij reeds gesproken hebt. Tot wederziens, Willem.’

[pagina 69]
[p. 69]

Intusschen heerschte Renilde reeds op de Zwarte Hoeve, als oppermachtige vorstin. Links en rechts deelde zij bevelen uit, en in de huishouding bleef niets op zijne vroegere plaats.

De sneeuwwitte muren der voorkamer deed zij met helder gebloemd meubelpapier behangen; de fraaie, groote kast met glazen luiken, waarin moeder Waterlant zaliger haar pronkgoed uitstelde, was naar de provisiekamer verwezen, en door een mahoniehouten buffet vervangen; terwijl de ouderwetsche stoelen in eenen zolderhoek gestapeld werden.

Zoo ging het nagenoeg in al de woonkamers; alleen de keuken, die ontegensprekelijk de deftigste keuken des lands was, behield iets van vroeger aanzien.

Hetzelfde lot onderging ook de kleedij. Bernard's linnengoed alsmede de slaaplakens door moeder nagelaten, vond zij veel te grof. Zijne kleederen achtte zij te ouderwetsch, te boersch. Alles moest vernieuwd en veranderd, worden en dewijl Bernard haar in niets tegensprak, stond weldra het inwendige van het sierlijke boerenhuis in de woning van een heerenboer herschapen.

Ook met den pot was het geheel anders gesteld dan ten tijde der oude bazin: de melkpap werd dunner en de hutsepot veel magerder gekookt, De oude vrouw meende het voordeelig de dienstboden goed te voeden; niet alleen omdat dit hun meer kracht en werklust bijzet, maar daarenboven nog de liefde en verkleefdheid verhoogt, welke de dienaar den meester toedraagt.

Renilde daarentegen was van gevoelen, dat elk

[pagina 70]
[p. 70]

stukje vet in den hutsepot en elke lepel meel in den pap, haren voorraad en bij gevolg hare middelen verminderde. ‘En wat scheelt het mij’ dacht ze, ‘of de dienstboden mij verkleefd zijn of niet? ik ben er immers niet mede getrouwd? En werken? ja, dat moeten ze toch. Ik zal wel zorgen dat Bernard ze goed in het oog houdt. Wat het onderhoud der familie meer kost, zal ik er wel uithalen; daar kunnen onze knechten op rekenen. Wat de meiden betreft, die zal ik wel naar mijne hand regelen.’ En zij had ze werkelijk zoo goed naar hare hand gezet, dat reeds in de zevende week hare zesde huismeid op het punt was te vertrekken. Maar dit ook kon de jonge bazin Waterlant niet schelen: ‘Ik zal er op den duur toch wel ééne vinden’ dacht ze ‘die beschimmelde korsten eet en suikerij zonder koffie drinkt.’

De verandering, binnenhuis gebeurd, deelde zich al spoedig buitenhuis mede. Wanneer men den diensten werkboden in den namiddag hunne magere boterhammen en blauwe melkthee bracht, werd er een half uurtje langer over den schralen kost en de zonderlinge handelwijze der bazin gepraat.

‘Schraal eten en veel werken, dat gaat niet,’ zei de eene. ‘De bazin wil te gauw rijk, zijn’ sprak de andere ‘Men moet met de maat meten, waarmede men gemeten wordt,’ dreigde een derde. Zoo ontstond er misnoegen en werd het werk met tegenzin en slechts ten halve verricht.

In de kerk had Renilde eene andere plaats gekozen, sinds zij bazin Waterlant was; en de nieuwe bidstoel,

[pagina 71]
[p. 71]

dien zij liet maken, was hooger van zitting dan al de overige kerkstoelen, zoo dat zij altoos ver boven de anderen uitstak.

Dat zij zich nog veel schooner dan vóór haar huwelijk kleedde, verwonderde niemand die haar reeds vroeger gekend had; maar dat Bernard haar zooveel toegaf, hierover haalde elke verstandige boer de schouders op.

‘Zoo! zoo!’ zei de burgemeester op zekeren zondag tot zijne vrouw, die nevens hem aan het venster zat. ‘Nu begint het wat grof te gaan. Deugde het speelkarretje van bazin Waterlant niet meer, om Renilde Van Senderloo naar de kerk te voeren?

‘Maar die char-à-banc is toch zeker niet van de Zwarte Hoeve?’ riep zijne vrouw opspringend uit.

‘Dat is het nieuwe rijtuig der Zwarte Hoeve, hetwelk, naar men mij zegde, duizend franken kost,’ antwoordde de burgemeester.

‘God beware mij! Dat gaat te ver!’ riep de dikke vrouw en liet zich weêr in den leunstoel vallen. ‘Voor die schoone dame moeten wij allen den weg ruimen. Wie meent ze wel dat zij is?’

‘Ja, vrouw, zij doet de spaarpenningen van zaliger bazin Waterlant lustig dansen; daar kunt ge zeker van zijn. Men zegt dat het binnenhuis in de Zwarte Hoeve meer een kasteel dan eene boerenwoning gelijkt.’

‘En ik, die niet wilde gelooven wat de brouwersvrouw van haar vertelde!’

‘En wat zegde zij?’ vroeg de burgemeester, om zijne echtgenoote te believen.

[pagina 72]
[p. 72]

‘Wat ze zei? Ja, wat zou ze zeggen? Ze zei, dat Renilde zaturdag te Brugge voor meer dan drie honderd franken Doorniksch porselein kocht.’

‘Ik geloof het gaarne,’ antwoordde de burgemeester.

‘Ha! wilt ge het gelooven?’ hernam de vrouw op gansch anderen toon. ‘Gij wilt het gelooven, he! Gelooven kost ook geen geld. Willen gelooven!!! Maar willen hebben is gansch wat anders. Sinds twintig jaar verlang ik om een porseleinen koffiestel te mogen koopen en sinds twintig jaar schudt gij neen. O! die gelukkige Renilde! zij is ten minste dame en meesteres in haar huis, terwijl ik...’

‘Troost u, vrouwtje,’ viel de burgemeester vleiend in, ‘die lang leeft zal veel zien.’

De jonge bazin Waterlant wist zeer wel hoe men in het dorp over haar sprak, doch hieraan liet zij zich niet gelegen. ‘Geluk verwekt nijd,’ dacht ze. ‘En waartoe dient geld wanneer men het niet gebruikt?’ gromde zij verder. ‘Bah! 't is om mee te lachen!’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken