Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Hanna de freule (ca. 1900)

Informatie terzijde

Titelpagina van Hanna de freule
Afbeelding van Hanna de freuleToon afbeelding van titelpagina van Hanna de freule

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.59 MB)

Scans (4.55 MB)

ebook (3.21 MB)

XML (0.69 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Hanna de freule

(ca. 1900)–J.J. Cremer–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 165]
[p. 165]

Negen en twintigste hoofdstuk.
Als er geld is.

In het koetshuis van den voerman Peters, heeft middelerwijl in het Zondagmiddaguur, de samenkomst der werklieden plaats.

Wouter Glover heeft er het woord. - Alvorens hij het nam, sprak hij met Klaartjes vader; en ten slotte heeft hij Abel de hand gedrukt.

Ook Binzer bevindt zich in de dompige ruimte.

- 't Ging alles naar wensch. De kans staat uitmuntend. Indien het wat meeloopt dan zal hij nog dezen avond zijn vischje uit het troebele water aan boord kunnen slaan:

- Best zoo! zegt hij in stilte, terwijl hij Glovers woorden verneemt en bij zich zelven verwerkt: Natuurlijk, jij hebt er geen belang bij. Wel zeker, jij zegt het uit overtuiging. Bravo! Een man die zijn eigen liefste ontrouw is, wat kan men anders dan ontrouw van hem verwachten. Ferm! dat sluit als een bus.

- Maar hoe! aarzelt Glover toch weder om zijn oud-kameraden een werkstaking onvoorwaardelijk aan te prijzen? Hebben Abel en Prost hem toch weer met hun praatjes van 't spoor gebracht? Hoor:

‘De loonsverhooging, die de fabrikant wil toestaan, is ongeveer de helft van 't geen wij hebben gevraagd,’ vervolgt Glover: ‘Er zijn er die daarmee genoegen nemen. - Als alles bovendien tot stand kwam zooals het beloofd werd, dan zou ik zeggen: ziet hoe je het rooit.

- Maar ik vertrouw de beloften niet. Daarom zou ik oordeelen: Beloften-zijn goed, maar loon en werkuren blijven nommer een.

- En zul je dan vasthouden aan den ganschen eisch?

- Ik zou ja zeggen mannen, ja, indien zij, die beweren dat er geld genoeg zal komen wanneer het werk wordt gestaakt, zulks met klinkende munt kunnen bewijzen.

- Maar als ze het niet kunnen doen, dan zeg ik neen. Laat dan in 's hemels naam een halve verhooging je genoeg zijn. Beter een half ei dan een leege dop.’

Binzer, die zich bij Wouters laatste woorden op de teenen had verheven, roept nu:

[pagina 166]
[p. 166]

‘Maar geld is er; dat komt er zooveel en zoolang als het noodig zal zijn. Ik gaf de bewijzen.’

Wouter Glover heft een geldzak omhoog, en zegt:

‘Hier zijn vijf en twintig gulden!’

Een luid gemompel, dat al spoedig in een oorverdoovend geraas ontaardt, doet Glover met overwegende stem stilte gebieden.

- Men luistert opnieuw.

‘Je hebt gelijk mannen. Dat meende ik ook: Wat zijn vijf en twintig gulden om bij een werkstaking aan zes en negentig huisgezinnen het noodige te verzekeren!

- Was ik nog spinner, en had ik mijne arme moeder niet, ik zou 't er op wagen, en liever doodhongeren dan mij aan den bloedhond te verkoopen. - Maar, vader Abel heeft gelijk: als men vrouw heeft en kinders, dan moet men voorzichtig zijn.’

Binzer schreeuwt nu:

‘Zal men mij niet gelooven! Is het mijn belang dat de Kromvelders spek en vleesch in den pot krijgen! Ontving ik geen brief, waarin te lezen staat, dat men zal helpen zoolang als het noodig is. Heb ik geen geld! - Kan ik geen geld krijgen zooveel als ik wil!’

‘Laat zien! Voor den dag er mee!’ roepen eenige stemmen.

De vijftien gulden, die Binzer nog geen half uur geleden van Elie Mager ontving, zijn voor een gansch ander doel bestemd dan nu zal worden voorgewend. Peters, de voerman, had een klein wagentje, dat heelemaal dicht kon.... en, als men bij Willem Schol in het Wapen van Amsterdam te Wasikveen geen guldens liet kijken, dan zou hij ‘mijnheer en mevrouw Binzer-Degen’ zeker geen nachtlogies geven. Nochtans die vijftien gulden komen Binzer nu opperbest te stade. Zij kunnen vertooning maken.

‘Geld? Zooveel als je wilt!’ herneemt hij luider, terwijl hij de rijksdaalders triomfeerend omhoog houdt en er mee rammelt dat de omstanders er raar van om 't hart worden.

‘Hoeveel heb je dan nog beschikbaar, baas Binzer?’ roept Glover.

Er volgt een doodelijke stilte. Binzer aarzelt. Nu roept hij:

‘Nog honderd gulden heb ik voor jelui thuis. En als je schrijft dan komt er dadelijk zooveel als je wilt.’

Een jubelend: ‘Strikken, strikken!’ ging er nu uit de menigte op.

Abel wil spreken maar kan zich niet doen verstaan.

‘Ik zeg....’ schreeuwt Glover.

‘Stilte!’ roept men.

‘Ik zeg,’ herhaalt Wouter: ‘laat baas Binzer ons dadelijk de

[pagina 167]
[p. 167]

honderd gulden hier brengen, met den brief er bij, dan hebben we zekerheid. En als jelui dan voor strikken bent, dan - laat het zoo zijn! - Onze eisch was groot, maar de ellende is nog grooter!’

Bij Glovers woorden is Binzer zeer wit geworden. Op de mogelijkheid van zulk een voorstel heeft hij niet gerekend. Tot nu toe hield hij zich achter de schermen; heden als met geweld op de planken gebracht, zag hij zich plotseling tot de hoofdfiguur van het drama verheven: en, nu hij triomf denkt te vieren, laat de duivel-sonffleur hem glad in den steek.

Reeds te vast had Binzer op een goeden uitslag gerekend; te zeker al vertrouwd dat nog dezen avond het gouden vischje in troebel water gevangen zou zijn. - Nu moet hij volhouden, wanneer ten minste de kans voor heden niet zal verloren gaan.

‘Goed mannen, als ik niet op mijn woord wordt geloofd,’ roept nu Binzer met gemaakte verontwaardiging: ‘dan zal ik toonen metterdaad dat jelui eischen en dwingen kunt.’

Uit den stal van Peters spoedt de gewezen onderbaas zich nu voort door de besneeuwde straten. - Met een kleinen omweg - somwijlen een blik naar achter werpende, als vreest hij dat men zijn gangen bespiedt - bereikt hij Elie's woning, en opent de deur, die 's Zondags toch voor de klantjes op een kier staat.

Weinige minuten later kwam Elie naar het voorhuis.

‘Wat blief....?’ zegt Elie: ‘Honderd gulden? Wat blief?’ En dan tot Izak die Binzer straks met zijn geschreeuw bij de trap heeft aangediend: ‘Ga weg Izak, kwajongen, ga weg.’

Binzer heeft nu zijn rol goed gespeeld.

Elie, nog onder den indruk van zijn onderhoud met Esthers kind op den zolder van 't Magazijn, staat een oogenblik als verslagen. - Wat! Spreekt Binzer van ontvoering van minderjarigen? Als Hanna dan toch met Levie's schuit vrijwillig wil gaan naar Amsterdam? - En hoe weet Binzer van Elie's plannen? En wie heeft hem gezegd....?’

- Hola, Stompe Jan en Eindje Touw hebben goede neuzen, al zien ze niet alles. ‘Ieder vijftig gulden,’ hadden ze gefluisterd, ‘dan zou Hanna de freule ongehinderd met Levie aan boord kunnen gaan, en mocht zij hunnentwege voor oud roest en lompen mee naar Amsterdam varen.’

Elie Mager bleef strak voor zich heen zien, terwijl hij met deband onder den hoed, in het kroeshaar woelde. - Is hij besluiteloos? - Nah! alles was zoo kostelijk beredderd, en zelfs met Hanna zoo

[pagina 168]
[p. 168]

goed in 't reine gebracht. Zou ze niet vrijwillig trekken met Levie naar Rebbe Laan, om te hooren van Mozes en de Profeten, en te leeren de Wet, en te dekken het hoofd, en de Mazzen te eten en alles wat rein was naar Gods bevel? - En zou Binzer 't waarachtig verhinderen kunnen? - Maar honderd gulden! Was Binzer razende dol! - Had ie oud roest in z'n brein!

‘Honderd gulden!’ herhaalt hij met een vreemden trek om den mond, terwijl hij weer strak voor zich heen ziet.

‘Als ik ze dadelijk breng dan kan ze om schemerdonker den aftocht blazen,’ zegt Binzer: ‘Maar anders...’

‘Maar anders.... Wel schoone fleur! Maar anders!’ klinkt het nu eensklaps uit de donkere gang den mannen in 't oor.

Met de vuisten in de zij staat vrouw Mager daar weer naast het dames-portret, waarmee ze even sterk contrasteert als met den naam, dien ze van haar man heeft ontvangen. - En 't was geenszins vrouw Magers bedoeling om het bij de introductie van daareven te laten. Wat durfde Binzer ‘drassen of dreigen!’ Stapelgek zou Mager moeten zijn als hij een arm schepsel uit den nood redde, en eten en kleeren gaf, en dan nog vreezen zou voor smaad en schande.

‘Ja maar Saartje; ja maar....’ zegt Elie.

‘Wat ja maar, wat neen maar! Ongekramd porselein!’ roept vrouw Mager: ‘Wil ik raden baas Binzer, wat jij lijmen en krammen wilt? Sneeuw leit er op de straat; maar als jij sneeuw bent, dan ben je zoo kil maar zoo blank niet. Sneeuw van drie dagen! Wou jij honderd gulden! Hoe zwaar zijn honderd gulden in jou zak, man?’

‘Stil Saar! - Als er menschen voorbijgaan.’

‘Laat ze! Wat gaan ze me aan! Zal ik arm worden als Job om 't gekke, schaap?’

‘Saartje!’

‘'t Gekke schaap, zeg ik.’

‘Gek is ze niet. Waarachtig niet, Saar.’

‘Waarachtig wel! Laat me spreken.... Ja wel, ik wil spreken....’

‘Sust, sust!’ zegt Mager, naar de voordeur ziende, en Binzer wenkende, glijdt hij, door dezen gevolgd, de gang in en de huiskamer binnen, terwijl de kleine dikke vrouw tevergeefs haar krachten inspant om aan de beide mannen, maar aan den vreemde vooral, den toegang te betwisten.

En Binzer wanhoopt niet dat hij nog zal slagen in 't eind, ofschoon hij alweder niet zoo gemakkelijk tot zijn doel komt.

- Als hij die vrouw weet te vleien, en haar achterdocht prikkelt meteen, ja, dan zal zijn toeleg gelukken.

[pagina 169]
[p. 169]

- Maar spoed dan. Men wacht in den stal. Er is geen tijd te verliezen!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken