Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Taalkundig handboekje (1995)

Informatie terzijde

Titelpagina van Taalkundig handboekje
Afbeelding van Taalkundig handboekjeToon afbeelding van titelpagina van Taalkundig handboekje

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.49 MB)

XML (0.80 MB)

tekstbestand






Editeur

Albert Hoffstädt



Genre

sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Taalkundig handboekje

(1995)–J.H. van Dale–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

E.

E, V., e's. Zie A.
Eb, ebbe, V.Ga naar voetnoot1)
Ebben, onp. w. Het ebt, ebde, heeft geëbd.
Ebbenhout, O. Ebbenhouten, stoff. b.n.
Echel, M. Bloedzuiger.
Echo, V., echo's.
Echt, M. Echtstaat. Echtscheiding. Echtelijk. Echteloos. Echtebed. Echtelieden. Echtelingen.
Echt, b.n., echter, echtst. Echtheid, V.
Echten, b.w. Ik echt, echtte, heb geëcht.
Echter, voegw.
Echtgenoot, M. Echtgenoote, V.
Economie, V. Zuinigheid. Zie ook Oeconomie.
Edel, b.n. en bijw., edeler, edelst. Edelachtbaar, edelgeboren, edelgrootachtbaar, edelmogend, b.n.
Edelgesteente, O.
Edelman, M., edellieden.
Edict, O. Vorstelijk bevelschrift.
Edik, M. Azijn.
Edoch, voegw.
Eechenis, V. Lies.
Eed, M., eeden. Eedgenoot, M.
Eega, eegade, M. en V., eegaas, eegaden. Ee beteekent echt.
Eek. Zie Edik.
[pagina 50]
[p. 50]
Eek, V. Eikenschors.
Eekel, M. Zie Eikel.
Eekelaar, eikelaar, M.
Eekhoren, eekhoorn, M., eekhorens, eekhoorns. In de uitspraak ook Eikhoorn, inkhoorn.
Eel, M. en O. Eene soort van Engelsch, zwak gehopt, sterk bier.
Eelt, O. (Eng. Ale.
Een, eene, lidw., telw. en voorn. - Geef mij een appel. - Geef mij één appel. - Daar zijn appelen. Geef mij er een.
Eend, V. Eendje. Eendebout. Eendenkooi, -nest, -kroos, -roer.
Eendracht, V. Eendrachtig. Eendrachtiglijk. Eendrachtelijk.
Eenhoorn, eenhoren, M.
Eenig, b.n. en bijw.
Eenigszins, bijw.
Eenoog, M. en V.
Eentonig, b.n.
Eenvoud, O. Enkelvoud. Eenvoud, M. Eenvoudigheid.
Eenvoudig, b.n. en bijw.
Eenwerf, herhalingsgetal. Vaak Eenerwerf, bij verkoopingen, in de uitdrukking: Eenerwerf, anderwerf. derdewerf.
Eer, eere, V., eerbewijzingen. Eerlijk. Eerloos.
Eer, bijw., eerder, eerst.
Eerder, b.n. en bijw.
Eeren, b.w. Ik eer, eerde, heb geëerd.
Eereboog, M.
Eerelid, O.
Eereprijs, M. Belooning.
Eereprijs, V. Eene plant.
Eershalve, bijw.
Eerstaanwezend, b.n.
Eerstdaags, bijw.
Eersteling, M. en V. Eerstelinge, V.
Eerstgeborene, M. en V.
Eest, M. Een oven, ter droging van het mout.
Eetwaar, V., eetwaren.
Eeuw, V. Eeuwenoud.
Eeuwigheid, V.
Effen, b.n. en bijw., effener, effenst. Effentjes, bijw.
Effenbaar, b.n. Een effenbaar gemoed: een gemoed, dat onder alle omstandigheden zichzelf gelijk blijft.
Eg, egge, V. In sommige streken Eegde. - Egje, eggetje.
Egel, M. Stekelvarken.
Egelantier, M., egelantieren en egelantiers. Wilde rozeboom.
Eggen, b.w. Ik eg, egde, heb geëgd.
Ei, O., eiers, eieren. Eitje, eitjes en eiertjes. Zie Dag. Eierdop.
Eigen, b.n. en bijw. Eigenaardig.
Eigenaar, M., eigenaars en eigenaren. Eigenares, V.
Eigenbaat, V. Eigenbatig.
Eigendom, O., in de beteekenis van het voorwerp, dat iemand eigen is, eene bezitting: Deze hofstede is het eigendom van mijn grootvader; M. in de beteekenis van het recht van eigendom: Deze advocaat heeft eene verhandeling geschreven over den eigendom. Er bestaat twist over den eigendom van dat eigendom. Eigendommetje, O.
Eigendunkelijk, b.n. en bijw.
Eigengebakken, b.n.
Eigenlijk, b.n. en bijw.
Eik. M. Eikeboom, -blad, -stam, -tak, -schors. Eikeloof of eikenloof. Eikekrans of eiken krans, eikekroon of eiken kroon. Eiken, stoff. b.n.
Eikel (eekel, aker), M. Zie Aker.
Eiker, M. Vrachtschip. Zie Aak.
Eiland, O. Eilander.
Eiloof, O. Klimop.
Einde, eind, end, O. Eindje, endje.
Eindelijk, b.n. en bijw.
Eindelinghout, O.
[pagina 51]
[p. 51]
Einden, enden, b. en o.w. Ik eind, end; eindde, endde; heb geëind, geënd.
Eindigen, b. en o.w. Ik eindig, eindigde, heb en ben geëindigd.
Eindrijm, O.
Eisch, M., eischen.
Eischen, b.w. Ik eisch, eischte, heb geëischt. Eischer. Eischeres.
Ekel, M. Afkeer. Men schrijve beter Hekel.
Ekster, (aakster), V.
Eksteroog, O.
El, V., ellen. Elletje.
Eland, M., elanden.
Elastiek, b.n.
Eldorado, O. Luilekkerland.
Electriciteit, V.
Electriek, Electrisch, b.n.; Electrisch licht.
Elefant, olifant, M., elefanten, olifanten.
Element, O.
Elf, telw. Elven. Elfdehalf. Elfderhande, elfderlei.
Elf-en-dertigst. Op zijn elf-endertigst, op zijn gemak, langzaam aan. - Dit spreekwoord is ontleend aan de vroegere beraadslagingen der staten van Friesland, wier leden bestonden uit de afgevaardigden der elf steden en dertig grietenijen.
Elfhonderd, telw.
Elft, M. Zie Alft.
Elger. Zie Aalgeer.
Elixir, Elixer, O.
Elkander, elkaar, wederk. voorn. [Afbreken: elk-ander, elk-aar.]
Elleboog, M., ellebogen. Elleboogsbeen, -mouw. Elleboogsspier.
Ellende, V. Onstaan uit el (elders) en land. De eigenlijke beteekenis is dus anderlandigheid.
Ellendeling, M. en V. Ellendelinge, V. Zie Aanhangeling.
Ellewaar, V.
Elpenbeen, ook elp, O. Ivoor. Elpenbeenen, ook elpen, stoff. b.n.
Els, M., elzen. Een boom. Zie Aak. Elzen, stoff. b.n. Elzeboom, -blad, -stam, -struik, -tak. Elzenbosch, -heg. Elzenhout.
Els, V., elzen. Priem. Schoenmakersels. In sommige streken Elsen en Elsem.
Emblema, O., emblema's en emblemata. Zinnebeeld.
Emier, M. Arabisch opperhoofd.
Emmer, M. Emmer, oudt eemer, is ontstaan uit eenbaar van het telw. een, en baar van baren = dragen: een vat, dat aan één oor gedragen werd.
Emolumenten, O. Bijinkomsten.
End. Zie Einde.
Engborstig, b.n. Wie eene nauwe, enge borst heeft, is engborstig. Zie Aamborstig.
Engel, M. Engelin. Engelenzang, M.
Engels, O. Een gewicht.
Engelsch, O. De Engelsche taal.
Engte, V. Zie Aanstalte.
Enkel (enklauw), M.
Enkel, b.n. en bijw.
Ent, ente, V.
Enten, b.w. Ik ent, entte, heb geënt.
Epidemie, V., epidemieën. Besmettelijke ziekte.
Eppe, V. Eene soort van peterselie.
Erachten, O. In: Mijns erachtens, zijns erachtens enz.
Erbarmelijk, b.n. en bijw.
Erbarmen, terugw. w. Ik erbarm mij, erbarmde mij, heb mij erbarmd.
Erf, O., erven. Eigen grond. Voor Erf vindt men niet zelden Erve, dat V. is. Zie Aanvraag.
Erfenis, V.
Erfgenaam, M. en V. Erfgename, V.
Ergernis, V. Zie Beduidenis,
[pagina 52]
[p. 52]
Erkennen, b.w. Ik erken, erkende, heb erkend.
Ernst, M. Ernstig, b.n.
Erts, O., ertsen.
Ervaren, b.w. Ik ervaar, ervoer, heb ervaren. Ervaring, V.
Erven, M. meerv. Erfgenamen
Erven, b.w. Ik erf, erfde, heb geërfd. Erfelijk,
Erwt, V., erwten. Erwtensoep.
Esch, M., esschen. Esscheboom. Esschenhout.
Eskader, O. Eskadron, O.
Esp, M., espen. Espeboom, -blad. Espenhout.
Estrik, M., estriken. Gebakken vloersteen.
Eten, b.w. Ik eet, at, heb gegeten.
Etgroen, O. Van ed, d.l. weder, opnieuw en groen: Groen, dat na den hooibouw weder de weide bedekt.
Etmaal, O. Weder, opnieuw maal. Vergelijk Etgroen.
Etsen, b.w. Ik ets, etste, heb geëtst. Etser. Etsnaald.
Ettelijke, telw.
Etter, M.
Europeaan, M., Europeanen.
Europeaansch, b.n. Dat is echt Europeaansch, zooals een Europeaan doet.
Europeesch, b.n. Een Europeesche vermaardheid.
Euvel (evel), O. Kwaal. Voeteuvel. Podagra, pootje.
Euvel, b.n. en bijw., euveler, euvelst. Slecht, verkeerd.
Euvelmoed, M. Euveldaad, V.
Evangelie, O., evangeliën. Evangelisch.
Even, effen, b.n. en bijw. Gelijk.
Even, bijw. Een weinig. Eventjes.
Evenaar, M., evenaars en evenaren. Zie Beukelaar.
Evenaren, b.w. Ik evenaar, evenaarde, heb geëvenaard.
Evengoed, bijw.
Evenmensch, M.
Evennaaste, M. en V.
Evennachtslijn, V.
Evenredig, b.n. en bijw.
Evenveeltje, O. Zeker gebak.
Ever, M. Wild zwijn. In Everzwijn is zwijn eigenlijk overtollig.
Everwortel, M. Witte distel: eene plant.
Examen, O., examens en examina. Examinator, M.
Excellentie, V., excellenties en excellentiën.
Excuus, O., excusen.
Executie, V., executiën en executies.
Exempel, O., exempels.
Exerceeren, o.w. Ik exerceer, exerceerde, heb geëxerceerd.
Extratje, O.
Ezel, M. Ezelin, V. Ezelinnenmelk. Ezelachtig.
Ezelen, o.w. Werken als een ezel. Ik ezel, ezelde, heb geëzeld.
Ezelskop, M. Kop van een ezel.
Ezelskop, M. en V. Domoor.

voetnoot1)
Alle woorden, welke op -be eindigen, zijn V., als: tobbc, tombe, schubbe of schub, ribbe of rib, kribbe of krib, drabbe of drab, flebbe of fleb, nebbe of neb, enz.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken