Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Gedichten (1850)

Informatie terzijde

Titelpagina van Gedichten
Afbeelding van GedichtenToon afbeelding van titelpagina van Gedichten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.73 MB)

ebook (2.93 MB)

XML (0.25 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Gedichten

(1850)–Johan Michael Dautzenberg–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

De Keizer en de Paaschenkoning.

 
Dat wy als onwaardeerbaar en boven allen grond,
 
De stille streke schatten, waar onze wiege stond,
 
Dat wy de tale minnen van onzen broederkring,
 
Des hoeven we niet te blozen, des bloost een aterling.
 
 
 
De Keizer, dien we zingen, vergaêrde ryk by ryk,
 
Doch boven alles gold hem de lieve vlaamsche wyk;
 
Hy sprak verscheidene talen, doch schooner klonk hem niets,
 
Dan uit der vrienden monde zyn zielverrukkend dietsch.
 
 
 
Dat hy met liefdebanden aan Vlaandren was verknocht,
 
Verwekte dra in Spanjen en nyd, en achterdocht,
 
Die groote, fiere streke in koningryken gesplitst,
 
Werd tegen heuren heerscher door muiters opgehitst.
 
 
[pagina 159]
[p. 159]
 
Nu moeten vorsten dikwils om 's volkes minsten eisch,
 
Zich tegen dank en wille begeven op de reis;
 
De spaansche staten wilden den Keizer ook eens zien,
 
En Karel zeide zuchtend: ‘Hun wille zal geschiên.’
 
 
 
Nu toog hy in aprilmaand door Arragoniensland;
 
Daar kwam in eenen dorpe tot hem een vreemde kwant,
 
Die zeî : ‘Het is nu Paaschen, 'k ben Koning in dit oord!’ -
 
Een paaschen- of bonenkoning, dacht Karel, 't is éen soort.
 
 
 
En tot den ongezalfden sprak hy in goeder luim:
 
‘Uw postjen, vriendlief, gave ik om minder dan een pruim.’ -
 
Des eignen fynen harten was Karel een fyne tolk,
 
Dies was en is hy heden nog steeds de man van 't volk.
 
 
 
Stil, eerbiedvol herinneren wy ons een anderen Vorst,
 
Die ook der Belgen grootheid beöogde met dietscher borst,
 
Die ook de spraak der vaderen de schoonste sprake vond;
 
Maar ach, voor zynen lyke was hier geen plekjen grond.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken