Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verhalen uit de geschiedenis van België (1856)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verhalen uit de geschiedenis van België
Afbeelding van Verhalen uit de geschiedenis van BelgiëToon afbeelding van titelpagina van Verhalen uit de geschiedenis van België

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.55 MB)

ebook (2.88 MB)

XML (0.15 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/geschiedenis-archeologie
non-fictie/schoolboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verhalen uit de geschiedenis van België

(1856)–Johan Michael Dautzenberg, Prudens van Duyse–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 3]
[p. 3]

I.
Ambiorix.
50 jaren voor Christus geboorte.

 
Vryheidszucht, Heldenmoed.

Byna alles wat wy van onze voorouders weten, dat danken wy den Romeinen, hunnen vyanden, destyds reeds zeer beschaefd en geleerd. Zelfs is 't nog onzeker of de Belgen vóór en omtrent de geboorte onzes Heilands de schryfkunst wel beoefend hebben. De Romeinen waren zeer krygszuchtig, ja, dreven den geest der overwinning zoo verre, dat zy niet minder dan de toen bekende wereld onder hun juk wilden dwingen. Tacitus, een hunner vermaerdste geschiedschryvers, benevens Julius (Caesar, die pen en degen even goed behandelde, zyn zeer belangryk voor onze geschiedenis. Zy

[pagina 4]
[p. 4]

hebben veel opgeteekend over den aerd en de zeden, over de levenswyze en gewoonten, over de deugden en gebreken der germaensche (hoog- en nederduitsche) volksstammen.

Wy, Belgen, verkeerden lang in der meening, dat onze aloude voorzaten zoo wat halfwilde menschen waren; en waerom? omdat wy aen het woord barbaer, waer Rome ze meê bestempelde, een' ergeren zin gaven, dan 't past. Trouwens, dit woord barbaer beteekende voor de Romeinen niets anders dan een vreemde; zy zagen er niets hoonends in, en noemden aldus al de niet-italiaensche volkeren.

De oude inwooners dezer gewesten waren niet vry van ondeugden, o neen! zy waren aen den drank en het spel verslaefd. Die twee hoofdgebreken hebben hun vele onheilen op den hals gehaeld; doch zy bezaten ook hoedanigheden, welke hunne vyanden misten, en die dezen zelfs verpligt waren te eerbiedigen. De Germanen hadden maer weinige behoeften: zy verschaften zich levensmiddelen en kleeding by middel des oorlogs en der jagt, der vischvangst en scheepvaert, terwyl hunne vrouwen den landbouw bestuerden. Die oude Belgen (wil men ze aldus noemen) vochten dapper, reden behendig te paerd, en zwommen stout over de snelste rivieren. Zy beminden de regtvaerdigheid, eerden hunne ouders en hielden het eens gegevene woord.

Moet het ons dan verwonderen, dat zulke eenvoudige menschen slechts eenvoudige wetten beza-

[pagina 5]
[p. 5]

ten - dat zy aen hunnen geboortegrond, aen hunne zeden, en dus aen hunne tael met lyf en ziel gehecht waren?

Onze onkundige stedelingen beschouwen de landlieden dikwerf met minachting, omdat dezen het goede verstand hebben, enkelyk te spreken van de weinige hun dóór en dóór bekende zaken; omdat ze veelal in leemen wooningen leven, en stil gekleed gaen, zonder angstvallig de mode te volgen. Kortzichtigen denken derhalve, dat een boer hun naer ziel en lichaem ondergeschikt is. Juist zoo dachten de fiere Romeinen over onzen eenvoudigen landaerd.

Zoodra de Belgen vernamen, hoe de romeinsche veroveraers zich jegens de onderworpene volken gedroegen; zoodra zy zagen, dat die meesters met uitplunderen en uitmoorden hun gezag in Gallië trachtten te vestigen, om met list en verraed den eenen stam na den anderen te vernielen, begonnen zy voor goed de oogen te openen. Het werd tyd.

Ambiorix, koning der Eburonen, zag met vaderlandschen tegenzin, dat Caesar, onder allerlei voorwendsels, al meer en meer in 't dietsche land vooruitdrong. Ambiorix had in den tegenwoordigen luikschen gebiede, te Embour, eene heimelyke schuilplaets. Daerhenen riep hy de hoofden der Belgen op eene vergadering te samen. Allen kwamen, door moeijelyke wegen en duistere bosschen, op zadel- en toomlooze peerden, ten bepaelden dage en ure, aengesneld; allen droegen hunne wapens, be-

[pagina 6]
[p. 6]

staende uit sabels, oorlogsbylen en werpspiessen; allen droegen teenen schilden, yzeren harnassen en zwarte helmen, waerboven monsterhoofden en buffelhorens prykten, om hunne hooge gestalte nog reusachtiger te maken.

Ambiorix stelde hun het steeds wassende gevaer des vaderlands voor oogen. Weldra legden de saemverbondenen in de handen der priesters den eed af: van, gedurende Caesars afwezigheid van Gallië, de vreemdelingen tot den laetsten man te vernielen. Plegtig scheidden hierop de wakkere bevelhebbers van elkander, om onder hunne onderdanen de wapening in te rigten.

En eens zou dit dappere volk den schryfprieme des dapperen Caesars de onsterfelyke belydenis afdwingen, die gy kent:

‘De Belgen zyn onder de duitsche volksstammen de kloeksten.’

 
Regtschapenheid, en trouw, en moed
 
Veredelen ons belgisch bloed.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken