Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verspreide en nagelaten gedichten (1869)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verspreide en nagelaten gedichten
Afbeelding van Verspreide en nagelaten gedichtenToon afbeelding van titelpagina van Verspreide en nagelaten gedichten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.88 MB)

Scans (5.48 MB)

ebook (2.88 MB)

XML (0.30 MB)

tekstbestand






Editeur

Frans de Cort



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verspreide en nagelaten gedichten

(1869)–Johan Michael Dautzenberg–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 11]
[p. 11]

De oogst.
Cantate.

Koor.

 
De vrede heerscht in Vlaanderens landouwen,
 
Waar ons geluk op elker schrede groeit:
 
Het veld, de wei en al wat wij aanschouwen,
 
Het heeft er vaak tot onzen heil' gebloeid;
 
Wij willen flink dien dieren grond bebouwen,
 
Waar blijdschap ons bij melk en honing vloeit;
 
Den harten, die op Godes hulp betrouwen,
 
Heeft Godes zonne nimmer uitgegloeid.
 
 
 
Wie kan tot spruit de teere kiem vervroegen,
 
Tot bloem de spruit, ook bij des winters guur?
[pagina 12]
[p. 12]
 
Wie kan als wij den harden akker ploegen,
 
Dat dubbele vrucht vervulle stal en schuur?
 
Daar is geen oord, wij zingen 't vol genoegen,
 
Waar zoeter lacht de lieve landnatuur!
 
Zij toovert ons, terwijl wij biddend zwoegen,
 
Door geest en hart een duurzaam liefdevuur.
 
 
 
De rogge is onder dak, nu oogsten wij de tarwe;
 
Als sluimerenden hoofds nikt garve neer tot garve.
 
Wij spoeden ons vandaag met blij vereender kracht,
 
Opdat dit akkergoud ook binnen zij gebracht. -
 
 
 
Maar wat ontwaart mijn blik, wat dreigend wolkgewemel
 
Verheft zich ginds omhoog bij donderenden hemel?
 
Gezellen, weest ter hand en laadt zoo vlug gij kunt!
 
Den arenlezer zij zijn aandeel ook gegund!
 
 
 
En gij, die u niet liet des dages gloed verdrieten,
 
Wilt, vrienden, mat en moè, een luttel rust genieten;
 
Terwijl des Heeren stem luidt dreunt met bons op bons.
 
Verheft den blik tot Hem en bidt en smeekt veur ons!

Gebed.

 
Gij, die met zegening de dagen
 
Van al wat ademt gul voorziet,
 
Laat nooit den mensch, Uw beeld, versagen,
 
O goede God, verlaat ons niet!
[pagina 13]
[p. 13]
 
In veur- zoowel als tegenspoede
 
Genaken wij tot U, o Heer,
 
Wij knielen in den overvloede
 
Des oogstes, Vader, voor U neer.
 
 
 
Het onweer dreigt ons uit den hoogen,
 
En volgt de wenken Uwer hand,
 
O Heere, zie ons diep gebogen,
 
Erbarm U over Belgenland!
 
 
 
Gij, die met zegening de dagen
 
Van wat hier ademt gul voorziet,
 
Laat nooit den mensch, Uw beeld, versagen,
 
O goede God, verlaat ons niet!
 
 
 
De frissche hoop herleeft, de vreeze moet gebannen,
 
Weer is het lieve blauw daarboven uitgespannen;
 
De zoete vogelzang herdreunt in heg en haag,
 
En 't helle zonnegoud zijgt weder naar omlaag.
 
 
 
De kleine maaierschaar langzaam ten dorpe nadert.
 
Waar ons de klok der kerk ter aandacht vaak vergadert.
 
Thans klinkt een vluggere toon in 't oor van knaap en meid,
 
Die springen opgeruimd naar lust en vroolikheid.
 
 
[pagina 14]
[p. 14]
 
De laatste wagen rolt al tot der schure henen
 
En dra is op den dans en oud en jong verschenen.
 
Bejaardheid zetelt graag; de jonkheid blijft te been,
 
Zij vieren saam den oogst en juichen hoog tevreên.

Danslied der jeugd.

I.

 
Bij des avonds dalen
 
Zijn we zonder dralen
 
Op de groene wei,
 
En de manestralen
 
Lichten onzer zalen
 
Rijke bloemensprei;
 
Onder 's hemels transen,
 
Onder twijg en kransen
 
Hupt men lustig rond,
 
Bij der sterren glansen
 
Is het lieve dansen
 
Hier der jeugd gejond.

Referein der bejaarde lieden.

 
Nu de jongens hunne meiden
 
Tot den wals en dans verleiden,
[pagina 15]
[p. 15]
 
En zich wentelen los en vlot,
 
Blijven wij bedaard gescheiden,
 
En al drinkend hen verbeiden
 
Bij der kanne, bij den pot.

II.

 
In des dorpes kringen
 
Mag men lachen, springen,
 
Mallen laat en vroeg;
 
Tot wij ons met zingen
 
Aan den arm ontwringen
 
Van des dorpes kroeg;
 
Liefde vrij en open
 
Komt allengs geslopen
 
In de danserschaar,
 
Komt de jonkheid nopen,
 
Zachtsten band te knoopen
 
Om een bloeiend paar.

Referein der bejaarde lieden.

 
Nu de jongens hunne meiden
 
Tot den wals en dans verleiden,
[pagina 16]
[p. 16]
 
En zich wentelen los en vlot,
 
Blijven wij bedaard gescheiden,
 
En al drinkend hen verbeiden
 
Bij der kanne, bij den pot.

Einde.

 
Een arenkrans siert heden onze ploegen,
 
Wij vieren saam des oogstes feestlik uur.
 
Mocht rust en vreê zich steeds tot ons vervoegen,
 
En om ons zijn bij 's arbeids zoet en zuur!
 
Dan is geen oord, wij zingen 't vol genoegen,
 
Waar zoeter lacht de lieve landnatuur!
 
Zij toovert ons, terwijl wij biddend zwoegen,
 
Door geest en hart een duurzaam liefdevuur


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken