Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verspreide en nagelaten gedichten (1869)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verspreide en nagelaten gedichten
Afbeelding van Verspreide en nagelaten gedichtenToon afbeelding van titelpagina van Verspreide en nagelaten gedichten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.88 MB)

Scans (5.48 MB)

ebook (2.88 MB)

XML (0.30 MB)

tekstbestand






Editeur

Frans de Cort



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verspreide en nagelaten gedichten

(1869)–Johan Michael Dautzenberg–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 169]
[p. 169]

Moeder en stiefmoeder.

 
Naar heeft, ach, de klok geklonken
 
Toen u brak uw steun en staf,
 
Toen de moeder is gezonken,
 
Arme kinders, in het graf.
 
 
 
Hoort de klok nu blijder klinken
 
En laat daar uw droef gesnik,
 
Ziet uws vaders blikken blinken
 
Om zijn tweede huwelik.
 
 
[pagina 170]
[p. 170]
 
Tweede moeder! droevig leven
 
Veur die arme schaapjens kleen!
 
Al hun leed is haar om 't even,
 
Want zij heeft een hart van steen.
 
 
 
O zij mogen niet eens zuchten,
 
Wen zij ziek of hongrig zijn,
 
't ergste hebben zij te duchten,
 
Klagen zij van leed of pijn.
 
 
 
Eens, het was in nacht en duister,
 
Weenden zij vol bittre smart,
 
Dat tot in des graves kluister
 
Beefde 't doode moederhart.
 
 
 
Ja, de doode moeder hoorde
 
Heurer kindren langen zucht,
 
En al biddende doorboorde
 
Zij den bodem en de lucht.
 
 
 
Voor den hoogen troon des Heeren
 
Knielde neer de droeve vrouw:
 
‘Mocht ik hen, die mij zoo deren,
 
Eenmaal troosten in den rouw!’
 
 
[pagina 171]
[p. 171]
 
En zij knielde, bad en smeekte,
 
Smeekte en bad zoo luid, zoo zeer,
 
Dat de bede der verbleekte
 
Werd verhoord bij God den Heer.
 
 
 
En de weezekens herzagen
 
Iedren nacht der moeder beeld;
 
Wen zij kwam, werd leed en plagen
 
Van den koonen afgestreeld.
 
 
 
Dra vermanden zij de kwijning,
 
Die hun naar het leven stond,
 
Want de heldre nachtverschijning
 
Heelde 's harten laatste wond.
 
 
 
Eens, zoo zegt men, drong 't geflonker
 
Door 'ne scheur in 't echtvertrek,
 
En in 't oor der wreede klonk er
 
't onderlinge troostgesprek.
 
 
 
Diep vermurwde sinds de boezem
 
Dezer booze, ruwe vrouw,
 
Ja, heurs afkeers arge droesem
 
Maakte plaats aan liefde en trouw.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken