Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verspreide en nagelaten gedichten (1869)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verspreide en nagelaten gedichten
Afbeelding van Verspreide en nagelaten gedichtenToon afbeelding van titelpagina van Verspreide en nagelaten gedichten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.88 MB)

Scans (5.48 MB)

ebook (2.88 MB)

XML (0.30 MB)

tekstbestand






Editeur

Frans de Cort



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verspreide en nagelaten gedichten

(1869)–Johan Michael Dautzenberg–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 247]
[p. 247]

Dichterwieg en dichtergraf.

 
Kent gij het dal, waar te iederen tijd
 
Kruiden en struiken groeien en bloeien,
 
Waar zich eene eeuwige lente verblijdt,
 
En honig en melk bij beken vloeien,
 
Waar elk terpjen 'nen zetel u biedt,
 
Iedere heg, een bekorelik lied,
 
Klinkend in 't verre verschiet?
 
 
 
Kent gij het dal, waar het hemelsche licht,
 
Spelende hupt door het jeugdige loover,
 
Waar uw gestadig verrukt gezicht
 
Dwaalt in een gulden stralengetoover?
 
Dra is uw leed er in slaap gesust.
 
Of het versmelt er in levenslust
 
Bij vrede en streelender rust.
 
 
 
Kent gij het dal, waar vlinder en bij
 
Nippen aan lelie- en rozenkelken,
 
Waar geen winter die bloemenkleedij
 
Met zijnen aam doet slensen of welken?
[pagina 248]
[p. 248]
 
Schommelend, zoo ik me niet bedrieg,
 
Zachtjens ombruisd van kever en vlieg,
 
Zwiert er des dichters wieg.
 
 
 
In der nabijheid dezer landouw,
 
Heffen zich steenen tot reuzigen bergen;
 
Eeuwig ijs met snijdender kou
 
Doemt er de ceders zelven tot dwergen;
 
Daar groeit geen roosjen met purperen blos,
 
Daar draagt de natuur veur eenigen dos
 
Vaal en ellendig mos.
 
 
 
Eenzaam nestelen arend en gier
 
Op die naakte verhevene rotsen,
 
Nimmer vermocht een nachtegaal hier
 
Weder of wind met zijn liedjen te trotsen.
 
Slangengesis en drakengezucht
 
Verpesten er de ijzige nevellucht -
 
Wee, wie die plaats niet ontvlucht!
 
 
 
Jongelingshoofden worden er grijs
 
Van het vermoeiende bergopklimmen,
 
Jeugdige harten verstijven tot ijs,
 
Frissche gedaanten verandren in schimmen,
 
Dichters reppen geen vroolike wiek,
 
Zwoegen en vallen ten doode toe ziek
 
Op het gebied: Politiek.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken