Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nederlandse volksboeken (1977)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nederlandse volksboeken
Afbeelding van De Nederlandse volksboekenToon afbeelding van titelpagina van De Nederlandse volksboeken

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.30 MB)

XML (1.30 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
repertorium


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nederlandse volksboeken

(1977)–Luc Debaene–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 352]
[p. 352]

Besluit

Waarschijnlijk is er geen periode in de Nederlandse literatuurgeschiedenis zo grondig bibliographisch onderzocht als die welke valt tussen de uitvinding der boekdrukkunst en het jaar 1540. Zonderling is het dat de litterair-historische belangstelling voor dit tijdvak meestal veel geringer is geweest, en ietwat verloren liep tussen de rijkdom van de middeleeuwen en de latere opbloei van de Renaissance.

Waar men met belangwekkende meesterwerken te doen heeft lijkt het bestuderen vruchtbaar en boeiend; ook waar het volksliteratuur betreft is er echter ordening nodig en mag het verdienstelijk werk genoemd worden te speuren naar het mooie en interessante. Niet alleen in toppunten immers uit zich de geest van een volk. Doordringen en begrijpen van het verleden kan men ook door zich te wenden tot minder hoogstaande producten van de menselijke geest.

Het zijn zulke bedenkingen vooral die ons geleid hebben bij deze dissertatie.

Zelf achten we het materiaal dat we in het eerste deel geven het belangrijkste element van onze studie. Al werkten we niet op een totaal braakliggend terrein, toch was er zoveel hypothetisch of helemaal niet onderzocht, dat we menen hier heel wat te hebben bijgedragen tot de kennis van een massa literatuur van omstreeks 1500. We hebben ons immers niet louter tot de prozaromans beperkt, maar door er een groot aantal andere boeken bij te betrekken hopen we een goede bijdrage te hebben geschreven tot de kennis der profane literatuur in de volkstaal van die tijd. Door een systematische bronnenstudie vertrouwen we een nieuw inzicht te hebben geboden in de betrekkingen van de prozaromans met de Nederlandse letterkunde uit de vroegere eeuwen en met producten uit Frankrijk, Duitsland en Engeland.

In het tweede deel was het de bedoeling, naast het schetsen van de chronologische ontwikkeling van het genre, te wijzen op de continuïteit van onze middeleeuwse literatuur tot in het midden van de XVIde eeuw. Is het niet duidelijk dat het grootste deel van de incunabelen en postincunabelen aansluit bij een eeuwenoude litteraire traditie en dat schrijvers en lezers nog in grote mate zich laten inspireren en leiden door de gedachtenwereld van een uitstervende tijd? Daarnaast dringen nieuwe elementen de verhalen binnen, die er op wijzen dat er omstreeks 1500 toch het een en het ander aan het veranderen is in de harten en de geesten van de mensen. Dat de prozaromans een wezenlijk deel uitmaken van de litteraire wereld van de rederijkers menen wij duidelijk te hebben aangetoond.

 

Intussen blijkt het hoe gevaarlijk het is te zeer aan de term ‘volksboeken’ vast te houden, en hoeveel vruchtbaarder het is daaruit het genre der ‘prozaromans’ duidelijk af te zonderen. We herinneren hierbij aan de definitie welke we in onze inleiding vooropstelden, waar we deze meenden te mogen omschrijven als: 1. fictieve wereldlijke verhalen: de uitvoerige analyses van het eerste deel lichten voldoende in over het verhalend karakter van de behandelde boeken. - Beschouwingen over andere populaire literatuur uit dezelfde tijd en later helpen hen situeren; 2. hoofdzakelijk in proza geschreven: de hoofdzaak blijft de prozavorm; we aanvaardden deze als een conditiosine-qua-non om een boek al of niet bij het genre te rangschikken. Het gebeurde nochtans dat minder of meer belangrijke gedeelten in verzen waren gesteld: waar deze een ondergeschikte plaats innamen mocht dit geen beletsel zijn die boeken bij de prozaromans te rekenen. Wat meer is, we kwamen tot het inzicht dat in grote mate rederijkersverzen een typische eigenaardigheid van deze literatuur uitmaakten; 3. deels gebaseerd op oudere ridderwereld en -literatuur: bij de bronnenstudie werd het verband beklemtoond met de oudere middeleeuwse Nederlandse en vreemde epische letterkunde; 4. deels behorend tot de laat-middeleeuwse maatschappij: niet alleen zijn sommige dezer Nederlandse boeken bewerkingen van geschriften die eerst op het einde der middeleeuwen en als een uiting van die tijd waren ontstaan, doch ook aan andere ‘Vorlagen’ hebben de auteurs een eigentijds aspect gegeven naar inhoud en

[pagina 353]
[p. 353]

vorm; 5. aanvankelijk vooral voor een burgerlijk publiek bestemd (en gedrukt): uit de ontwikkeling tot 1540 en onze beschouwingen over auteurs, drukkers, uitzicht en lezers menen we voldoende de plaats van deze literatuur naast de andere producten uit die tijd te hebben aangetoond; 6. later geleidelijk meer en meer tot gezonken cultuurgoed vervallend: al namen we tot eigenlijk object dezer studie slechts de uitgaven tot 1540, toch meenden we het aan de belangstellende literatuurhistorici en folkloristen verplicht te zijn bondig de verdere evolutie van het genre te schetsen.

Een bijzonder belang hebben de prozaromans onrechtstreeks voor onze literatuurgeschiedenis: in sommige gevallen kunnen zij er inlichtingen over bezorgen hoe geheel of gedeeltelijk verloren Mndl. epische gedichten of bijzondere redacties ervan, waaruit zij ontstaan zijn, er kunnen uit gezien hebben. Men herleze wat we daarover zegden naar aanleiding van de Vier Heemskinderen, de Strijt van Roncevale, Joncker Jan wt den vergiere, Merlijn, Hughe van Bourdeus, Sibilla, Malegijs, (Buevijn van Austoen?); in mindere mate Reynaert, Margarieta van Lymborch, Floris ende Blanceflour.

Ook op zichzelf zijn de prozaromans vaak boeiende lectuur en ze ontsluiten een wereld die ons niet zelden vermag te bekoren. Waarachtige kunst zal men er toch eerder weinig in vinden; van deze volksboeken tot de moderne romans ligt er een lange weg, hoewel het moeilijk te ontkennen valt dat deze laatste zich in verschillende landen over tussenvormen zoals Rabelais' Gargantua en Grimmelshausens' Simplicius Simplicissimus uit de eerste hebben kunnen ontwikkelen.

De gehele voorstelling is nog eenvoudig: jacht op effect en sterke uitersten in plaats van sobere aanvoeling en nuancering; intens leven de vertalers of bewerkers mede met hun geschiedenis, hun taal gelijkt op die van het mondelinge verhaal, hoewel het voorkomt dat zij bewust streven naar een juiste vorm en verfraaiing van de tekst, terwijl zij meer dan eens het eigen wereldje van de XVde-XVIde eeuw evoceren.

Wie met de prozaromans onbekend blijft zal zich een slechts zeer onvolledig beeld kunnen vormen van het litteraire leven in een zestig à zeventig jaar lange periode die toch tot de gebeurtenis-rijke van onze geschiedenis behoort. Is de rang waarheen deze boeken door de Nederlandse literatuurhistorici tot heden werden verdrongen niet al te bescheiden voor hun werkelijke betekenis in die tijd?

Deze studie is een eindpunt en een vertrekpunt. Alles is over de prozaromans niet gezegd, men zou hier en daar meer voorbeelden hebben kunnen wensen of bijzonderheden beter belicht en uitgewerkt. De omvang van dit werk is reeds zo groot dat hier aan toegeven haast roekeloos zou worden. Alleszins zouden we gelukkig zijn in de erkenning dat ons werk een veilige basis en gids kan zijn voor allen die na ons het onderwerp willen aanvatten.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken