Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Klanten (1936)

Informatie terzijde

Titelpagina van Klanten
Afbeelding van KlantenToon afbeelding van titelpagina van Klanten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.54 MB)

ebook (2.93 MB)

XML (0.14 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

anekdotes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Klanten

(1936)–Wies Defresne–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 108]
[p. 108]

XIII

Jules Claesen, onze huurder, heeft nu ook weer van Evermans geleend, maar daar trekken we ons niets van aan, want die heeft hem zelf hier gebracht.

En vroeger deed hij zoo iets ook nooit, maar sinds een paar weken zit hij aan den grond. 't Is een stille zwarte en hoe hij eigenlijk over alles denkt, kun je niet aan hem zien. Zijn gezicht zit vol haren.

Een zwarte lok op zijn voorhoofd, de breede wenkbrauwen, de zwarte oogen met de lange wimpers, zijn groote snor en zijn lange baard. Alleen zijn neus zou wat kunnen vertellen, maar die hangt er wit en stil bij.

- 't Is een echte boschduivel, zei mijn broer eens van hem.

- En dat die kerel zich nou heeft laten bedonderen, zei Fillens laatst, nou ja, hij was er zelf bij.

En ook zei hij toen:

- Dat is een echte floddermadam, ik

[pagina 109]
[p. 109]

ken ze nog van vroeger, die zet hem nog eens op de pot!

- Ze moet hem nogal geplukt hebben, want na dat erfenisje deed hij toch lekker niets meer, zegt Stoffels en Fillens antwoordt:

- Zijn centen zijn naar de maan, daar kun je zeker van zijn.

En na dat leenen lijkt dit zeer aannemelijk, want hij laat ook geen fijne likeuren meer bovenkomen.

Dat was me in 't begin wat, toen hij pas verloofd was met Gabrielle! Niet dat hij er iets over zei, o neen, maar ze gingen altijd uit eten. Ze lieten taartjes en fruit komen en onze beste likeuren als ze boven zaten. En dan hoorde je niets. Wanneer ze 's avonds naar de Cinema gingen, hadden ze alles opgegeten en uitgedronken.

Toen de kwaliteit ‘drank’ slechter werd, voelden we wel dat het mis ging! Op een goeden dag vroeg moeder de huur vooruit. Toen Gabrielle met boterhammen naar boven ging en hij cognac op

[pagina 110]
[p. 110]

de pof kwam halen, omdat zij zoo'n kiespijn had, zei moeder:

- Nu moeten jullie eens opletten, nou gaan de poppen aan 't dansen.

Kort daarop werd Gabrielle ziek en daarom ging ze naar Schaerbeek, naar huis, naar haar maman.

Hoewel de kosten nu niet zoo groot meer waren, kon dat Claesen toch niet redden, want hij ging wekelijks naar haar toe. Later sloeg hij eens twee weken over en in dien tijd is Gabrielle gestorven.

Het stond lang en breed in een brief, dien hij van maman ontving. Tot onze verwondering liet hij ons het epistel lezen:

Mon cher ami!

Ton trésor est mort. Ma petite Gabrielle est au ciel et elle a dit sur son lit de mort: adieu maman, prie pour moi et demande pardon à mon petit Jules et dis lui qu'il se console de notre brève séparation.

Maman Didier.

[pagina 111]
[p. 111]

Maman's brief ging van hand tot hand en ieder die hem las, zuchtte en keek bedroefd naar Claesen, die erbij stond als een jongen, die voor zijn examen gezakt is. Alleen mijn oudste broer zei:

- Wat zou ze bedoelen met die ‘brève séparation’?

Moeder griste hem den brief uit de vingers en zei tegen Claesen:

- U moet er nu toch even naar toe? Claesen vertrok nog dienzelfden middag. Toen hij er kwam, was ‘mon petit Chouchou’ al begraven, tenminste dat zei maman Didier en samen huilden ze bittere tranen en zij beloofde hem zorg te zullen dragen voor Gabrielle's zieleheil en nog voor zoo 't een en ander, wat bij een doode hoort. Toen echter Jules zijn wensch uitsprak om in den middag vóór zijn vertrek het graf te willen bezoeken, deed maman Didier zeer vreemd. In de kleerkast verschoot Gabrielle van kleur, want daar stond zij naar die twee te luisteren.

En nu trekt Claesen naar het kerkhof

[pagina 112]
[p. 112]

met een grooten ruiker seringen, dien hij samen met zijn gedachten op Gabrielle's graf wil achterlaten. Hij loopt laantje in, laantje uit, precies zooals maman Didier hem gezegd heeft en nu weer terug en dan nog eens goed opletten, heelemaal van voren af aan, met zijn hoed in de hand en gebeden prevelend voor de dooden die hij passeert.

Hij kan zijn trésor echter niet vinden, hoewel de witte marmeren engel met het kindje in den arm, die op haar graf zulk een goed figuur slaat volgens maman, toch niet zóó maar voorbij gekeken kan worden. Ook de portier kan hem geen directe plaats aanwijzen, waar het stoffelijk overschot begraven ligt en nu vervloekt hij de dooden en de levenden, neemt zich voor, zichzelf wanneer het zoover is, te laten cremeeren, opdat zijn nabestaanden hem op den schoorsteen vinden kunnen, indien ze hem noodig mochten hebben.

En dat hij een nabestaande heeft, dat hebben we opgemerkt, toen een broer

[pagina 113]
[p. 113]

van hem kwam vertellen, dat hij Gabrielle in Brussel gezien had.

Het gebeurde in onzen winkel, toen Claesen cognac op de pof kwam halen, omdat hij nu juist dezelfde kiespijn had als Gabrielle zaliger.

Hij zei tegen zijn broer:

- Vertel dat nòg eens!

En toen hij het voor de tweede maal gehoord had begon hij te schelden.

- Sale voyou! riep hij. Dat je een leugenbeest bent, dat weet ik, maar dat je zóó vuil kunt liegen, ist unerhört! Nom de tonnerre, leelijke schoft! zei hij, als je niet maakt dat je weg komt, gooi ik je d'r uit! Tu m'emmerdes avec tes badinages!

- Jules is gek geworden, zei mijn broer, ik bel de politie op.

Het was echter niet noodig, want de broer schoof zijn hoed achteruit, ging langzaam den winkel uit met zijn handen in zijn zak en hij zei heel rustig over zijn schouder heen:

- Poor boy. En dan ineens in alle drift:

[pagina 114]
[p. 114]

- Vastavaradji! Tu ne me verras plus! wat zooveel wil zeggen als: ‘verrek, je hebt me voor 't laatst gezien’.

Direct daarop heeft Claesen de kamer boven opgezegd, omdat hij naar Brussel wou.

Wat zal maman Didier plezier van hem krijgen en Gabrielle roffelt hij vast en zeker een graf in, als hij haar te pakken krijgt.

Tusschen ons gezegd en gezwegen, zou Lamberts zeggen, wat zouden die twee met de centen van de krans en de missen gedaan hebben?


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken