Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Klanten (1936)

Informatie terzijde

Titelpagina van Klanten
Afbeelding van KlantenToon afbeelding van titelpagina van Klanten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.54 MB)

ebook (2.93 MB)

XML (0.14 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

anekdotes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Klanten

(1936)–Wies Defresne–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige
[pagina 163]
[p. 163]

XX

De winkel prijkt in het volle licht, maar toch is de voordeur gesloten. Twee boekhouders, Hub, moeder en de jongens nemen den inventaris op.

De klanten weten nu, dat de zaak in andere handen over gaat, maar een oud moedertje, dat vraagt om een half litertje bessensap, wordt binnengelaten.

- Een heelen krijg je in plaats van 'n halven, zei mijn oudste broer. En een cognacje mag je ook nog voor me drinken. Van het eene glaasje kwam het andere en een half uurtje later kankaneerde het oudje in verheven stemming de straat over.

Ons bovenhuis bleef òns bovenhuis. We konden er wonen, zoolang we wilden en van den volgenden dag af hingen we uit de open ramen, om te zien wie er in- en uitging.

We merkten ontstemd en teleurgesteld, dat de zaak op den ouden voet werd voortgezet, dat het den klanten onver-

[pagina 164]
[p. 164]

schillig liet wie hen bediende of naar hun geleuter stond te luisteren. Als we ons misschien verbeeld hadden, dat de jenever hen als vergif op de tong zou bijten, omdat een andere hand die voor hen had ingeschonken, hadden we ons deerlijk vergist: het kon ze geen steek schelen. En van toen af is het begonnen.

Als moeder in haar fijne jurk ging wandelen en zij passeerde de plakpleisters in het gangetje, zeiden ze haar nauwelijks goeden dag. Dat zelfs Van Ommeren er met de oude regelmaat zijn Madera kwam slurpen, en Evermans slechts zelden voor een praatje naar boven kwam, werd haar van dag tot dag een grooter ergernis.

Wij ergerden ons blauw aan Hub, die nu over de zaak sprak, alsof hij de eigenaar was.

De spreekbuis was verwijderd, maar toch hoorden we 's avonds de fabrikanten als van ouds roepen: ‘Messieurs, taisezvous s'il vous plaît’, Both zeuren: ‘Pas-

[pagina 165]
[p. 165]

sez moi le journal’, het gillen van Chimar's Marcelle en we voelden het volkomen stilzwijgen van de spionnen.

- Waarom gaat U niet meekaarten? vroeg mijn jongste broer aan moeder, toen hij zag, dat ze zich liederlijk verveelde. U loopt U zelf voor de voeten hier op dat bovenhuis.

- Hou je mond, kwajongen! zei moeder net even vóór Van den Heuvel binnen kwam.

- Eh bien, madame, descendez, zei hij. Jouez avec nous une partie de Whiste, nous vous serons très obligés.

Toen moeder met een hooge vriendelijke stem wilde antwoorden:

- Mais si monsieur Van den Heuvel, avec beaucoup de plaisir! zei hij:

- Vous savez, il nous manque un quatrième.

Haar stem was een beetje gevoileerd, toen ze antwoordde:

- Je regrette beaucoup, monsieur, mais je n'ai pas le temps.

Den volgenden dag is het serieuze zoe-

[pagina 166]
[p. 166]

ken naar een andere woning begonnen. Mijn broers waren het eigenlijk, die zich er zooveel moeite voor gaven, want moeder had nergens zin meer in.

Ze kochten een huis in de Koninginnelaan en den dag voor Carnaval gingen we over. De felle koude van toen voel ik nog in mijn botten.

De verhuizers kwamen al om zeven uur 's morgens.

- Gaat U maar vast vooruit, zeiden ze tegen moeder, dan kunt U straks zeggen, waar alles staan moet.

In ons nieuwe huis aan de Koninginnelaan zaten we op de marmeren vensterbanken.

We kregen een kannetje koffie van de buren en mijn broer haalde broodjes in een winkel op den hoek. Terwijl ik een deuntje huilde en de jongens zich verveelden, zei moeder:

- Ik bevries hier rechtop als die kerels nog lang weg blijven.

- Dat komt wel eens voor, zei mijn oudste broer. Maar ik bevries toch nog

[pagina 167]
[p. 167]

liever dan dat ik de klanten bedien.

- Ik niet, zei mijn jongste broer heftig.

- Ik ook niet, zeurde ik geniepig.

En toen ging hij regelrecht tot den aanval over:

- Vindt U 't niet fijn, zei hij, dat U nu zoo rustig kunt gaan zitten niets doen? 's Middags de Vijverstraat in en 's avonds al maar door het raam naar buiten kijken. Als U het mij vraagt, had U beter met Evermans kunnen trouwen, dan zat U er tenminste met zijn tweeën.

En wat ik nog nooit in mijn leven gezien had, zag ik toen. Ze ging op hem af en sloeg hem rechts en links om de ooren, terwijl ze woedend riep:

- De klanten hebben me nog nooit zóó gruwelijk verveeld als jij nù en als je je mond niet houdt, begin ik een nieuwe zaak en jij gaat levenslang achter de toonbank!

Maar dat is er nooit meer van gekomen.

 

Einde


Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken