Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Onder de groene linde. Verhalende liederen uit de mondelinge overlevering. Deel 2. Liederen over ontluikende liefde, werving, vrijage en zwangerschap (1989)

Informatie terzijde

Titelpagina van Onder de groene linde. Verhalende liederen uit de mondelinge overlevering. Deel 2. Liederen over ontluikende liefde, werving, vrijage en zwangerschap
Afbeelding van Onder de groene linde. Verhalende liederen uit de mondelinge overlevering. Deel 2. Liederen over ontluikende liefde, werving, vrijage en zwangerschapToon afbeelding van titelpagina van Onder de groene linde. Verhalende liederen uit de mondelinge overlevering. Deel 2. Liederen over ontluikende liefde, werving, vrijage en zwangerschap

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.08 MB)

Scans (11.29 MB)

XML (0.39 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Onder de groene linde. Verhalende liederen uit de mondelinge overlevering. Deel 2. Liederen over ontluikende liefde, werving, vrijage en zwangerschap

(1989)–A.J. Dekker, Marie van Dijk, Ernst Heins, Henk Kuijer–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 190]
[p. 190]

III
Vrijage en zwangerschap

[pagina 191]
[p. 191]

30
Ik kwam eens door een stille stad

Samenvatting

Een meisje benut de afwezigheid van haar moeder [ouders] om zich met een passerende heer in de slaapkamer [bedstee] te vermaken [in de schuur van hem de mazurka te leren]. Wanneer de moeder [ouders] thuiskomt krijgt de heer een pak slaag of wordt daarmee bedreigd; het meisje krijgt na negen maanden een kindje.

Toelichting

Zoals van de meeste liederen weten we ook van dit lied niet waar of wanneer het is ontstaan. We weten wèl dat het voorkwam in het repertoire van Klein JanGa naar eind1. (Mooy Saertje is je moeder niet thuis), dat het vanaf het begin van de achttiende eeuw al zo bekend was dat het als wijsaanduiding (Van mooy Saertje) kon worden gebruiktGa naar eind2., dat het honderd jaar daarna nog steeds graag werd gezongen en dat het onomwonden taalgebruik in het lied Hoffmann von Fallersleben ertoe bracht het op zijn lijst met aanstootgevende liederen te plaatsenGa naar eind3..

 

Ter vergelijking met de drie opgenomen varianten drukken we een oudere versie van het lied af uit Thirsis Minnewit (II, Amsterdam 1750), met een melodie uit de Oude en Nieuwe Hollantse Boeren Lietjes en ContredansenGa naar eind4.:

illustratie

Vermaakelijk Lied
Op een Nieuwe Voys
 
Mooy Saartje is jou Moeder niet t'huys,
 
Tussen den Haag,
 
Och neen! Fransman komt vry in Huys,
 
Tussen den Haag en Leye, Leye, Leye,
 
Tussen den Haag en Leydzen-dam.
[pagina 192]
[p. 192]
 
Zy zetten den Fransman eenen Stoel,
 
Tussen den Haag,
 
En zy wierp hem daar een Kussen toe,
 
Tussen den Haag en Leye, Leye, Leye,
 
Tussen den Haag en Leydzen-dam.
 
 
 
Het Kussentje was van buyten Zy
 
Tussen den Haag;
 
En van binnen was het fel fenijn:
 
Tussen den Haag en Leye, Leye, Leye,
 
Tussen den Haag en Leydzen-dam.
 
 
 
Hy nam mooy Saartje by der hand,
 
Tussen den Haag,
 
En hy smeet haar op het Ledikant,
 
Tussen den Haag en Leye, Leye, Leye,
 
Tussen den Haag en Leydzen-dam.
 
 
 
De Moeder uyt de Kerke kwam,
 
Tussen den Haag,
 
De Fransman daar van 't Bed af spran
 
Tussen den Haag en Leye, Leye, Leye,
 
Tussen den Haag en Leydzen-dam.
 
 
 
De Moeder die nam een dikke Stok,
 
Tussen den Haag;
 
En sloeg de Fransman op zijn Kop:
 
Tussen den Haag en Leye, Leye, Leye,
 
Tussen den Haag en Leydzen-dam.
 
 
 
Och liefste Moeder houd op van slaan!
 
Tussen den Haag,
 
Of ik wil met de Fransman gaan:
 
Tussen den Haag en Leye, Leye, Leye,
 
Tussen den Haag en Leydzen-dam.
 
 
 
Hy nam mooy Saartje by der hand,
 
Tussen den Haag,
 
En hy gink 'er mee na 't Franze-land,
 
Tussen den Haag en Leye, Leye, Leye,
 
Tussen den Haag en Leydzen-dam.
 
 
 
O lieve Fransman ik ben zo ziek,
 
Tussen den Haag,
 
Sterven moetje, beterje niet:
[pagina 193]
[p. 193]
 


illustratie

 
Tussen den Haag en Leye, Leye, Leye,
 
Tussen den Haag en Leydzen-dam.
 
 
 
Negen Maanden na dezen Dag,
 
Tussen den Haag,
 
Mooy Saartje in het Kraam-bed lag,
 
Tussen den Haag en Leye, Leye, Leye,
 
Tussen den Haag en Leydzen-dam.
 
 
 
Maar toen dat Kind ter Waereld kwam,
 
Tussen den Haag,
 
Men deed 't een Spanjaards Broekjen an,
 
Tussen den Haag en Leye, Leye, Leye,
 
Tussen den Haag en Leydzen-dam.
 
 
 
Een Spanjaards Broekje en geel kruld Haar,
 
Tussen den Haag,
 
Puur of het dezelfde Fransman waar,
 
Tussen den Haag en Leye, Leye, Leye,
 
Tussen den Haag en Leydzen-dam.
 
 
 
Zal dat Kind zijn gelijk de Vaar,
 
Tussen den Haag,
 
Dan zal het zijn een Sneukelaar,
 
Tussen den Haag en Leye, Leye, Leye,
 
Tussen den Haag en Leydzen-dam.
 
 
 
Zal dat Kind zijn gelijk de Moer,
 
Tussen den Haag,
 
Dan zal het zijn een mooye Hoer,
 
Tussen den Haag en Leye, Leye, Leye,
 
Tussen den Haag en Leydzen-dam.
 
 
 
Thirsis Minnewit II
[pagina 194]
[p. 194]

Lied
A. Zeg moeder is je dochter ook thuis

Opname 24 mei 1965



illustratie

1
 
Zeg moeder is je dochter ook thuis?
 
Jawel Spanjoor treed maar in huis
 
Tramtroria,
 
Jawel Spanjoor treed maar in huis
 
Tramtrori van sala.
2
 
En moeder naar de kerke ging,
 
Spanjoor met de meid naar bed toe ging.
3
 
En de moeder uit de kerke kwam,
 
Spanjoor met de meid het bed afkwam.
4
 
En de moeder greep de bezemstok,
 
Sloeg daar de dochter mee op haar kop.
5
 
Ach moeder houdt maar op van slaan,
 
Ik zal wel naar Spanjoor toegaan.
6
 
En naar Spanjoor ta sistou niet,
 
Spanjoor kan die brengen in een groot verdriet.
7
 
En het eerste kind wat daar van kwam
 
Die had Spanjoor zijn klompjes an,
8
 
En het tweede kind dat daar van kwam
 
Die had Spanjoor zijn broekjen an,
9
 
En het derde kind dat er van kwam
 
Die had Spanjoor zijn jasje an,
[pagina 195]
[p. 195]
10
 
En het vierde kind dat er van kwam
 
Die had Spanjoor zijn petsjen op,
11
 
En het vijfde kind dat er van kwam
 
Die had twee bruinen ogen en een zwart bos haar,
12
 
En lijkt dat kind niet op haar moer?
 
Het is ja dezelfde grootste hoer.

Bontje Dalman-Douma (1894-1979) te Buitenpost werd geboren in Kollumerzwaag. Haar ouders namen haar van jongs af aan mee om seizoenarbeid te verrichten op de Groninger Klei. Mevrouw Dalman kende uitzonderlijk veel liederen. Ze schreef voor ons ruim 200 liederen op. We legden ruim 40 liederen op de band vast. Ze was overigens niet in het bezit van liedboekjes en liedschriften, ze kende alles uit het hoofd. Verder hebben we enkele uitvoerige gesprekken met haar opgenomen over haar jeugd, haar familie, het leven in Kollumerzwaag, koppelarbeid, geloof en bijgeloof. Ze heeft ons ook veel brieven geschreven. Haar liederen en een deel van haar verhalen leerde ze van haar ouders en van koppelarbeiders. Zie bijlage 3 voor meer gegevens over haar.

B. Ik kwam eens door een stille stad

De melodie vertoont polka-kenmerken.

Opname 12 maart 1970



illustratie

1
 
Ik kwam eens door een stille stad
 
Trim tram troelala,
 
Ik kwam eens door een stille stad
 
Trim tram troelala.
[pagina 196]
[p. 196]
2
 
Daar zag ik een lief meisje staan.
3
 
'k Sprak: meisje mag ik met jou verkeren,
4
 
Dan zal ik jou de mazurka leren.
5
 
Toen zijn ze naar de schuur gegaan,
6
 
Daar hebben ze tezaam de mazurka gedaan.
7
 
Maar eind'lijk kwam de moeder thuis
8
 
En die nam vlug de bezemstok
9
 
En sloeg de mazurka op zijn kop.
10
 
Negen maandjes en een dag
11
 
Toen kwam de mazurka voor den dag.

Dit lied namen we in 1970 op bij Petronella Robbeson-van Peer (1905-1981) te Etten, geboren in Zeppe. Haar liederen leerde ze van haar ouders. Later zong ze ze met haar eigen gezin, in de avondschemering rondom de kachel.

Toen we enkele jaren later weer contact met haar opnamen, reageerde ze enigszins afwerend en zei ze dat men dit soort liederen niet serieus moet nemen.

C. Er liep een meisje langs de straat

De melodie vertoont polka-kenmerken.

Opname 10 november 1970



illustratie

[pagina 197]
[p. 197]
1
 
Er liep een meisje langs de straat
 
Links rechts troelala,
 
Er liep een meisje langs de straat
 
Hoeladiee.
2
 
Een aardig heertje kwam voorbij.
3
 
Zeg meisje is je moeder thuis.
4
 
Mijn moeder is naar de kerk gegaan.
5
 
Het meisje wipte de bedstee in.
6
 
Het heertje wipt haar achterna.
7
 
Toen kwamen haar vader en moeder thuis.
8
 
Ach vader wil hem toch niet slaan.
9
 
Hij heeft zo goed zijn best gedaan.
10
 
Na negen maanden en een dag.
11
 
Toen kwam de kleine Janneman.
12
 
Maar Janneman kwam niet alleen
 
Hij nam ook nog een zusje mee.

Gezongen door Maria Johanna Slok-Vleeming te Bovenkarspel, geboren in 1916 te Amsterdam. Zij volgde de driejarige opleiding voor coupeuse en werkte van 1931 tot 1941 in diverse kledingateliers in Amsterdam. Hier werd vaak de hele dag gezongen en leerde zij veel liederen. Zie voor meer gegevens over haar bijlage 5.

Data en plaatsen van opname

24 05 1965 Buitenpost
10 02 1970 Bussum
12 03 1970 Etten (N-B)
29 10 1970 Epe
10 11 1970 Bovenkarspel

[pagina 198]
[p. 198]


illustratie

Vermeldingen/Literatuur

Blyau/Tasseel 1962, 264-266, 309-310; Hiel 1931, 112; Hoffmann 1833, 76-77; Kossmann 131.

eind1.
Vgl. de toelichting bij Het was op enen avond laat (liednr. 4).
eind2.
Bijvoorbeeld voor het in een volgend deel te behandelen lied Nachtegaal klein vogeltje koen.
eind3.
Vgl. de toelichting bij D'r was er eens een dief (liednr. 31).
eind4.
Oude en Nieuwe Hollantse Boeren Lietjes en Contredansen. Op nieuws geheel verbetert en doorgaans vermeerdert voor de Hand-Viool. de Fluit en Haubois. Deel 5. Amsterdam, Pieter Mortier. Nr. 363.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

datums

  • 24 mei 1965

  • 12 maart 1970

  • 10 november 1970


lied

  • Naar de Nederlandse Liederenbank

  • Naar de Nederlandse Liederenbank