Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Voorwaarden voor hergebruik
    • Disclaimer
    • Voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid

Informatie terzijde

Algemeen letterkundig lexicon
Toon afbeeldingen van Algemeen letterkundig lexicon

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave




Downloads

Lexicon van drama en theater (4,42 MB)

Lexicon van de poëzie (5,01 MB)

Lexicon van de retorica (1,62 MB)

Lexicon van de verhaalkunst (3,59 MB)

Lexicon van literaire genres (13,34 MB)

Lexicon van de literatuurgeschiedenis (15,45 MB)

Lexicon van de algemene literatuurwetenschap (2,36 MB)

Lexicon van handschriftenkunde, boekwetenschap en editietechniek (19,90 MB)

XML (11,37 MB)

tekstbestand



Genre

sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Algemeen letterkundig lexicon

(2012-....)–anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

burleske literatuur

Etym: It. burla = grap.

Verzamelnaam voor teksten die worden gekenmerkt door een gechargeerd komische voorstelling van zaken. Het effect ontstaat door een discrepantie tussen onderwerp en stijl: ofwel wordt een ernstig of verheven onderwerp (bijv. thema’s uit de klassieke literatuur of bepaalde genres of stijlverschijnselen van een auteur of groep auteurs) behandeld op een triviale manier, ofwel wordt een onbeduidend of triviaal onderwerp benaderd met voorgewende waardigheid. De eerste soort is terug te vinden in de travestie, de tweede in de parodie en het heroïco-komisch epos (mock epic). Het genre volgt het procédé van de pastiche-2

Zo werd, in navolging van de Franse dichter, roman- en toneelschrijver P. Scarron (1610-1660), o.m. bekend door zijn Le Virgile Travesty (1648-1659), in de tweede helft van de 17de eeuw een soort poëzie in Nederland populair die 'burlesk' genoemd werd. In het volgende fragment van een sonnet van Focquenbroch vindt men de beide procédés van travestie en mock epic terug:

Laas! zal mijn onluk dan zijn wreedheid nimmer staken?
Zal dan mijn smart, dus lang gerezen in den top,
nooit dalen? Zal mijn ramp dan nimmer meer houden op,
maar steeds volharden in op mij zijn haat te braken?
Dus klaagde Phillis laatst met tranen op haar kaken
en wrong gelijk ontzind haar hagelwitte krop:
En rukte zoveel haar in één uur uit haar kop,
Dat m'er wel met fatsoen zes ballen van kon maken.
(W. van Focquenbroch, De geurige zanggodin, ed. Decorte, 1966, p. 11).

Over het algemeen is de humor in burleske literatuur eerder koddig of boertig dan geestig. Als een burlesk auteur een karikatuur maakt van een (auteurs)stijl door een bepaald werk (geheel of gedeeltelijk) of bepaald genre op de voet te volgen, gaat de pastiche over in de parodie. Wordt het bewerkte origineel opzettelijk verzwegen dan kan men te maken hebben met plagiaat. Krijgt de persiflage een fel spottend karakter dan spreekt men van een satire.

Sommigen zien burleske literatuur als een vorm van anti-literatuur, anderen beschouwen menige burleske tekst als een vorm van literaire kritiek, zoals ook het geval is met de parodie. Dominant in de receptie van lezers en critici is de opvatting van dit genre als een vorm van vermaak. Als zodanig is deze literatuur nauw verwant aan de klucht (zowel klucht-1 als klucht-2) en de revue-1.

Lit: J.G. Riewald, ‘Parody as criticism’ in Neophilologus 50 (1966), p. 125-148, vooral p. 126 • G.J. Vis, Johannes Kinker en zijn literaire theorie (1967), p. 111 en 312-313 • J.D. Jump, Burlesque (1972) • G. Dotoli, ‘Pour une définition du burlesque’ in Australian journal of French Studies 33 (1996), p. 330-348 • D. Bertrand (red.), Poétiques du burlesque (1998) • C. Nédélec, Les états et empires du burlesque (2004).

burijngravure zie gravure bushism zie malapropisme

thematisch veld:

Algemene genre-aanduidingen
Komische of satirische genres

Verhalende genres
Korte verhaalvormen: komisch-satirisch

Vorige Volgende