Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Voorwaarden voor hergebruik
    • Disclaimer
    • Voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid

Informatie terzijde

Algemeen letterkundig lexicon
Toon afbeeldingen van Algemeen letterkundig lexicon

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave




Downloads

Lexicon van drama en theater (4,42 MB)

Lexicon van de poëzie (5,01 MB)

Lexicon van de retorica (1,62 MB)

Lexicon van de verhaalkunst (3,59 MB)

Lexicon van literaire genres (13,34 MB)

Lexicon van de literatuurgeschiedenis (15,45 MB)

Lexicon van de algemene literatuurwetenschap (2,36 MB)

Lexicon van handschriftenkunde, boekwetenschap en editietechniek (19,90 MB)



Genre

sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

Algemeen letterkundig lexicon

(2012-....)–anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

echodicht

Gedicht met een speciale vorm van echo, waarin het laatste woord van elke regel rijmt op het voorlaatste woord en soms een verbluffend, satirisch (satire) antwoord geeft op de vraag die in die regel gesteld is. Men spreekt bij dit verschijnsel wel van echogedicht of echorijm. Dit genre was bijzonder in trek bij de rederijkers en de Neolatijnse humanistische dichters (o.a. Janus Secundus = Jan Everaerts). Bijv.:

Waarvoor acht men nu Monnicken ende Papen? Apen 
(Heyns Adriaensz., ca. 1560).

Vondel schreef zijn twaalfregelig ‘Gesprek op het graf van [...] Oldenbarnevelt’, waarin het procédé in elke afzonderlijke regel werd toegepast. De laatste regel ervan luidt:

Vr. Wat wort de Dwingelandt, die ’t Recht te machtigh was? K. Asch.
(J. v.d. Vondel, Werken, WB-ed., dl. 2, 1929, p. 754).

Het verschijnsel kan ook incidenteel in een dichtwerk optreden. In A. van de Vennes ‘Zeevsche meyclacht’ staan de regels:

Ey segt, wat comt van niet te trouwen? rouwen, rouwen;
Als jeucht niet teelt, wie salder bouwen, ouwen, ouwen?
Wat raet voor my, en voor mijn bitter clacht? lacht, lacht.
Hoe vrijt men best, by dage, of by nacht? by nacht.
(A. v.d. Venne, Zeevsche nachtegael, ed. Meertens & Verkruijsse, 1982, p. 92)

Ook in sommige drama’s uit de renaissance - met name in het werk van Theodore Rodenburg, maar ook bij Hooft, De Koningh, Krul e.a. - komen echoscènes voor, meestal op het hoogtepunt van de intrige, waarna de catastrofe volgt.

Synoniem: echogedicht.

Zie ook dubbelrijm en dobbelsteert.

Lit: P.E.L. Verkuyl, 'Huygens 'Grill' van 1623' in Nieuwe taalgids (1968), p. 54-62 • W. Waterschoot, 'Een lezer van 'De stove' ' in Idem, Schouwende fantasye (2002), p. 49-59.

echo echogedicht zie echodicht

thematisch veld:

Lyrische en poëtische genres
Rederijkersvormen

Versleer
Begin en einde van regel, zin, strofe of gedicht
Rijmvormen

Vorige Volgende