Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL - Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren
DBNL - Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw

meer over deze tekst

Informatie terzijde

Algemeen letterkundig lexicon
Toon afbeeldingen van Algemeen letterkundig lexiconzoom

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave




Downloads

Lexicon van drama en theater (4,42 MB)

Lexicon van de poëzie (5,03 MB)

Lexicon van de retorica (1,63 MB)

Lexicon van de verhaalkunst (3,76 MB)

Lexicon van literaire genres (13,54 MB)

Lexicon van de literatuurgeschiedenis (15,66 MB)

Lexicon van de algemene literatuurwetenschap (2,40 MB)

Lexicon van handschriftenkunde, boekwetenschap en editietechniek (20,12 MB)

XML (11,51 MB)

tekstbestand



Genre

sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Algemeen letterkundig lexicon

(2012-....)–anoniem Algemeen letterkundig lexicon–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

immanente poëtica

Etym: Lat. immanens = inwonend (i.c. in het werk) < in-manere = op een plaats blijven.

Aanduiding voor de auteurspoëtica voor zover deze in het creatieve werk aanwezig is. Men spreekt in dit geval ook wel van tekstinterne poëtica. Deze kan impliciet of expliciet gegeven zijn, in beide gevallen als onderdeel van de impliciete auteur. De impliciete tekstinterne poëtica is af te leiden uit de keuze van het onderwerp of uit literaire vormgevingsprincipes zoals die blijken uit de plot, de structuur, stijlfiguren, prosodie e.a., die tezamen het idiolect van de schrijver uitmaken. De expliciete immanente poëtica kan te vinden zijn in de thematisering, soms direct, bijv. Nijhoffs gedicht ‘De schrijver’ (VG, 1995, p. 258), soms indirect, bijv. H. Andreus’ gedicht ‘Fluitspelen’ (VG, 1985, p. 27).

De bestudering van de immanente poëtica kan nut hebben van en voor de tekstexterne poëtica zoals die te vinden is in manifesten, kritieken, correspondenties of uitlatingen in interviews van de auteur.

Lit: W.J. van den Akker & G.J. Dorleijn (red.), A.L. Sötemann. Over poetica en poëzie (1985) • W.J. van den Akker, Een dichter schreit niet (1985), p. 14-18 • G.J. Vis, ‘Vorm en functie in de poëzie. Een methodologische verkenning, met voorbeelden uit het werk van J. Kinker en W. Kloos’ in Spiegel der letteren 33 (1991), p. 247-260.

imitatio immigrantenliteratuur zie migrantenliteratuur

thematisch veld:

Literatuurtheoretische concepten en tekstinterpretatie
Auteursintenties en schrijfhouding

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Algemene gebruikersvoorwaarden
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken