Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Voorwaarden voor hergebruik
    • Disclaimer
    • Voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid

Informatie terzijde

Algemeen letterkundig lexicon
Toon afbeeldingen van Algemeen letterkundig lexicon

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave




Downloads

Lexicon van drama en theater (4,42 MB)

Lexicon van de poëzie (5,01 MB)

Lexicon van de retorica (1,62 MB)

Lexicon van de verhaalkunst (3,59 MB)

Lexicon van literaire genres (13,34 MB)

Lexicon van de literatuurgeschiedenis (15,45 MB)

Lexicon van de algemene literatuurwetenschap (2,36 MB)

Lexicon van handschriftenkunde, boekwetenschap en editietechniek (19,90 MB)



Genre

sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

Algemeen letterkundig lexicon

(2012-....)–anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

oogrijm

Term uit de versleer ter aanduiding van een typografisch verschijnsel, ook wel visueel rijm genoemd, waarvan de naam ten onrechte de indruk wekt dat het noodzakelijk iets met klank of rijm te maken heeft. Het ontleent zijn naam aan de omstandigheid dat het in dezelfde situaties optreedt als eindrijm. Wat herhaald wordt, is niet de klank, maar zijn de lettertekens. Het komt voornamelijk voor in de Engelstalige literatuur. Vandaar de ook in Nederland veel gebruikte term ‘eye-rhyme’. Kees Stip maakt van dit fenomeen gebruik in zijn gedicht ‘Op een grasmus’:

Te Rotterdam begon een grasmus
zijn nest te bouwen in Erasmus.
‘Hij nestelt goed’, zo sprak het beest,
‘hoewel het meeste dat men leest
van deze Desider ius
gelijkt op rijst met pere jus.’ 
(K. Stip, Lachen in een leeuw, 1993, p. 106)

Er zijn oudere teksten met vormen van oogrijm die destijds vormen van eindrijm zijn geweest, in het Duits ook wel ‘historischer Reim’ genoemd (historisch rijm), zoals bijv. in:

Wilhelmus van Nassouwe
Ben ick van Duytschen bloet,
Den Vaderlant ghetrouwe
Blijf ick tot inden doet. 
(Het geuzenliedboek, ed. P. Leendertz Jr., dl. 1, 1924, p. 97)

De combinatie ‘o+e’ kon in de 16de eeuw de oe-klank vertegenwoordigen, maar de ‘e’ kon ook als verlengklinker fungeren voor de eraan voorafgaande klinker. In dit geval kon men dus ‘doet’ schrijven en ‘doot’ uitspreken.

onzuivere poëzie oordeel

thematisch veld:

Versleer
Rijmvormen

Vorige Volgende