Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taal
    • Limburgse literatuur
    • Friese literatuur
    • Surinaamse literatuur
    • Zuid-Afrikaanse literatuur
  • Selecties
    • Onze kinderboeken
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Publiek Domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Hergebruik
    • Disclaimer
    • Informatie voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid
Algemeen letterkundig lexicon

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave




Downloads

Lexicon van drama en theater (4,42 MB)

Lexicon van de poëzie (4,93 MB)

Lexicon van de retorica (1,60 MB)

Lexicon van de verhaalkunst (3,58 MB)

Lexicon van literaire genres (13,26 MB)

Lexicon van de literatuurgeschiedenis (15,36 MB)

Lexicon van de algemene literatuurwetenschap (2,33 MB)

Lexicon van handschriftenkunde, boekwetenschap en editietechniek (19,90 MB)



Genre
sec - letterkunde

Subgenre
non-fictie/naslagwerken (alg.)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

Algemeen letterkundig lexicon

(2012-....)–anoniem Algemeen letterkundig lexicon

Vorige Volgende

farce

Etym: Fr.  (op)vulsel < Middeleeuws Lat. farcire = opvullen, iets ergens instoppen; fars(i)a = een klucht die in een mysteriespel is ingestoken.

Kort en komisch toneelstuk uit de late middeleeuwen, vaak als tussenspel (opvulsel) tussen scènes van religieus toneel gespeeld, dat zonder verdere bijbedoelingen de mensen om hun eigen gebreken laat lachen. Hierbij maakt men gebruik van karikaturale personages en van een heel arsenaal aan grappen en realistische situaties die men in de fabliaux kan aantreffen: robuuste, vaak seksueel gerichte humor, absurde coïncidenties en onverwachte coups de théâtre (‘theatrale’ verrassingen). Wat de farce aldus aan subtiliteit inboet, wint ze aan entertainment en dit verklaart het succes door de eeuwen heen van dit grappige, aan het volkstoneel verwante theater. Farce-elementen vindt men reeds in de komedies van Aristophanes en Plautus, en nadien in stukken als Le malade imaginaire (1672) van Molière. Bekende auteurs van slaapkamer- en andere farces in de 19de en begin 20ste eeuw zijn Labiche en Feydeau (zie vaudeville en boulevardtoneel).

Lit:   J.M. Davis, Farce (1978)  • B. Faivre, ‘La farce, un genre médiéval pour aujourd’hui?’, themanummer van Études théâtrales (1998) • A. Tissier (red.), Recueil de farces 1450-1550, 13 dln (1986-2000).

fantasy fascikel zie aflevering

thematisch veld:

Dramatische en performatieve genres
Komisch-spottend drama

Vorige Volgende