Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taal
    • Limburgse literatuur
    • Friese literatuur
    • Surinaamse literatuur
    • Zuid-Afrikaanse literatuur
  • Selecties
    • Onze kinderboeken
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Publiek Domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Hergebruik
    • Disclaimer
    • Informatie voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid
Algemeen letterkundig lexicon

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave




Downloads

Lexicon van drama en theater (4,42 MB)

Lexicon van de poëzie (4,93 MB)

Lexicon van de retorica (1,60 MB)

Lexicon van de verhaalkunst (3,58 MB)

Lexicon van literaire genres (13,26 MB)

Lexicon van de literatuurgeschiedenis (15,36 MB)

Lexicon van de algemene literatuurwetenschap (2,33 MB)

Lexicon van handschriftenkunde, boekwetenschap en editietechniek (19,90 MB)



Genre
sec - letterkunde

Subgenre
non-fictie/naslagwerken (alg.)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

Algemeen letterkundig lexicon

(2012-....)–anoniem Algemeen letterkundig lexicon

Vorige Volgende

ruiterlied

Laatmiddeleeuws lied dat in de epiloogstrofen wordt toegeschreven aan een ruiter. Er komen zeven ruiterliederen voor in Het Antwerps liedboek van 1544. Een voorbeeld daaruit is ‘Het quam een ruyterken uut Bosscayen’, waarvan de volgende strofe een beeld geeft van de inhoud van deze liederen:

Het quam een ruyterken uut Bosscayen
Ghister avont in de wijn.
Ou, segt ou, en salmen hier niet naien?
Ick hebbe geschuert mijn hemdekijn.
Noch hebbe ick eenen gulden fijn,
Die sal ic u, meysken, gaerne gheven.
Wildy tavont mijn boelschap zijn,
So sal ick met u vrolijck zijn.
(Het Antwerps Liedboek, ed. Vellekoop en Wagenaar-Nolthenius, dl. I, 1975, p. 68)

Vaak wordt in deze liederen een ruiter opgevoerd die dit lied gezongen zou hebben, maar het feit dat een ruiter deze liederen gezongen zou hebben is hoogst twijfelachtig omdat paardenvolk in die tijd ongeletterd was. Waarschijnlijk behoort de ruiter tot de (dubbelzinnige?) standaardfictie van dit soort liederen.

Lit: J. Houtsma, ’Ruyters in het Antwerps liedboek’ in Nieuwe taalgids 74 (1981) 1, p. 48-52 • H. Brinkman, ’Het Kerelslied: van historielied tot lyriek van het beschavingsoffensief’ in Queeste 9 (2002) 2, p. 98-116.

ruitdicht runen(liederen)

thematisch veld:

Lyrische en poëtische genres
Volkslyriek
Zangteksten en poëzie over muziek

Vorige Volgende