Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De deur op een kier (1958)

Informatie terzijde

Titelpagina van De deur op een kier
Afbeelding van De deur op een kierToon afbeelding van titelpagina van De deur op een kier

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.28 MB)

Scans (17.63 MB)

XML (0.53 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De deur op een kier

(1958)–Max Dendermonde–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 209]
[p. 209]

Het gat in de gevel

[pagina 211]
[p. 211]

I

Had Wally Schlenter die nacht aan de deur staan luisteren? Waarom bracht ze anders zelf het ontbijt boven? Vanuit zijn bed keek Chris Ottolander haar boosaardig aan, maar ze negeerde zijn blik brutaal, openlijk op zoek naar mogelijke sporen.

- Je zult wel moe zijn. Hemel, wat een lawaai! Denk toch aan je hart!

Hij schoot uit: - Bemoei je met je zelf! Mijn hart is best.

- En de rest! Dat was wel spekje voor jouw bekje!

- In Godsnaam, Wally, zei hij, doe niet zo ordinair! Hou je mond. Dit is een discrete affaire.

- Kom kom, schaamt ze zich voor Chris Ottolander?

- In Godsnaam, zei hij nogmaals, al ging het je aan, dan zou ik het je niet kunnen uitleggen. Maar het gaat je niet aan. Vergeet het!

- Bedoel je dat het niets wordt? Na al die jaren?

- Wally, zei hij, nu word ik werkelijk ècht kwaad.

- Goed! Goed! Kalm maar. Ik dacht nog wel, dat ik je kon feliciteren.

- Donder op!, riep hij hees, terwijl hij dreigend uit bed sprong. Ze vluchtte lachend de kamer uit, verrukt over zoveel sensatie. Ze was helemaal niet bang voor hem. Het was eerder, dat hij bang was voor haar, ze wist teveel. Zijn kamers waren bezig een glazen huis te worden. Nog voor het ontslag van Frederika Tiesen had hij dat gevoel al gehad, toen hij die Dolly had ontmoet in gezelschap van Rusman. En dat was nog wel voor zijn werk geweest!

Het ging om de keuze van een passende hoofdfilm voor de openingsavond van het nieuwe Casino-theater. Ottolander had tegen zijn assistent gezegd:

- Een zeer goede film, die moet passen bij de documentaire van Bresser. Een film over het leven in een stad of zoiets. Touber laat de keuze aan ons over.

Albarda had de voornaamste landelijke critici afgebeld en was tot de slotsom gekomen, dat er maar één film geschikt was: The Town is The People.

[pagina 212]
[p. 212]

- Het is een film van Panorama-Pictures.

Was Chris Ottolander toen geschrokken? Even overwoog hij om Albarda de hele zaak te laten opknappen, maar dat was te kinderachtig: na die zeven lange jaren stond hij toch ver boven de proletarische Rusman! Toen Chris de volgende dag in Amsterdam moest zijn, besloot hij hem kort en zakelijk te bezoeken op zijn kantoor.

- Verdomme, Chris! Chris Ottolander!

- Harry.

Hij was niet meer zo dik als toen, en hij droeg een bril met een sterk horizontaal montuur, waardoor zijn gezicht minder bol leek. Maar zijn grijns was nog even geweldig.

- Het valt je op, hè? Rauwkost. Nou ja, niet konsekwent...

Alsof ze elkaar de dag daarvoor nog hadden gezien. Maar de tweede minuut was het al een half leven later.

- Vertel es op, Chris! Hij keek op zijn horloge. - Kwart over vijf! Een borrel? Hij danste bedrijvig naar de kast met zijn dikke lichaam.

Chris zei stijf: - Liever niet. Ik moet nog rijden.

- Ga weg! Hier, lekker zacht!

- Niet zo vol.

Chris begon hem snel het doel van zijn komst te vertellen.

- The Town? 'n Fijne prestige-film, goed voor de weekbladpers. Maar niet voor Touber. We hebben bovendien heibe met hem, hij neemt niets van ons.

- Nu wel! Mijn bureau heeft carte blanche.

- Kom nou! Bij Touber? Dan heeft hij aardig wat van jullie losgepeuterd!

- Dat is ook zo. O.K. en W. laat zich officieel vertegenwoordigen.

Rusman begon waarderend te lachen. - Die malle Touber! En daarna proestte hij: - Nou móet ie een film van me nemen! En dan móet ie me uitnodigen bij de première. En dan neem ik Cissy mee!

- Wie is Cissy?

Ze bleek het draaipunt te zijn van de heibel, een oud-cassière van Touber en meer dan dat, jaren daarvoor.

[pagina 213]
[p. 213]

- Hij zette haar hier in Mokum op een kamer, ze was toen fotomodel. Ze werd platgelopen door duizend kerels, tot meneertje-hier kwam. Een paar maanden geleden heeft ze Touber nog een mep verkocht, ze is stapelmesjogge op me.

Chris zei: - Ik dacht, dat je weer getrouwd was... Die zin klonk hem zelf vreemd in de oren in die oude omgeving met de bonte filmaffiches aan de muren en de pretentieus ingelijste foto's met handtekeningen.

- Natuurlijk! Adèle is een moordwijf! Hier... Hij haalde foto's uit zijn zak: - Kijk es wat een fijne bullen van jongens. Die kleine is een secreet, zeg! En jij, Chrissie? Bij wie breng jíj je loonzakje thuis?

- Bij niemand, zei hij, en hij hield Rusman zijn ongeringde vingers voor.

- En heb je niks aan 't handje?

- Helemaal niks, zei Chris. Hij dacht aan Frederika Tiesen, maar dat ging niemand iets aan, het was de nachtkant.

- Maar tjé, Chris! Wat is er dan met jou gebéurd?!

- Vroegtijdige ouderdom, zei Ottolander glimlachend. Hij vroeg zich af, op welke manier hij hier zo spoedig mogelijk vandaan kon komen. Hoe was het mogelijk, dat Harry dezelfde infantiele gek was gebleven, alsof de jaren geen vat op hem hadden gehad?

- Je moest die film nou maar onmiddellijk gaan bekijken, zei Harry, dan kun je morgen lekker gaan knokken met Touber. Zo kom je nog weer in je ouwe vak terecht, baas! Na afloop kom ik je halen, dan gaan we de stad in!

En met zijn natuurlijk overwicht leidde hij, een hand op Chris' schouders, zijn vroegere vriend naar de showroom, waar hij de jeneverfles en het glas op een tafeltje zette. Toen het licht uitging, schoof Ottolander afkerig naar de verste hoek.

Het was een bijzonder goede film. Maar was dat verheugend? Hij vreesde, dat Bressers documentaire erdoor in het water zou vallen. Hij zei altijd ‘Bressers documentaire’, maar dacht dan ‘míjn film’, want zelf had hij het romige scenario geschreven. De zaak was, dat het voor zijn eigen stille glorie niet een film van helemaal alleen Bresser had mogen worden: Gegevens en

[pagina 214]
[p. 214]

commentaar: C. Ottolander, zo klein mogelijk, best, maar vermeld moest het worden. Bresser, een benige kerel met een grof boerengezicht, had het goed gevonden, omdat het scenario gericht was op zijn eigen gepolijste stijl, die Ottolander toen nog voor de enig bruikbare had gehouden. Maar nu hij deze hoofdfilm zag, een eenvoudig verslag van een week-end in een kleine Amerikaanse stad, twijfelde hij. Er kwamen stegen in die stad voor, en arme mensen, toestanden zoals er zijn in elke stad. Maar in Bressers film ontbrak ieder mens, het was een film geworden vol bloemen, vijvers, gerestaureerde gevels, parken vol beelden, moderne muurvlakken, waaruit de trots sprak van fabrikanten, die in de provincie niet achtergebleven waren, en die door hùn durf en energie de stad hadden omhooggestoten. Vergeten waren de volgepropte buurten met grauwe, negentiende eeuwse huisjes. Zelfs van de nieuwe, fantasieloze straten hadden Bresser en hij alleen een enkele opvallende school en een frisse speeltuin gekozen. Was een beperking tot fraaie uiterlijkheden onontkoombaar in een film, die hoofdzakelijk door plaatselijke industrieën was gefinancierd? Het woord badzeep drong zich op, het was een schuimige film, er liep je niets griezeligs bij over de rug, zoals bij The Town is The People.

- Hoe vind je hem?, vroeg Harry na afloop.

- Dit is hem.

- We gaan lekker eten, zei Harry. - En daarna heb ik een paar meiden versierd. Om te vieren, dat het je zo verrot goed gaat. Dat doet me veel lol.

Chris wist niets te verzinnen om aan de uitnodiging te ontkomen. Was hij bang voor Rusman? Bang voor vroeger? Belachelijk! Alsof hij niet een heel andere Chris Ottolander was! Harry had weer vol verhalen gezeten: - We werden in dat vliegtuig zo zat als apen, en toen we in Athene kwamen, waren we nog allemaal in de olie. En op onze kamers stond alweer een fles cognac.

Hij scheen in die afgelopen jaren nog meer gereisd te hebben dan Chris, ze wisselden ervaringen uit, kenden dezelfde nachtkroegen.

- En Hollywood?

[pagina 215]
[p. 215]

- Hollywood is niks. Kouwe rotmeiden!

Naderhand, in een bar, kwamen de meisjes. Het gezicht van het frêle, volkse meisje met haar geprononceerde boezem kende hij uit sigaretten-advertenties.

- Dat's nou Cissy. Geef meneer es netjes de hand. En draai je es om. Wat een stuk hè!

Hij gaf haar een harde klap voor de billen en schaterde ongeremd. De keeper keek toe, hield een frons in en zweeg. Rusman mocht alles. En Cissy zelf glimlachte alsof het de grap was van een vertederende kwajongen.

- En dit is Dolly.

Ze was een mollige brunette met aardige, onzekere ogen, ze schoof dadelijk dicht tegen hem aan. Was het niet stuitend?

- Het leek me wel leuk, ik maak ook nooit es wat mee.

Maar wat víel er mee te maken?

Laura, she's a face in a misty life...

Nog altijd hetzelfde!

- Verveelt het je niet?

- Nee, 't is een reuze gijn, ik ben de enige in de stad met een eigen tune. Laatst ben ik weggelopen, ze vergaten het te spelen. De volgende morgen brachten ze een kruik jenever op 't kantoor. Toen ben ik er maar weer heengegaan.

Toch fascineerde Rusman hem, hoe platvloers hij hem ook vond. Het was Harry's volkomen angstloze houding, zijn vrijheid om te leven zoals hij leefde. Ottolander schaamde zich voor hem en bewonderde hem tegelijk. Hij dacht: ik zou me dat nooit kunnen veroorloven, ook niet, als ik het nog zou willen. Al die tijd praatte het meisje Dolly maar zo'n beetje.

- Elke maand betaalt hij me nog wat, maar ik moet er met type-werk bijverdienen, voor de kinderen. Soms heb ik een vriend, maar 't is nooit de goeie.

Footsteps that just sound in the hall...

Ze trokken van bar naar bar.

- Woon je daar op kamers?

Ottolander zei: - Ik heb er een verdieping.

- Bij een mevrouw alleen of zo?

- Bij een professorsweduwe.

[pagina 216]
[p. 216]

- Toch niet mevrouw Schlenter toevallig?

Waarom voelde Ottolander toen die koude hand tussen zijn schouderbladen?

- Ken je haar? Hij vroeg het gespannen, alsof het om een belangrijke zaak ging.

- Ik typte wel es voor de professor, vroeger. 'n Kleine wereld, hè? Ze lachte, verheugd om de toevalligheid, het schiep een betere band, dacht ze.

- Ik kwam haar laatst nog tegen, toen hebben we thee gedronken.

Harry riep: - Hé Chris, laat de kelken es vullen!

Ottolander wenkte haastig de kelner. Hij had ineens trek in een zeer groot glas koud bier, aan diepe, bevredigende teugen. En daarna zou hij snel weg willen lopen. Maar Rusman besloot, dat ze nog zouden gaan dansen, hij moest wel mee.

Om twee uur 's nachts zei Harry: - We gaan naar de kade. Jullie ook?

Chris schudde zijn hoofd. Hij loog: - Ik moet morgen al heel vroeg op reis...

Was de oogopslag van Harry laatdunkend, zelfs wreed?

Het bruine meisje zei niets, ze sloot langzaam haar tasje en legde een schouderbandje recht. Later, in zijn auto voor haar huis, vroeg ze: - Ben je altijd zo verlegen? Of ben je gewoon maar stijf?

Hij ging nog rechter achter het stuur zitten. - Stijf, denk ik.

- Maar je danst verdomd goed. Als je nog es...

- Misschien. Ik ben erg druk met zaken.

- Ga je nog even mee naar boven? Ik heb nog een borreltje...

- Nee, ik heb genoeg gehad. Ik moet nog een héél end.

- Niet eentje?

- Liever niet.

Het was, of er iets haatdragends in haar blik kwam, maar dadelijk daarop stond haar gezicht droevig. Ze stapte gelaten uit en zei: - Zie je wel? Ik maak ook nooit es wat mee...

Hij trok de deur dicht zonder groet, startte en keek niet meer om. Hij reed of hij een soort Sodom verliet. Hij zat stijf achter het stuur, kristalhelder, een zoutpilaar. Pas toen hij zich thuis

[pagina 217]
[p. 217]

uitvoerig had gedouched en hij een nieuwe pyama had aangetrokken, voelde hij zich weer enigszins op zijn gemak, de Ottolander van 1958.

Twee weken later werd Frederika Tiesen ontslagen. Hij dacht dat er ergens een verband moest bestaan, maar hij hoorde niets van Dolly, noch van Harry Rusman. En aan Albarda, die hij de zaken geheel had overgedragen, vroeg hij zo weinig mogelijk. Want in het glazen huis kon je niet voorzichtig genoeg zijn.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken