Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De warachtighe fabulen der dieren (1567)

Informatie terzijde

Titelpagina van De warachtighe fabulen der dieren
Afbeelding van De warachtighe fabulen der dierenToon afbeelding van titelpagina van De warachtighe fabulen der dieren

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (17.97 MB)

ebook (24.51 MB)

XML (0.30 MB)

tekstbestand






Illustrator

Marcus Gheeraerts



Genre

poëzie

Subgenre

emblematiek
fabel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De warachtighe fabulen der dieren

(1567)–Eduard de Dene–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 74]
[p. 74]

[t'Schemijnckel ende Vos]

 
Wilt na Gods ghebodt,
 
Deelen v ouerschot.


illustratie

1e. Syrach. 35. a 4. Tob. 4. a..8. Mat. 25. d 35.

 
DEn behoeftighen helpt, wilt den naecten decken
 
Met v cleederen: en hebdy abundant,
 
Zoo gheeft ouervloedich in alle plecken
 
Maer hebdy weynich, gheeft naer aduenant:
 
Die haren naesten weygheren te doene onderstant
 
Met zulck als zy vermogen, en verlaten den aermen
 
God en sal met hemlieden niet hebben ontfaermen.
[pagina 75]
[p. 75]

t'Schemijnckel ende Vos.

 
TSchemijnckel t'welck moeste zyn naectheyt tooghen
 
Leyde den Vos voor ooghen,
 
Van zyn steert hem wat te deelne t'zijnder noodt
 
Die hy dickwils beclacte, zeer moeylick int drooghen,
 
Datse oock sleepte totter aerden, en veel ouerschoot:
 
De Vos ontzeyt hem, Martico bleef achter bloot,
 
De loose Vos excuseerd'hem oock goederhande
 
Sprack, al was zijn steert dicke, lanck, of hoe groot
 
Datse hem noch t'Schemijnckel niet en meshande,
 
De best ghecleedt behooren decken een andere schande.
 
 
 
¶ Alsoo zijnder oock vele des Vos ghelijcke
 
Gheveynstlooslick vast-houdende t'elcker stede
 
Die ouer van goede zyn, ende schadt rijcke,
 
Nochtans den behousteghen yet deelen mede
 
Gheneghen tot gheender bermhertichede
 
Liefuer laten de cleederen bederuen, verrotten,
 
Dan datmer de naecten me decken dede
 
Tot datse doorreden zyn vanden motten:
 
Die t'goedt niet ghel'ruucken, Inder aermen schoot beluucken,
 
Zijn aerme Zotten.
 
Wat baet den ghenen die veel heeft
 
Als hy niet en heeft, hem diet al gheeft
 
Om eeuwich ghedueren,
 
Een oordeel zonder ghenade hy hebben moet:
 
Die zijn naecte Broeder, gheen medeel doet
 
Maer t'allen hueren,
 
Salt hem ghebueren.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken