Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Middelnederlandse handschriften uit Europese en Amerikaanse bibliotheken (1972)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.82 MB)

XML (0.97 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Middelnederlandse handschriften uit Europese en Amerikaanse bibliotheken

(1972)–J. Deschamps–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 108]
[p. 108]

33. Jan van Boendale, Die Brabantsche yeesten

Jan van Boendale, Die Brabantsche yeesten, boek I-V; Anonymus, Die Brabantsche yeesten, boek VI-VII, Brabant (Korsendonk), ca. 1470.

Papier en perkament: 2 + 276 + 2 bll.; blad en bladspiegel resp. 280 × 205 mm en 210 × 145 mm; 2 kol.; 42 of 44 rr. per kol. Moderne nummering der kolommen met zwarte inkt; moderne foliëring met rode inkt. Eén hand (Antonius Vlamincx van Bergen op Zoom; littera bastarda). Opengewerkte blauwe initialen met rood penwerk; rode lombarden, titels en paragraaftekens; beginletters van de verzen in een aparte kolom en afzonderlijk rood doorstreept. Op fol. 277vob, door de kopiist, met rode inkt: Hier eynden die croniken vanden edelen hertoghen ende princen van brabant. Die welke ghescreuen heeft broeder anthonijs van berghen opten zoem priester ende cantor in de convente van korstendonck Bid om gode wille voer hem. Achttiende-eeuwse bruin kalfsleren band; platten met dubbele gouden filets afgebiesd; rug met verguldwerk; rug en hoeken gerestaureerd. Ex-libris van J.B. Verdussen en K. van Hulthem.

 

Brussel, Koninklijke Bibliotheek, 17.012-13.

 

Op verzoek van Willem Bornekolve, een telg uit een voorname Antwerpse schepenfamilie, schreef Jan van Boendale (1279-ca. 1350), ‘scepenclerc’ (stadssecretaris) van Antwerpen, Die Brabantsche yeesten, een berijmde kroniek van de Brabantse hertogen in vijf boeken. In de Spiegel Historiael had Jacob van Maerlant reeds gedeelten uit de geschiedenis van de heren van Brabant vóór Godfried I, eerste hertog van Brabant, behandeld, maar die gedeelten waren daarin zo verspreid dat zij slechts met grote moeite te vinden waren. In plaats van die gedeelten opnieuw te bewerken, nam Boendale ze in de eerste drie boeken van Die Brabantsche yeesten meestal onveranderd over. Alles samen ontleende hij aan de Spiegel Historiael 6470 verzen, nl. 360 in het eerste, 4470 in het tweede en 1640 in het derde boek. Het vierde en het vijfde boek heeft hij naar Latijnse bronnen en naar de kroniek van Jan van Heelu zelfstandig bewerkt. Hij voltooide zijn werk in 1316 of 1317, maar later voegde hij aan het vijfde boek nog 3866 verzen toe, waarin hij de geschiedenis van de Brabantse hertogen tot 1347 voortzette.

De vijf boeken van Die Brabantsche yeesten zijn ongelijk van lengte; ze tellen respectievelijk 1701, 5917, 2116, 1518 en 5066 verzen. Het eerste boek begint met Pippijn van Landen († 640), het laatste eindigt in 1347 onder de regering van Jan III. Opmerkelijk is dat Boendale in het tweede boek de geschiedenis van Amicus en Amelius en in het derde boek het verhaal van de eerste

[pagina 109]
[p. 109]

kruistocht uit de Spiegel Historiael integraal heeft overgenomen. Het einde van het vierde en geheel het vijfde boek zijn historisch belangrijker dan wat daaraan voorafgaat; hierin vertelt Boendale immers gebeurtenissen die hij zelf heeft bijgewoond of uit de mond van ooggetuigen heeft vernomen.

Een anoniem dichter, een oud dienaar van Jan IV, heeft aan de vijf boeken, die door Boendale zijn bewerkt, een zesde en een zevende boek toegevoegd. In het zesde boek (11.982 verzen), voltooid in 1432 ‘int wout van sonyen’, waarschijnlijk in Groenendaal, behandelde hij de regering van Jan III en Johanna van Brabant; in het zevende boek (18.186 verzen), voleindigd kort na 1441, de regering van Antoon van Bourgondië, Jan IV, Filips van Sint-Pol en Filips de Goede (tot 1441). Als bronnen gebruikte hij officiële stukken, de Croniques van Jean Froissart, de kroniek De Grimbergsche oorlog en het Chronicon ducum Brabantiae van Edmundus van Dynter (ca. 1375-1448). Het zesde en het zevende boek tellen samen 30.168 verzen en zijn dus samen bijna tweemaal zo lang als de eerste vijf boeken, die slechts 16.318 verzen beslaan. Behalve in dit handschrift is Die Brabantsche yeesten geheel of gedeeltelijk in de volgende handschriften bewaard gebleven: Antwerpen, Stadsbibliotheek, B 15.828 (boek I-VII); Brussel, Koninklijke Bibliotheek, 17.017 (boek VI en VII), 19.576 (fragmenten), 19.607 (boek I-VII), IV 684 (boek IV) en IV 685 (boek V); Leiden, Bibliotheek der Rijksuniversiteit, Letterk. 1019 en Wenen, Österreichische Nationalbibliothek, Ser. nov. 216 (fragmenten van boek I en II). Achttiende-eeuwse afschriften van gedeelten uit Die Brabantsche yeesten zijn bewaard in de hss. Brussel, Koninklijke Bibliotheek, 17.015, 17.016, 17.018 en 21.550.

Het hier besproken handschrift is geschreven door Antonius Vlamincx van Bergen op Zoom († 1504), priester en cantor in de priorij van Korsendonk bij Turnhout, een ijverig kopiist, die tussen 1466 en 1498 nog 11 andere handschriften heeft geschreven, die van de bibliotheek van voornoemde priorij deel hebben uitgemaakt. Het handschrift heeft toebehoord aan Jan Gevartius (1563-1623), aan Gaspar Gevartius (1593-1666), griffier van de stad Antwerpen, dichter en historicus, en aan Jacob Marcus, een Amsterdams koopman en verzamelaar van handschriften en oudheden. In 1750 werd het op de veiling-J. Marcus te Amsterdam gekocht door J.B. Verdussen (1698-1773), boekhandelaar, bibliofiel en schepen van de stad Antwerpen. In 1776 ging het op de veiling-J.B. Verdussen

[pagina 110]
[p. 110]

te Antwerpen over aan Jan Des Roches (1740-1787), lexicograaf, historicus en secretaris van de Académie impériale et royale des sciences et des belles-lettres te Brussel. Op de veiling-J. Des Roches te Brussel werd het in 1788 gekocht door de Brusselse boekhandelaar Jozef Ermens (1736-1805) voor rekening van burggraaf Edouard de Walckiers (1758-1837), die het in 1790 naar Parijs meenam, waar het geruime tijd bleef. Batowski, schoonzoon van burggraaf E. de Walckiers, zond het handschrift, samen met andere handschriften en boeken, handelend over Belgische geschiedenis, aan de Brusselse advokaat J. Tarte (1764-1841) ter betaling van een bedrag dat hij hem verschuldigd was. Op 18 mei 1812 werd het door de Gentse bibliofiel en botanicus Karel van Hulthem (1764-1832) van J. Tarte gekocht. In 1837 kwam het, samen met de verzameling-K. van Hulthem, in de Koninklijke Bibliotheek te Brussel. Naar dit handschrift publiceerde J.F. Willems in 1839 de eerste vijf boeken en J.H. Bormans in 1869 het zevende boek van Die Erabantsche yeesten; in zijn uitgave van het zesde boek, die in 1843 het licht zag, gebruikte J.F. Willems echter als teksthandschrift hs. Brussel, Koninklijke Bibliotheek, 17.017, waarin het zesde boek als de autograaf van de bewerker wordt beschouwd.

 

Cat.-J. Marcus, Amsterdam, 1750, p. 5, nr. 49; Cat.-J.B. Verdussen, Antwerpen, 1776, p. 221, nr. 8; Cat.-J. Des Roches, Brussel, 1788, p. 166, nr. 1062; Bibliotheca Hulthemiana, VI, Gent, 1837, p. 199-202, nr. 664; J.F. Willems, [Les manuscrits des Brabantsche yeesten]. Compte-rendu des séances de la Commission royale d'histoire, 2 (1838), p. 12-13; J.F. Willems, Les gestes des ducs de Brabant, par Jen de Klerk, d'Anvers, I en II, Brussel, 1839 en 1843; J.H. Bormans, Les gestes des ducs de Brabant, chronique en vers thyois du quinzième siècle, septième livre, III, Brussel, 1869; H. Haerynck, Jan Boendale, ook geheeten Jan de Clerc; zijn leven, zijne werken en zijn tijd, Gent, 1888; J. Van den Gheyn, Catalogue des manuscrits de la Bibliothèque Royale de Belgique, VIII, Brussel, 1908, p. 254-255, nr. 5635; D. De Bruyne, De la provenance de quelques manuscrits, Revue Bénédictine, 46 (1934), p. 117 en 120; J. Mak, Amijs ende Amelijs. Een middeleeuwse vriendschapssage naar de berijming van Jacob van Maerlant te zamen met zijn Latijnse bron, Zwolle, 1954 (Zwolse Drukken en Herdrukken voor de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde te Leiden, 13); L. Mellaerts, Jan van Boendale. Een bladzijde uit de geschiedenis van Tervuren, Leuven, 1961; Karel van Hulthem, 1764-1832, Brussel, Koninklijke Bibliotheek, 1964, p. 263-264, nr. 103.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • over Brabantsche yeesten. Les gestes des ducs-de-Brabant par Jean de Klerk d'Anvers (3 delen)