Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Middelnederlandse handschriften uit Europese en Amerikaanse bibliotheken (1972)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.82 MB)

XML (0.97 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Middelnederlandse handschriften uit Europese en Amerikaanse bibliotheken

(1972)–J. Deschamps–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

51. Tweede historiebijbel

Tweede historiebijbel, bewerkt naar de Vulgata, naar Petrus Comestor, Historia scholastica en naar Jacob van Maerlant, Rijmbijbel, Holland, 1458.

Perkament; 3 + 245 + 3 bll.; blad en bladspiegel resp. 279 × 193 mm en 195 × 135 mm; 2 kol., 40 rr. per kol. Oude foliëring met zwarte Romeinse cijfers midden in de bovenste marge; moderne potloodfoliëring. Eén hand (littera bastarda). Opengewerkte rood-blauwe en blauwe initialen met rood en groen penwerk; rode lombarden, titels en paragraaftekens; koptitels op de versozijden; op fol. 91vo een gekleurde pentekening (169 × 104 mm) in omlijsting, voorstellend de stad Gaza en Samson de poorten de berg opdragend, op de voorgrond Samson, de leeuw dodend. Op fol. 245ro en vo, door de kopiist: Hier eyndet dat oude testament ende wort begonnen op sinte geertruudsdach in die vasten Jnt jaer ons heren Mccc[c] ende lviij ende heb het voort daer na geeynt op sinte victors auont. Op fol. 224vo, in de marge, in een zestiende-eeuwse hand: Dit boeck hoert toe margriete gerritsz dochter van deuenter ende heeft getrout een man ende heet dirck Jansz ende is van schiedam ende sij wonen schiedam ende hebben dat lijndraien op geset ende doen grote machtige neringh ende grote comescap van des wegen gescreuen van mijn eijgen hant dirck Jansz van proien hij gaet so[m]erdaechs wt hoien. Laat-zestiende-eeuwse bruin kalfsleren band op eiken borden; platten met rolstempels en filets versierd; midden op het voor- en het achterplat een gedreven koperen knop, bovendien aldaar in de vier hoeken een loden knop (op het achterplat ontbreekt echter een knop beneden links); het leder van de rug is op het voor- en het achter-

[pagina 157]
[p. 157]

plat met een bandje koper en versierde spijkers aan het leder van de platten bevestigd; twee gedreven koperen sloten, waaraan de sluithaken ontbreken.

 

Pl. 50

 

Leiden, Bibliotheek der Rijksuniversiteit, Letterk. 231.

 

In de vorige eeuw beschouwde men deze historiebijbel als de oudste van de twee Middelnederlandse historiebijbels en men noemde hem dus de eerste historiebijbel. Ofschoon sinds lang is bewezen dat deze historiebijbel jonger is dan de andere, bleef men hem de eerste historiebijbel noemen. Het lijkt ons verkeerd die onjuiste benaming nog langer te gebruiken. We noemen deze historiebijbel daarom niet meer de eerste, maar de tweede historiebijbel. De reden waarom hij vroeger als de oudste werd aangezien, is een vergissing van de kopiist van dit handschrift, die in de kolofon verkeerdelijk ‘Mccc ende lviij’ in plaats van ‘Mcccc ende lviij’ heeft geschreven en het handschrift zodoende honderd jaar ouder maakte dan het eigenlijk was. Deze historiebijbel, die slechts uit één deel bestaat, is vermoedelijk in de eerste helft van de 15de eeuw in Holland tot stand gekomen. Hij bevat: naar de Vulgata de Pentateuch, Jozua, Rechters, Ruth en Koningen I-IV; naar de Historia scholastica van Petrus Comestor Tobias, Daniël, Judith, Esdras en Esther; naar verschillende bronnen de geschiedenis van Alexander de Grote; naar de Rijmbijbel van Jacob van Maerlant Vanden coningen van egipten ende vanden biscoppen van iherusalem, Van matatyas ende van iudas machabeus sinen broederen, Van trifoen, Vanden biscop ian die yrcanus genoemt wort, Van die coninc ende biscop die quade alexander, Van antipater die rechter van iherusalem Herodes ascoloniten vader, Van iulius cheser en Van octavianus den keyser; naar een onbekende bron Van ioachim ende anna. Tussen de proloog van de tweede historiebijbel en die van Der sielen troest, een catechetisch werk over de tien geboden dat omstreeks 1350 is geschreven, bestaat er een opvallende overeenkomst. Blijkbaar heeft de bewerker van de tweede historiebijbel in zijn proloog de proloog van Der sielen troest als voorbeeld genomen. Tussen de geschiedenis van Alexander in de tweede historiebijbel en het verhaal van Alexander in Der sielen troest bestaat er grote verwantschap: beide moeten op dezelfde bron teruggaan. Behalve in het hier besproken handschrift is de tweede historiebijbel nog bewaard gebleven in de hss. 's-Gravenhage, Koninklijke Bibliotheek, 133 M 32; Kopenhagen, Koninklijke Bibliotheek,

[pagina 158]
[p. 158]

Thott 124, fol.; Leiden, Bibliotheek der Rijksuniversiteit, Letterk. 337 en B.P.L. 1800; Parijs, Bibliothèque Nationale, néerl. 2 en Utrecht, Bibliotheek der Rijksuniversiteit, 4 E 3. Onvolledige Middelnederduitse afschriften komen voor in de hss. Lübeck, Stadtbibliothek, Ms. theol. germ. fol. 8 en Lake Bluff, Ill., Coll. Mathews S. Parkhurst.

Het hier besproken handschrift werd op 17 maart 1458 begonnen en op 9 oktober van hetzelfde jaar voltooid. In de 16de eeuw was het in het bezit van Margriete Gerritsdochter van Deventer, echtgenote van Dirck Jansz. van Proien, lijndraaier te Schiedam. In 1688 kwam het in het bezit van Cornelius Stratenus († 1689), predikant te Katwijk aan Zee. Het heeft toebehoord aan I. van Harderwijk (1784-1847), eveneens predikant te Katwijk aan Zee, die er in 1831 een verslag liet over verschijnen, waarin hij de tweede historiebijbel aan Jacob van Maerlant toeschreef. In 1848 werd de bibliotheek van I. van Harderwijk te Rotterdam geveild, maar het is ons niet bekend aan wie het handschrift werd toegewezen. Later kwam het in het bezit van A. de Vries (1773-1862), wiens bibliotheek in 1864 te Amsterdam onder de hamer kwam. In 1872 werd het te Amsterdam en in 1876 te Utrecht geveild. Op deze laatste auctie werd het door de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde verworven.

 

J. van Harderwijk, Verslag van een handschrift, bevattende Jacob van Maerlants Nederduitsche prozaïsche bijbelvertaling, met aanteekeningen en bijlagen, 's-Gravenhage, 1831; Cat.-I. van Harderwijk, Rotterdam, 1848, p. 69, nr. 2; P. Leendertz Wz., De prozabijbel aan Jacob van Maerlant toegeschreven, De Navorscher, 11 (1861), p. 337-346; Cat.-A. de Vries, Amsterdam, 1864, p. 27, nr. 495; Cat.-P. van Cleef e.a., Amsterdam, 1872, p. 98, nr. 957; Catalogue de manuscrits et d'autographes, Utrecht, 1876, p. 1, nr. 1; Catalogus der bibliotheek van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde, I, Leiden, 1887, p. 12; H. van Druten, Geschiedenis der Nederlandse bijbelvertaling, 1895-1905, p. 65-74; S.S. Hoogstra, Proza-bewerkingen van het leven van Alexander den Groote in het Middelnederlandsch, 's-Gravenhage, 1898, p. XXVI, XXVII, 1-37 en passim; C.H. Ebbinge Wubben, De zogenaamde eerste Nederlandse historiebijbel, Nederlandsch Archief voor Kerkgeschiedenis, Nieuwe Serie, 3 (1905), p. 323-350; A Middle Low German Alexander Legend. From a Newly discovered Manuscript, privately owned edited, with Introduction and Notes bij A.J. Barnouw, New York, 1929, p. 2 en 14-73 (Germanic Review Texts, 1); Middelnederlands geestelijk proza, verzameld door C.C. de Bruin en ingeleid door C.G.N. de Vooys, Zutphen, 1940, p. 21-23, nr. 12 en p. 331, nr. 12; G.I. Lieftinck, Codices 168-360 societatis cui nomen Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde, Leiden, 1948, p. 46-47 (Bibliotheca Universitatis Leidensis, Codices manuscripti, V. Codicum in finibus Belgarum ante annum 1550 conscriptorum qui in bibliotheca universitatis asservantur pars I); M. Andersson-

[pagina 159]
[p. 159]

Schmitt, Über die Verwantschaft der Alexandersagen im Seelentrost und in der ersten niederländischen Historienbibel, Münstersche Beiträge zur niederdeutschen Philologie von F. Wortmann, R. Möller, M. Andersson-Schmitt, W. Foerste und L. Foerste, Keulen-Graz, 1960, p. 78-104 (Niederdeutsche Studien, 6).


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken