Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Zwendelaars? (2001)

Informatie terzijde

Titelpagina van Zwendelaars?
Afbeelding van Zwendelaars?Toon afbeelding van titelpagina van Zwendelaars?

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.48 MB)

Scans (3.76 MB)

XML (0.15 MB)

tekstbestand






Genre

jeugdliteratuur

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Zwendelaars?

(2001)–Johan Diepstraten–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 61]
[p. 61]

21.

Op weg naar Het Blauwe Huis probeerde Koen van der Wiel de puzzelstukjes in elkaar te passen. Hij begon een aardig beeld te krijgen van de geestesgesteldheid van het slachtoffer.

Hans van Lelyveld was geobsedeerd door het verleden. De foto's waren het bewijs dat hij keer op keer naar het zuiden was gereisd om David te zien. Het was immers zijn zoon. Of hij beeldde zich in dat David zijn zoon was. Dat kon Van der Wiel nog niet beoordelen. De jongenskamer was ingericht en klaar om bewoond te worden.

De rechercheur kende uit zijn praktijk soortgelijke gevallen die tot drama's hadden geleid. David was niets overkomen. Maar een wanhopige vader, en dat was Hans van Lelyveld, was tot vreemde dingen in staat. Ontvoering was nog het minste wat hij had meegemaakt. Nu hij steeds meer van Hans van Lelyveld begon te begrijpen, verbaasde het hem dat de man zo op afstand was gebleven.

Die foto's waren natuurlijk onschuldig. Maar tegelijkertijd hadden ze iets beangstigends. Al die jaren had Hans van Lelyveld daar gestaan, als een spion met een camera in zijn handen. In het park verscholen achter bomen, aan de overkant van een school tussen geparkeerde auto's. Koen van der Wiel had genoeg inbeeldingsvermogen om te gissen hoe Hans van Lelyveld te werk was gegaan.

Hoe ziek was het slachtoffer? Hij zou het snel te weten komen.

 

De identiteitskaart van de politie deed wonderen. Koen van der Wiel werd onmiddellijk toegelaten tot de geneesheer-directeur, dr. Rijkelijkhuizen.

‘Ik had u al eerder verwacht,’ zei de psychiater.

Koen van der Wiel keek verbaasd.

‘We hoorden van de dodelijke aanslag. Het lag nogal voor de

[pagina 62]
[p. 62]

hand dat u zou komen informeren. Ik stond al op het punt om het rechercheteam te bellen.’

‘Kunt u mij verder helpen?’

‘Van Lelyveld is een tragisch geval. Een groot gedeelte van het jaar functioneerde hij normaal. Bij het vallen van het blad kwam de terugval. Dat zien we veel bij onze patiënten. Somberheid. Voor bepaalde mensen ziet de wereld er in de herfst anders gekleurd uit.’

‘Was hij depressief?’

‘Ook. Maar daar hebben we goede medicijnen voor. We zorgen ervoor dat ze geen ondoordachte dingen doen.’

‘En verder?’ vroeg Van der Wiel.

‘Stemmen. Hij hoorde stemmen. Uiterst moeilijk behandelbaar ziektebeeld.’

Koen van der Wiel knikte. Hij had er al eerder van gehoord. Mensen die de vreemdste opdrachten kregen van wezens in hun hoofd. Ze moesten gehoorzamen, want de stemmen dreigden met hel en verdoemenis.

‘De laatste jaren kregen de stemmen de overhand,’ zei de psychiater. ‘Hij hoorde kwade en goede stemmen, die wisselden elkaar af. De laatste jaren was hij onder invloed van de kwade. Althans, zo kijken wij ertegenaan.’

‘Wat zeiden ze?’

‘De meest afschuwelijke eisen stelden ze. Het recht in eigen hand nemen. Ontvoering, met geweld voor je eigen zaak opkomen. Gelukkig heeft hij daar nooit aan toegegeven.’

‘Heeft het te maken met zijn zoontje?’

‘Precies. Dat kind dat hij nooit meer mag zien. De stemmen zeiden dat hij zijn rechten moest opeisen. Als het niet goedschiks kon, dan maar kwaadschiks.’

‘Ik begin het te begrijpen,’ zei Van der Wiel.

‘Dat lijkt me sterk, want zelfs wij begrijpen nauwelijks wat er in zijn hoofd gebeurde. Wij twijfelen eraan of hij fantaseerde. Als je met Hans van Lelyveld sprak, klonk hij zeer overtuigend. Het zou ons niets verbazen als hij de vader is van die jongen. Voor hem was het in ieder geval werkelijkheid.’

‘Maar wat was dan precies het probleem?’

[pagina 63]
[p. 63]

‘Dat hij met alle geweld beslag wilde leggen op de jongen. Hij wilde hem in huis nemen en als een echte vader voor hem zorgen. Dat hebben we weten te verhinderen.’

‘Hoe dan?’

‘Hij heeft de normale weg bewandeld via de rechtbank. Die zaak loopt nog, dacht ik.’

‘Nee,’ zei Koen van der Wiel. ‘Hij heeft de rechtszaak verloren, de eisen zijn afgewezen.’

‘Dan mogen we van geluk spreken dat de kwade stemmen hem niet tot gewelddadige acties hebben aangespoord. Dat zou in de lijn der verwachting liggen.’

‘Heeft hij u ooit iets verteld over een roman die hij zou schrijven?’

De psychiater lachte.

‘Dat was een merkwaardige opdracht van de stemmen. Van de goede deze keer, zoals wij het tenminste beoordeelden. Ik geloof niet dat hij het voor elkaar heeft gekregen. Hij was geen schrijver.’

‘Wij zijn ernaar op zoek,’ zei Van der Wiel. ‘Misschien vinden we het nog. Het was zijn enige mogelijkheid om zijn recht te halen.’

‘Welk recht?’

Koen van der Wiel vertelde over zijn bezoek aan de uitgever.

‘Dat verhaal? Daar heb ik eerder iets over gehoord. Als u een moment heeft, zoek ik het even na.’

De directeur-geneesheer liep naar een kamer ernaast en kwam met een dikke map terug.

‘Onze patiënten moeten hun ervaringen op papier zetten. Dat is een onderdeel van de therapie. Het is natuurlijk strikt vertrouwelijk, maar in dit geval wil ik toch een uitzondering maken. Eigenlijk zou ik moeten overleggen met de arts die hem de laatste jaren heeft behandeld, maar die is voor twee weken in het buitenland. Heeft u hier iets aan?’

Koen van der Wiel bladerde.

Tussen alle losse blaadjes vond hij een apart pakketje. Samengebonden met een lint.

‘Gevonden,’ zei hij. ‘Dit zocht ik. Het bestaat dus toch. Het manuscript van Zwendelaars.’

‘Waarom is dit voor u interessant?’

[pagina 64]
[p. 64]

‘Iemand heeft hem vermoord. Ik ben op zoek naar de motieven. Misschien helpt dit me verder.’

‘Neemt u het pak maar mee. Het is u wel toevertrouwd.’

‘Zijn er wellicht mensen in zijn omgeving die een reden zouden kunnen hebben?’

‘Daar hoeft u niet lang naar te zoeken. Bij mijn weten was hij een gesloten figuur die nauwelijks contact had buiten zijn werk.’

‘Werd hij bedreigd?’

‘Eerder andersom. Bij dit soort patiënten zien we nogal eens dat ze lastig zijn voor hun omgeving. Dat kan ver gaan. Ze vertonen vaak het gedrag van een stalker. Ze achtervolgen iemand en maken hem het leven zuur. Midden in de nacht bellen ze. Ze schrijven brieven met bijvoorbeeld huwelijksaanzoeken. Ze wachten hun slachtoffer op bij hun huis. Drama's zijn dat.’

‘Vertoonde Hans van Lelyveld zulk gedrag?’

‘Dat weten we niet. Maar de stemmen kunnen hem hebben beïnvloed. Bij mijn weten hield hij zich rustig. Het moet voor u niet moeilijk zijn om te achterhalen of hij mensen bedreigde. Denk aan de familie van die jongen.’

Koen van der Wiel knikte.

Hij moest naar het advocatenkantoor. Hij moest de confrontatie aan met Marijke Ouwerling, Hendrik Ouwerling en Paul de Zeeuw.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken