Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Zwendelaars? (2001)

Informatie terzijde

Titelpagina van Zwendelaars?
Afbeelding van Zwendelaars?Toon afbeelding van titelpagina van Zwendelaars?

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.48 MB)

Scans (3.76 MB)

XML (0.15 MB)

tekstbestand






Genre

jeugdliteratuur

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Zwendelaars?

(2001)–Johan Diepstraten–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 70]
[p. 70]

24.

David zat er ongemakkelijk bij. Deze confrontatie zinde hem niet. Hij keek schuin naar Saskia. Waarom had ze niet met hem overlegd? Waarom had ze hem zo laten vallen? Op school, tijdens de middagpauze, had ze verteld dat ze stapelgek werd van de affaire. Daarom had ze met haar vader gepraat.

Zijn moeder had alleen met haar hoofd geschud toen ze Paul de Zeeuw aan de telefoon had gehad.

‘Ik probeer het te begrijpen, ik doe mijn best, maar ik kan maar geen hoogte van je krijgen,’ was alles wat ze tegen David zei.

Paul de Zeeuw had alleen maar geknikt toen David binnenkwam. Saskia keek hem nauwelijks aan. Maar oom Hendrik sloeg hem joviaal op de schouders.

‘Nog meer liefhebbers voor een whisky?’ Hij liep weer naar de kast om voor zichzelf in te schenken.

De lange stiltes probeerde oom Hendrik op te vullen met anekdotes over de cliënten die hij nu verdedigde. Op verjaardagsfeestjes lukte het hem wel om de stemming erin te krijgen, maar nu luisterde iedereen plichtmatig. In gedachten was iedereen bezig met de komst van Koen van der Wiel.

 

David had een aangeslagen rechercheur verwacht. Maar het tegendeel bleek het geval. Zijn dikke dossiermappen legde hij op een bijzettafeltje. Operatie Lely las David op de bovenste.

‘U begint?’ vroeg Koen van der Wiel aan Paul de Zeeuw. ‘Vertelt u me maar dat ik nooit met David en Saskia naar Rotterdam had mogen gaan. Dat akkefietje van de afluisterapparatuur en de vingerafdrukken bij u in het kantoor mag u me ook verwijten. Dan hebben we dat tenminste gehad.’

David was perplex. Afluisterapparatuur? Vingerafdrukken? Wat wist hij nog meer niet?

[pagina 71]
[p. 71]

Met een klap zette oom Hendrik zijn whiskyglas op tafel. ‘Zullen we normaal doen?’ vroeg hij dreigend. ‘Wat mij betreft roepen we Pinxteren erbij.’

‘Moord, mijnheer Ouwerling. Het gaat hier om moord. Eerlijk gezegd ben ik de hele zaak beu. Van mij mag u de officier van justitie nu oproepen. Of dat verstandig is, merkt u vanzelf dan wel.’

‘Ik stel voor om nu al een einde aan deze bijeenkomst te maken,’ zei Marijke Ouwerling. ‘Ik zie niet in waarom ik hierbij aanwezig moest zijn. Paul en Hendrik kunnen gewoon een procedure starten tegen deze heer.’

‘Dat wacht ik in alle rust af,’ zei Koen van der Wiel. ‘Maar eerst dit.’

Hij pakte uit een map een stapel vellen papier.

‘Het boek van Hans van Lelyveld. De uitgever zal benieuwd zijn. Mooie titel trouwens: Zwendelaars. Het gaat over u drieën en de vader van David.’

‘Waar heeft u het over?’ vroeg oom Hendrik.

‘U mag het lezen,’ zei Koen van der Wiel. ‘Ik heb enkele kopietjes gemaakt. Na overleg met de zuster van Hans van Lelyveld zal ik één exemplaar naar uitgeverij De Wereld sturen. Het was de wens van het slachtoffer dat dit boek zou verschijnen.’ De rechercheur deelde de kopieën uit.

‘Waarom heeft hij dit zelf niet opgestuurd?’ vroeg David.

‘Stemmen. Hij hoorde stemmen. Ze hadden hem bevolen dat hij de tekstbestanden op zijn computer moest wissen.’

‘Nu begrijp ik het,’ zei David. ‘Hij deed zo raar toen wij hem vonden na het ongeluk. Hij zwaaide met zijn armen en riep de hele tijd dat er iets in zijn hoofd gonsde. “Weg, weg jullie.” Dat waren zijn laatste woorden.’

David schrok van zichzelf.

‘Waarom heb je dat nooit verteld?’ vroeg Marijke Ouwerling.

‘Ik wist niet dat het belangrijk was.’

‘Er zijn meer dingen die we achterhaald hebben,’ zei Koen van der Wiel. ‘Onder andere dit manuscript. Als het waar is wat hier staat, dan heeft u waarschijnlijk iets te maken met de dood van Hans van Lelyveld.’

[pagina 72]
[p. 72]

‘Wat staat er dan in?’ vroeg Marijke.

‘Hoe medestudenten hem een loer hebben gedraaid.’

‘Mijnheer Van der Wiel, u begrijpt er helemaal niets van. Ik word al jaren achtervolgd door deze Hans van Lelyveld. Op mijn studeerkamer boven bewaar ik misschien wel honderd brieven. Liefdesbrieven, dreigbrieven, fragmenten uit het boek dat hij aan het schrijven was.’ Marijke bladerde door het manuscript. ‘Dit is allemaal oude koek. Ik ken het al jaren. Maar er is niets van waar. Ik kan u de processtukken laten zien waaruit blijkt dat hij veroordeeld is. Wat u nu zegt is uitgebreid aan de orde gekomen tijdens de rechtszitting. U heeft uw huiswerk heel slecht gemaakt.’

‘U weet hiervan?’ vroeg Van der Wiel. Aan zijn stem was te horen dat dit als een verrassing kwam.

‘Alles. Ik word moe van u.’

‘Tijdens mijn bezoek aan het huis van Hans van Lelyveld deed ik een verrassende ontdekking.’

‘Ach nee,’ zei Marijke sarcastisch. ‘U heeft de kamer van David ontdekt? Dat heeft hij me vaak geschreven. De kamer van David is ingericht. Dacht u dat wij blind zijn? Een paar keer per jaar zwierf hij hier in de buurt rond. November, december, dat waren zijn vaste maanden. Daarna werd het gelukkig weer een tijdje rustig. Na het overlijden van Marc kwam hij weer. We hadden het kunnen weten. Die absoluut gestoorde Van Lelyveld beweert namelijk dat hij de vader van David is. Het idee alleen al dat ik ooit iets met hem zou hebben gehad.’

Vol ongeloof schudde Marijke haar hoofd. ‘Ziek werd ik ervan, mijnheer Van der Wiel. Doodziek. Dan heb ik het nog maar niet over de telefoontjes. Overdag, midden in de nacht, het maakte hem niet uit.’

‘Begint u het eindelijk een beetje te begrijpen of moeten we nog duidelijker zijn?’ vroeg oom Hendrik. Hij gaf de kopie van het manuscript terug. ‘Die troep hoef ik niet te lezen.’

‘Als u op een normale manier naar ons was toegekomen, hadden we u dit wel verteld,’ zei Marijke. ‘Dan had u onze kinderen ook niet lastig hoeven vallen. Zijn al uw vragen daarmee beantwoord of heeft u nog iets?’

[pagina 73]
[p. 73]

Koen van der Wiel aarzelde.

‘Mijnheer De Zeeuw. Hoe kon u zo snel een paar uur na het ongeluk in het ziekenhuis zijn?’

‘De politieradio staat dag en nacht aan. We hoorden de naam Van Lelyveld. Toen wist ik dat het om onze kwelgeest moest gaan.’

‘U heeft zijn dood niet betreurd, merk ik wel,’ zei Koen van der Wiel.

‘Nu wordt u vals,’ antwoordde Paul de Zeeuw. ‘U weet niet wat het betekent om altijd maar weer zo'n type in de buurt te hebben. Ja, ik ben blij dat Marijke ervan verlost is. Maar ik heb hem geen handje geholpen, als u dat bedoelt.’

‘Heeft u ooit overwogen dat het gewoon een ongeluk kan zijn geweest?’ vroeg oom Hendrik. ‘Hoe komt u op het idee dat het een opzettelijke aanrijding was?’

‘De automobilist is doorgereden,’ zei Koen van der Wiel.

‘Leest u geen kranten? Dat komt wel vaker voor.’

‘Het sporenonderzoek geeft aan dat de auto plotseling is opgetrokken.’

‘Verder nog bewijzen? Getuigen wellicht?’

Koen van der Wiel schudde zijn hoofd.

‘Helaas, geen getuigen. Saskia en David hadden het kunnen zijn, maar ze hebben niets gezien. Althans, dat beweren ze.’

‘Zelfs een beginnend advocaat maakt gehakt van u,’ zei oom Hendrik.

‘U werkt altijd samen met Maurits Verkerk van de technische recherche heb ik begrepen?’ vroeg Paul de Zeeuw.

‘Waarom vraagt u dat?’

‘De afluisterapparatuur, de vingerafdrukken.’

‘Dat heb ik zelf gedaan,’ zei Koen van der Wiel.

‘Nee, daar bent u niet slim genoeg voor,’ zei Paul de Zeeuw. ‘U hoort nog van ons.’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken