Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Zwendelaars? (2001)

Informatie terzijde

Titelpagina van Zwendelaars?
Afbeelding van Zwendelaars?Toon afbeelding van titelpagina van Zwendelaars?

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.48 MB)

Scans (3.76 MB)

XML (0.15 MB)

tekstbestand






Genre

jeugdliteratuur

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Zwendelaars?

(2001)–Johan Diepstraten–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 80]
[p. 80]

27.

Een uur stond David voor zijn kast met kleren. Hij moest er netjes, maar ook niet al te chic uitzien. Op het verjaardagsfeest van Saskia was zijn halve klas uitgenodigd, maar ook de familie. Hij had er wel zin in.

De garage leek op een echte disco. In het midden hing een draaiende bol met gekleurde lampjes. De muziek was aan het einde van de straat te horen. Soms ontvluchtte David de dreunende bassen en hielp mee in de keuken. Paul de Zeeuw en Marijke maakten toastjes die David uitdeelde.

Saskia kende hij bijna niet terug. David had haar nooit anders gezien dan in een spijkerbroek en slobbertrui, maar nu droeg ze een minirok en strak truitje. Ze had zich opgemaakt en haar haar opgestoken. Nu viel David pas echt op dat Saskia er veel leuker uitzag dan de andere meiden uit zijn klas.

Hij wilde dat hij zijn geheim met haar kon delen. Hij had de witte sportwagen onder de hooiberg gevonden.

Op de wielen zaten nog moddersporen. Waarom was de auto verborgen onder het hooi? Hij wist nu absoluut zeker dat oom Hendrik bij de aanslag op Hans van Lelyveld was betrokken.

Eén telefoontje naar Koen van der Wiel en zijn ziekteverlof was opgeheven.

Maar was het zo eenvoudig?

David keek naar de swingende menigte voor zich. Hij lette vooral op Saskia. Zij flirtte met iedere jongen, leek het wel. Voor het eerst van leven voelde David iets van jaloezie. Het was verdorie toch zijn vriendin, en ze zag hem nauwelijks staan.

Hij slenterde naar de keuken.

‘Davidje,’ klonk het langgerekt. ‘Hoe-is-tie?’

Oom Hendrik wachtte niet op antwoord, vulde zijn whiskyglas bij en trok Paul de Zeeuw aan zijn arm.

[pagina 81]
[p. 81]

‘Pinxteren hebben we in onze zak,’ fluisterde oom Hendrik, maar hard genoeg dat David het hoorde. ‘Ik heb net met hem een paar flesjes pastoor gemaakt. Bingo. Alles geregeld.’

‘Doe er eens wat meer spuitwater bij,’ adviseerde de vader van Saskia. Hij liep naar de woonkamer.

‘Kom, ik ga de familie eens opvrolijken,’ zei oom Hendrik tegen zichzelf. In één teug sloeg hij zijn glas achterover.

David zag hoe oom Hendrik steun zocht bij het aanrecht en de deurpost om zijn weg te vinden naar de woonkamer.

‘Hij werkt te hard,’ zei Saskia die ineens achter David stond. ‘Dan valt het verkeerd. Let er maar niet op. Leuk feest hè?’

‘Hij heeft een witte sportwagen,’ flapte David er plompverloren uit.

‘Wat zeg je?’

‘Ik heb een paar dagen geleden in de stal naast zijn huis rondgeneusd.’ David keek om zich heen om er zeker van te zijn dat niemand hem kon horen. ‘Onder een berg hooi is de auto verstopt.’

‘Kom jij gezellig mijn feestje verpesten?’ Saskia keek David woedend aan.

‘Hoor je niet wat ik zeg?’ zei David. ‘Ik verzin het niet.’

‘Al heeft hij er vijf sportwagens staan, het interesseert me niks. Nada. Duidelijk zo?’

David zweeg beschaamd. Zoveel onbegrip had hij van Saskia niet verwacht.

 

David wilde weg. Hij zat in de voorkamer tussen de familie. Het feestje in de garage kon hem gestolen worden. Een enkele keer was hij Saskia tegen het lijf gelopen, maar hij was lucht voor haar.

Stom dat hij zijn geheim verraden had. Aan Saskia nog wel. David luisterde naar de anekdotes van oom Hendrik die steeds moeilijker uit zijn woorden kwam. Op de momenten dat iedereen hard lachte, glimlachte David plichtmatig mee. Nee, dit was niet zijn avond.

‘Tijd om op te stappen. Kom David.’

Marijke Ouwerling nam van iedereen afscheid. David liep naar de garage en zwaaide naar niemand in het bijzonder. Saskia zag hem, maar draaide zich demonstratief om.

[pagina 82]
[p. 82]

‘Vond je het niet zo gezellig? ’ vroeg zijn moeder toen zij thuis waren.

‘Niet echt,’ antwoordde David.

‘Er is iets met je. Ik merk het aan alles.’

David haalde zijn schouders op.

‘Het zit je nog steeds dwars, of niet?’

‘Iemand heeft hem aangereden,’ zei David. ‘Daar maakt niemand zich druk om.’

‘Het was gewoon een ongeluk.’

‘Het was oom Hendrik,’ zei David. ‘Ik weet het zeker.’

‘Hoe kom je daar nu weer bij?’

‘In zijn schuur staat de sportwagen. Ik heb hem gezien, verborgen onder een hooiberg.’

‘Wat ga je me nu vertellen. Ben jij aan het spioneren?’

‘Ik fietste toevallig langs zijn huis.’

‘David, David toch. Wat ben je toch allemaal aan het doen? Dit slaat nergens op. Die wagen heeft oom Hendrik alleen voor de onderdelen. Twintig jaar geleden heeft hij er voor het laatst mee gereden. Die auto doet het helemaal niet meer.’

‘Ik heb het ongeluk gezien,’ zei David. ‘Ik heb de sportwagen herkend.’

‘Dus je hebt het ongeluk wel gezien! En jij beweert dat oom Hendrik een moordenaar is.’

David knikte. De moddersporen op de wielen waren niet van twintig jaar geleden.

‘Als jij het wil, gaan we dat uitzoeken. Alles. Maar voordat we naar Koen van der Wiel stappen, wil ik je iets laten zien.’

 

Ze liepen naar de studeerkamer van Marijke. Uit de onderste lade van haar bureau pakte ze een stapel brieven.

‘Je mag ze allemaal lezen.’

Uit een envelop pakte ze een vel tekenpapier.

‘Dit is de fraaiste.’

David zag een slecht getekend doodshoofd.

‘Wil je de brief lezen die erbij hoort? Daarin vertelt die mooie Hans van Lelyveld dat hij me komt vermoorden als ik jou niet afsta.’

Marijke legde de brieven naast elkaar.

[pagina 83]
[p. 83]

‘Dreigementen, dreigementen en nog eens dreigementen. Iedere dag kwam er wel een brief binnen.’

David las.

Hij kon zich niet voorstellen dat al die brieven over hem gingen.

‘We hebben de politie ingeschakeld, maar die kon er niets tegen doen. Van Lelyveld is talloze malen gewaarschuwd, maar niets hielp. Wat we ook deden. De telefoon ging minstens twee keer per dag. Begrijp je nu dat ik blij ben dat hij dood is? Als oom Hendrik mij verlost heeft van die kwelgeest, ben ik hem nog dankbaar ook.’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken