Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Zwendelaars? (2001)

Informatie terzijde

Titelpagina van Zwendelaars?
Afbeelding van Zwendelaars?Toon afbeelding van titelpagina van Zwendelaars?

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.48 MB)

Scans (3.76 MB)

XML (0.15 MB)

tekstbestand






Genre

jeugdliteratuur

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Zwendelaars?

(2001)–Johan Diepstraten–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 77]
[p. 77]

26.

David hoorde stemmen. Niet zoals Hans van Lelyveld, maar het gonsde in zijn hoofd. Iets klopte er niet. Deze keer moest hij het zelf opknappen. Wie kon hij nog vertrouwen?

Hij haalde alle fotoalbums uit de boekenkast en bestudeerde ze een voor een, op zoek naar de witte sportwagen.

‘Sinds wanneer heb jij belangstelling voor die oude foto's?’ zei zijn moeder.

‘Zomaar. Ik vind het wel leuk.’

Marijke Ouwerling ging naast hem op de bank zitten en bladerde mee. ‘Zullen we deze foto vergroten, voor aan de muur?’ Ze wees naar een lege plaats boven de dressoir. ‘Dan vergeten we papa nooit meer.’

‘Dat doe ik toch niet,’ zei David.

Nu zijn vader was overleden, merkte hij pas echt hoeveel hij hem miste. Wat had hij toch altijd veel gedaan met zijn vader, al was die vaak van huis. Nooit meer schaken, nooit meer samen achter de computer, nooit meer naar het voetballen. Zelfs samen dat vervelende boodschappen doen op zaterdagmiddag miste hij nu.

David zette de fotoalbums terug in de kast. Geen witte sportwagen. Er was wel een vergeelde foto van oom Hendrik van vele jaren geleden met op de achtergrond een auto die er een beetje op leek. Maar die foto was genomen toen oom Hendrik net zijn rijbewijs had gehaald. Die auto was natuurlijk al lang op de schroot beland. Of niet?

 

‘Ik ga nog even naar Saskia,’ zei David. ‘Even wat spullen ophalen.’

‘Hoe kan dat nou? Ze was vanmiddag nog hier.’

‘Ze heeft mijn wiskunde meegenomen. Ik heb overmorgen proefwerk.’

[pagina 78]
[p. 78]

‘Dan doe je dat toch morgen. Kom, dan ga ik het gezellig maken.’

Zijn moeder aaide hem door zijn haar.

Even twijfelde David. Kon hij haar vertrouwen? Toch besloot hij om te zwijgen over de fotoalbums.

 

Er waren twee mogelijkheden. Paul de Zeeuw of oom Hendrik. Zijn moeder viel af. Het was ondenkbaar dat ze iets met de dood van Hans van Lelyveld te maken had.

David kende de broer van zijn vader nauwelijks. Hij kwam zelden op bezoek, maar dat kwam omdat Marc en Hendrik Ouwerling elkaar iedere dag al op kantoor zagen. Op verjaardagsfeestjes wel, maar verder? Hij zag oom Hendrik vaker op de televisie dan in het echt. Dat was al zo gewoon geworden dat hij niet eens speciaal op de bekende misdaadprogramma's afstemde. Hij kwam oom Hendrik op alle zenders tegen.

Vroeger keek hij tegen hem op. Maar dat was de laatste jaren wat minder geworden. Oom Hendrik kreeg het meer dan eens voor elkaar om cliënten vrij te pleiten die toch schuldig waren. Op vormfouten of vanwege oneigenlijke opsporingsmethoden. Zoals Koen van der Wiel zonder toestemming van de officier van justitie afluisterapparatuur had laten plaatsen.

Oom Hendrik had Koen van der Wiel aangeklaagd. En daarmee gisteravond het journaal gehaald.

‘Dit betekent het einde van de carrière van onze rechercheur,’ had zijn moeder voorspeld.

Vanmorgen stond op de voorpagina van de krant dat Koen van der Wiel met ziekteverlof was.

Arme Koen, dacht David. Hij mocht de rechercheur wel.

Was deze niet uitsluitend op zoek geweest naar de ware toedracht van het ongeval?

David pakte zijn fiets. Hij had geen zin om zijn huiswerk te maken. Hij nam het weggetje langs de Slingerland, nam de grote bocht en stopte bij de brug. Hij keek naar de plaats waar hij het ongeluk had zien gebeuren.

Alleen wat koeien graasden in het weiland. Door de vroeg opkomende mist kon hij de weg niet zien. Maar terwijl hij daar stond zag

[pagina 79]
[p. 79]

hij in zijn herinnering de witte sportwagen langzaam aan komen rijden, even inhouden en doorrijden.

‘Weg, weg jullie.’ Hij hoorde het Hans van Lelyveld weer zeggen.

David fietste het bos in, langs de boswachterswoning. Stiekem keek hij naar binnen. Het huis leek verlaten. Uit niets bleek dat Tineke van Lelyveld daar woonde. Zou hij aanbellen?

Wat voor reden had hij om dat te doen? David besloot door te rijden. Rechts van hem lag het veld van de atletiekvereniging. Tientallen joggers maakten daar hun verplichte rondjes. Even later passeerde hij Huis den Oever, het restaurant waar hij zo vaak op zondagmiddag met zijn vader en moeder pannenkoeken had gegeten. Hoe vaak hadden ze dan niet een wandeling gemaakt naar de verbouwde boerderij van oom Hendrik, rechts achter het restaurant?

Hij kon doorgaan naar rechts of omkeren. In de verte zag hij de woning van oom Hendrik liggen.

In zijn herinnering was het niet zo'n grote boerderij. Wat moest oom Hendrik in zijn eentje met zo'n kapitale woning? David fietste langzaam voorbij. Hij besefte dat hij hier niet zomaar naartoe was gegaan.

Hij dacht aan het fotoalbum van Saskia. Hij herinnerde zich ook een andere foto, in het plakboek van zijn moeder.

De vergeelde foto van oom Hendrik. Wanneer was die genomen? Ach, het moest wel twintig jaar geleden zijn. Hij mocht zich geen muizenissen in zijn hoofd halen.

 

Het was alsof David naar zichzelf keek en zag hoe hij op de grote vervallen schuur toeliep. Het dak was voor een deel ingestort. De dubbele deur stond halfopen.

David keek naar binnen. Vroeger had de schuur dienstgedaan als stal. In de hoek links lag hooi tot aan de zolder. Langzaam liep David op de hooiberg af en toen zag hij wat daaronder verstopt was.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken