Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Spel en spektakel (2001)

Informatie terzijde

Titelpagina van Spel en spektakel
Afbeelding van Spel en spektakelToon afbeelding van titelpagina van Spel en spektakel

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.10 MB)

Scans (23.27 MB)

XML (1.09 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

studie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Spel en spektakel

(2001)–Hans van Dijk, B.A.M. Ramakers–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Middeleeuws toneel in de Lage Landen


Vorige
[pagina 399]
[p. 399]

Personalia

herman brinkman (1958) studeerde Nederlandse taal- en letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam en promoveerde aldaar in 1997 op het proefschrift Dichten uit liefde. Literatuur in Leiden aan het einde van Middeleeuwen. Als medewerker van het Constantijn Huygens Instituut (KNAW) werkte hij in de jaren 1994-1999 aan de editie van enige Middelnederlandse verzamelhandschriften, waaronder het Comburgse handschrift en het handschrift-Van Hulthem (beide in samenwerking met J.C. Schenkel). In de periode 1996-2000 was hij tevens als post-doc werkzaam bij het project ‘Nederlandse Literatuur en Cultuur in de Middeleeuwen’ (Universiteit Leiden). Behalve over verzamelhandschriften publiceert hij vooral over de omstandigheden waaronder Middelnederlandse literatuur totstandkwam en werd gerecipieerd. Thans is hij verbonden aan het Constantijn Huygens Instituut.

 

dirk coigneau (1948) studeerde Germaanse Filologie aan de Universiteit Gent en is daar sedert 1971, thans als hoofddocent, verbonden aan de Vakgroep Nederlandse literatuur. Hij promoveerde in 1976 op het proefschrift Refreinen in het zotte bij de rederijkers (uitgegeven in 1980-1983). Hij publiceerde onder meer over organisatorische aspecten van de rederijkerij, genres en thema's uit de rederijkersliteratuur en over Mariken van Nieumeghen, Eduard de Dene, Cornelis Crul en Matthijs de Castelein.

 

carla dauven-van knippenberg (1950) studeerde Duitse taal- en letterkunde in Amsterdam. Als aio aan de Universiteit van Amsterdam deed zij vanaf 1986 onderzoek naar de rol van de legende in het geestelijk toneel van de Middeleeuwen. In 1990 promoveerde zij op het proefschrift ...einer von den Soldaten öffnete seine Seite... Eine Untersuchung der Longinuslegende im deutschsprachigen geistlichen Spiel des Mittelalters. In het kader van een fellowship van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen zette zij haar onderzoek naar intertextualiteit tussen verschillende genres en kunsten voort. Sinds 1994 verzorgt zij aan de Universiteit van Keulen colleges op het gebied van de middeleeuwse letterkunde. Sinds 1998 is zij als faculteitsfellow, sinds 2001 als universitair hoofddocent Duitse Letterkunde verbonden aan de Universiteit van Amsterdam. Behalve over middeleeuws toneel publiceert zij over de receptie van genres, stoffen en motieven, van de Middeleeuwen tot heden.

 

hans van dijk (1939) studeerde Nederlands aan de Rijksuniversiteit Utrecht (doctoraal 1968). Hij promoveerde in 1981 bij W.P. Gerritsen op een proefschrift over Het Roelantslied, was vanaf 1965 werkzaam aan de vakgroep Nederlands van de Rijksuniversiteit te Utrecht en werd in 1986 benoemd tot hoogleraar in de Oudere Nederlandse letterkunde aan de Rijksuniversiteit te Groningen. Hij publiceerde vooral op het terrein van de Karelepiek en het Middelnederlands toneel.

 

r.l. erenstein (1939) studeerde Nederlands en Italiaans te Leiden en Theaterwetenschap te Amsterdam. Sedert 1969 is hij verbonden aan het Instituut voor Theaterwetenschap van de Universiteit van Amsterdam. In 1978 promoveerde hij op De herder en de hoveling: een onderzoek naar aard en functie van het pas-

[pagina 400]
[p. 400]

torale drama aan de hoven in Noord-Italië in de 16e eeuw. Hij publiceerde De geschiedenis van de Commedia dell'Arte (1985) en was hoofdredacteur van Een theatergeschiedenis der Nederlanden: tien eeuwen drama en theater in Nederland en Vlaanderen (1996). In 1997 werd hij benoemd tot hoogleraar in de Theaterwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam.

 

annelies (alias johanna elisabeth) van gijsen (1953) promoveerde in 1989 cum laude aan de Rijksuniversiteit Utrecht op een proefschrift over Colijn van Rijsseles Spiegel der minnen (handelseditie: Groningen 1989). Hierna was zij als KNAW-onderzoekster en universitair docent werkzaam aan de Universiteit Utrecht. Sinds 1998 is zij onderzoeksmedewerkster aan de Universiteit Antwerpen (UFSIA). Tot haar onderzoeksterrein behoren artesliteratuur, met name astrologie en alchemie, overwegend Brabantse epische en dramatische teksten, liefdesconcepties en gender, artes-elementen in fictionele genres en de rol van het geheugen in Middelnederlandse teksten.

 

j.p. gumbert (1936) studeerde Klassieke Talen in Leiden, stak dan over naar de Middeleeuwen en was hoogleraar Westerse Paleografie en Handschriftenkunde tot zijn emeritaat, begin 2001.

 

w.m.h. hummelen (1928) studeerde en promoveerde aan de Rijksuniversiteit Groningen (1947-1958). In 1956 werd hij lector Nederlands aan de universiteit van Kopenhagen, twee jaar later wetenschappelijk ambtenaar te Groningen en in 1969 hoogleraar Oude Nederlandse Letterkunde te Nijmegen. In zijn publicaties richt hij zich vooral op het drama en de uitvoeringspraktijk van het toneel in de Middeleeuwen en de vroege Renaissance.

 

jelle koopmans (1959) is als onderzoeker actief op het gebied van het Frans middeleeuws toneel, deels als editeur (sermons joyeux, pronostications van Jean Molinet, Condamnation de Banquet, Mystère de saint Remi), deels als cultuurhistoricus (Sermon joyeux et truanderie, Le Théâtre des Exclus au Moyen Age). Op dit moment bereidt hij een editie van 53 farces voor, alsmede een studie over de Parijse farce tussen 1480 en 1520 en een monografie over de relatie tussen drukkers en profane drama-teksten in de vroege zestiende eeuw.

 

willem kuiper (1948) studeerde Nederlandse taal- en letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam, waar hij in 1989 promoveerde op Die riddere metten witten schilde. Oorsprong, overlevering en auteurschap van de Middelnederlandse ‘Ferguut’, gevolgd door een diplomatische editie en een diplomatisch glossarium. Hij is als universitair docent, met als specialisatie de Middelnederlandse literatuur uit de handschriftenperiode, verbonden aan de Leerstoelgroep Historische Nederlandse Letterkunde van de Universiteit van Amsterdam, en als onderzoeker (Repertorium van het lied tot 1600) aan het Meertens Instituut (KNAW).

 

ike de loos (1955) studeerde muziekwetenschap te Utrecht en promoveerde aldaar in 1996 op een onderzoek naar de muzieknotatie in liturgische handschriften. Na haar promotie was zij als wetenschappelijk medewerkster verbonden aan de Alamire Foundation (Katholieke Universiteit Leuven). Momenteel doet zij als postdoc aan de Universiteit Utrecht onderzoek naar de vormen en varianten van het gregoriaans in de Lage Landen.

[pagina 401]
[p. 401]

nelleke moser (1970) studeerde Nederlandse taal- en letterkunde aan de Universiteit Utrecht. Na een jaar als toegevoegd docent aldaar werkte ze als onderzoeker-in-opleiding aan de Vrije Universiteit Amsterdam (1995-1999) en als juniordocent aan de Katholieke Universiteit Nijmegen (1998-2000). Momenteel is zij docent-onderzoeker bij de vakgroep Nederlands aan de Sorbonne te Parijs en voltooit ze een proefschrift over de literatuuropvattingen van Noorden Zuidnederlandse rederijkers (1450-1620). Ze publiceerde over de rederijkerspoëtica en over de receptie van Camões in Nederland en werkte mee aan Met en zonder lauwerkrans. Schrijvende vrouwen uit de vroegmoderne tijd.

 

johan oosterman (1962) studeerde Nederlandse taal- en letterkunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Vanaf 1990 is hij werkzaam bij het onderzoeksprogramma ‘Nederlandse Literatuur en Cultuur in de Middeleeuwen’ aan de Universiteit Leiden. In 1995 promoveerde hij daar op De gratie van het gebed. Middelnederlandse berijmde gebeden: overlevering en functie. Vanaf 1995 bestudeert hij als post doc-onderzoeker de vroege Brugse rederijkers, wat moet resulteren in een boek over Anthonis de Roovere en de vroege rederijkerij. Van 1997 tot 2000 werkte hij aan het Repertorium van het Nederlandse lied tot 1600 aan de Universiteit Antwerpen (UFSIA) waaraan hij nu nog is verbonden als gastmedewerker.

 

herman pleij (1943) is hoogleraar Historische Nederlandse Letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam. Hij werkt aan een studie over leven en werken van Anna Bijns en aan deel II van een nieuwe Nederlandse literatuurgeschiedenis.

 

dieuwke e. van der poel (1958) studeerde Nederlandse taal- en letterkunde aan de Rijksuniversiteit Utrecht, waar zij in 1989 promoveerde op De Vlaamse ‘Rose’ en ‘Die Rose’ van Heinric. Onderzoekingen over twee Middelnederlandse bewerkingen van de ‘Roman de la Rose’ . Zij is als docent-onderzoeker verbonden aan het Instituut Nederlands en het Utrecht Centre for Medieval Studies van de Universiteit Utrecht. Haar publicaties liggen vooral op de terreinen van de Middelnederlandse allegorie, liederen en gender.

 

bart ramakers (1961) studeerde Nederlandse taal- en letterkunde aan de Katholieke Universiteit Nijmegen en Middeleeuwse Studies aan de Universiteit van Toronto. Hij was als assistent-in-opleiding werkzaam aan de KUN, waar hij in 1996 promoveerde op Spelen en figuren. Toneelkunst en processiecultuur in Oudenaarde tussen Middeleeuwen en Moderne Tijd (in 1997 bekroond met een Studieprijs van de Stichting Praemium Erasmianum). Hij is als universitair docent oudere Nederlandse letterkunde verbonden aan de KUN en als postdoc-onderzoeker werkzaam aan de Vrije Universiteit Amsterdam voor het VNC-project ‘Rederijkers: conformisten en rebellen. Literatuur, cultuur en stedelijke netwerken (1400-1650)’. Hij werkt momenteel aan een studie over rederijkers en toneel in Haarlem in de zestiende eeuw. Hij is redacteur van onder meer het Nederlands Kunsthistorisch Jaarboek.


Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken