Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Tafel van den kersten ghelove. Deel 2: Winterstuc (1937)

Informatie terzijde

Titelpagina van Tafel van den kersten ghelove. Deel 2: Winterstuc
Afbeelding van Tafel van den kersten ghelove. Deel 2: WinterstucToon afbeelding van titelpagina van Tafel van den kersten ghelove. Deel 2: Winterstuc

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.69 MB)

XML (1.52 MB)

tekstbestand






Editeur

L.M.Fr. Daniëls



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/theologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Tafel van den kersten ghelove. Deel 2: Winterstuc

(1937)– Dirc van Delf–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
Regelnummers proza verbergen

Dat .XXVII. capittel is vanden seven sonden inden heilighen Gheest.

3Dat alle sonde sijn tegen God ende sijn ghebot, toecht hi 4 Ga naar margenoot4selve doer den propheet Ezechiel ende seit aldus: Die ziel,

[pagina 186]
[p. 186]
Ga naar tekstkritische notentekstkritische noten

5 Ga naar margenoot5-14die daer sondicht, sel sterven. Mer eyghentliken sondicht men 6 yegen den Vader van cranchede, want sijnre personen is die 7 godlike moghentheit; ieghen den Soon van onbekenthede, 8 want sijnre personen is die godlike [40c] wijsheit; iegen den 9 heiligen Geest van quaethede, want sijnre personen is die 10 godlike guetheit. Dat is, als die reden wel weet ende die wil 11 wel mach wederstaen; mer <men> van rechter quaethede, 12 uut verkeerden wille, kyest ende aenvaet dat quaet mit 13 versmaet der guetheit Gods, ende dat is gesondicht inden 14 heiligen Gheest.

15Ga naar margenoot15-35Die lerars vragen, waer om hieten die sonden inden heiligen 16 Ga naar margenoot16Geest só zwaer, dat Cristus seit: Si en werden hier niet ver-17geven, noch inder toecomenden werelt? Daer seggen si aldus 18 toe: eerst om-dat die sonden, die uut eygender quaetheitGa naar voetnoot18 co-19men, platGa naar voetnoot19 contrari sijn der genade Gods ende wederspannich, 20 ende daer-om so en hebben si ghien varweGa naar voetnoot20 van onscout; 21 anderwarf, die quaetheit is een verderver des middels, daer 22 die sonden souden in vergeven werden, als is vrientlic toe-23keer an die guetheit Gods; derdwarf, want die sonden die 24 sijn wederpartye ende openbaer wortel <en>de viandeGa naar voetnoot24 der

[pagina 187]
[p. 187]
Ga naar tekstkritische notentekstkritische noten

25 fonteynen der guetheit Gods, dat is die heilige Geest, doer 26 welc God die sonden verghift; vierdwarf om die onmacht des 27 menschen, want hi en can hem niet toe der genaden Gods 28 bereiden, die van so groten last der sonden wert verzwaert; 29 vijftewarf, selden wart gevonden ende nye gelesen, dat sulke 30 sonden sijn vergheven, gelijc als men seit, dat Melchisedech 31 was een kint sonder vader, wantmen van sinen vader niet en 32 lest; sestwarf, want God die pijn verhout hem inden vege-Ga naar voetnoot32 33 vier so groot, recht of hijs hem niet vergeven en hadde, want 34 si so ongescickelickGa naar voetnoot34 hem keerden om verghifnis hoorre sonden 35 <overmids deser sonden> wil.

36Ga naar margenoot36-67Die meester inden hogen sinne seit, dat sesterhande ge-37daente sijn der sonden yeghen den heiligen Geest ende sijn

[pagina 188]
[p. 188]
Ga naar tekstkritische notentekstkritische noten

38 aldus genoemt: mistroost of wanhope, vermetenheit, weder-39vechtinge der bekender waerheit, benydinge dijns broeders.Ga naar voetnoot39 40 genade, verhardicheit in sonden, sonder penitencie te sterven. 41 Dese sonden werden van horen getael aldus gevonden, als drie 42 dingen comen te samenGa naar voetnoot42 in oflaet ende vergheven der sonden. 43 Dat eerste is die gene te kennen, die de sonden sel vergeven, 44 dat is God alleen. Ende in hem sijn twie altijt daer in bij, 45 als ontfarmherticheit ende rechtverdicheit, als David seit: 46 Ga naar margenoot46Die Heer is suet ende gerechtich. Nu tegen sijn ontfarmher-47ticheit is mistroost; tegen sijn rechtverdicheit is vermeten-48heit ofte guet vermoedenGa naar voetnoot48. Ende dat sijn die eerste twee son-49den inden heiligen Gheest. Dat ander datter coemt tot ver-50ghiffenis van sonden, dat <is> die menscheGa naar voetnoot50 die misdaen 51 heeft, ende in dien so sijn twie dingen noot, als berouwe van-52der begangenderGa naar voetnoot52 misdaet, ende begrip dat niet meerre te doen. 53 Teghen berouwe is verhardicheit in sonden; teghen guet be-54grip is sterven of leven sonder penitencie. Ende dit sijn die 55 ander twee sonden inden heiligen Gheest. Dat derde datter 56 coemt tot verghiffenis der sonden, dat daer is dat myddel be-57reidende tusschen God ende den sondaer. Ende daer syn oic 58 twee dingen in te vinden, als kennen der waerheit, ende min-59ne der duecht. Dit sijn twee int beghinsel onser salicheit. 60 Iegen kennen der wairheit is kijf ende weder-vechten be-[41a] 61 kender waerheit; ieghen minne der duecht is benydinge sijns 62 even-menschen genade. Die sevende is sonder penitencie int 63 eynde te wesen; ende dat plecht gaern te schienGa naar voetnoot63: die in sinen 64 leven ghien penitencie en wil doen, dat hi in sinen lestenGa naar voetnoot64 65 ghien en doet. Al waert oec één dootsonde, daer hij ghien

[pagina 189]
[p. 189]
Ga naar tekstkritische notentekstkritische noten

66 berou <of> en haddeGa naar voetnoot66, hi moste daer sonder genade van Gode 67 versceiden.

68Die lerars vragen: wat penitenci sel die biechter den mensche 69 setten voor sijn sonden, die in sijn leste leit ende ghien peni-70Ga naar margenoot70-86tencie en mach doen? Doer antwoort dat decreet toe, <dat 71 hi sal den sieken mensche segghen>: voir sijn sonden ende 72 alder werelt sonden heeft God mit sinen ghecruusten doot volGa naar voetnoot72 73 gedaen ende sette den minnen-doot Cristi tot een onderpant 74 voor al dijn sonden. Of hi sal van Gods macht den mensch 75 quijt laten van alre penitencie ende seggen: die ghemeen 76 weldaetGa naar voetnoot75 alder kersten menschen ende gebedingeGa naar voetnoot76 aller heiligen 77 kercken si penitenci van dijn sonden op die genade Gods. Of 78 hi sel hem penitenci setten so cleyn van woorden, so licht van 79 wercken, datse die zieke mensche wel doen mach; als in 80 woorden: God, wes mi, sonder, genadich; in wercken: tey-81kenen een cruusGa naar voetnoot81 voor sijn borst of voerhoeft, of reyken uut

[pagina 190]
[p. 190]
Ga naar tekstkritische notentekstkritische noten

82 sijn hant totten oly-cruus. Of hi sel hem waerdige penitencie 83 setten op dusdanige vorwaerde: verleent God dat hi op comtGa naar voetnoot83, 84 so sel hijse doen voer enich werck, of blivetGa naar voetnoot84 hi, datse enich van 85 sinen vrienden doe van sijnre wegen. Ende dit mach wel ge-86scien, daer die dinghen also sijn gelegen. [41b]

margenoot4
Ezech. 18:4.
[tekstkritische noot]13 CGDA versmaet; H versmaden; B versmaetheden.
18 B eyghenre.
21 B middelaers.
22 CH warden als is; A als ic.
24 B ende o. wortel ende viande.
margenoot5-14
Comp. III c. 29: appropriate tamen dicitur aliquod peccatum esse in Patrem, aliud in Filium, aliud in Spiritum sanctum. In Patrem enim peccatur ex impotentia, in Filium ex ignorantia, in Spiritum sanctum ex malitia certa, hoc est: quando voluntas potest et scit resistere alicui malo, et tamen ex sola malitia illud eligit.
margenoot15-35
l.c.: Peccatum in S.S. procedit ex libera et improba voluntate liberi arbitrii et directe impugnat gratiam Spiritus sancti et ideo non habet colorem excusationis, quia quantum est de se, directe impugnativum est medici et remedii per quid fieri habet remissio peccati... item quia adversatur fonti remissionis, scilicet Spiritui sancto... item propter impotentiam hominis, quia vix potest se praeparare ad gratiam, quem tanta moles peccati premit... item quia non legitur dimissum, propter quod dicitur irremisibile, sicut Melchisedech dicitur sine patre, quia non legitur de ejus patre... dicitur irremisibile in hoc saeculo et in futuro, non quia dimitti non possit, sed quia raro aut vix dimittitur in hoc saeculo quantum ad culpam, aut in futuro quantum ad poenam.
margenoot16
Matth. 12:32.
voetnoot18
eygender quaetheit: boosheid, kwaadwilligheid.
voetnoot19
plat: geheel en al.
voetnoot20
varwe: glimp, voorwendsel.
voetnoot24
lees: wortel ende v.
[tekstkritische noot]34 GHDB om verghiffenis hoerre sonden (G zonden) overmids deser sonden (G zonden) wil; CA o.v.h.s. wil.
voetnoot32
verhouden: behoudt hun in het vagevuur een straf vóór zoo groot, juist alsof (raro aut vix dimittitur in futuro quantum ad poeman).
voetnoot34
ongescickelick: weinig meegaand, (niet bij Verdam); lees: o.v.h.s. overmids deser sonden wil: wegens deze kwaadwilligheid.
margenoot36-67
Die meester in den hogen sinne. D.v.D. heeft echter niet aan de Sententiae van Petrus Lombardus, maar aan Comp. l.c. deze beschouwing ontleend: Sex sunt species peccati in S.S., videlicet desperatio, praesumptio, impugnatio veritatis agnitae, invidentia charitatis fraternae, obstinatio, finalis impoenitentia. Horum numerus sic accipitur. In remissione tria scilicet: ipse remittens, et ille cui remittitur, ac dispositio remittendi in eo cui remittitur. In ipso remittente duo sunt, scilicet misericordia et justitia. Contra primum est desperatio, contra secundum praesumptio. In eo, cui remittitur, duo sunt, scilicet dolor de commisso et propositum de non committendo. Contra primum est obstinatio, contra secundum finalis impoenitentia. Praeterea dispositio remittendi in eo, cui remittitur, duplex est, scilicet cognitio veri et amor boni. Contra primum est impugnatio veritatis agnitae, contra secundum invidentiae fraternae gratiae.
Nadat eerst op ‘sesterhande gedaente’ van de zonde tegen den H. Geest was gewezen, volgt 62 nog ‘die sevende’, die boven reeds onder de zes gerangschikt was. Het Comp. maakt echter onderscheid: De finali impoenitentia nota, quod sicut dicit continuationem peccati usque in finem, sic in omni peccato, in quo quis scienter decedit, est finalis impoenitentia; prout autem est una species peccati in S.S. secundum quod hic sumitur, sic dicitur propositum non poenitendi. Ten onrechte heeft dus D.v.D. deze ‘continuatio peccati’ tot de zonden tegen den H. Geest gerekend.
[tekstkritische noot]38 B vermetelheit.
50 CGHB dat is d.m.
52 CH beghannender misdaet; GDA beganghender; B begaender.
58 B bekennen d.w.
65 CGHD daer hi gheen berou of en hadde; B g.b. of en heeft.
voetnoot39
bestrijding van een bekende waarheid (des geloofs).
voetnoot42
comen te samen: samenvloeien; oflaet: kwijtschelding, vergiffenis. Tegenwoordig is dit woord de kerkelijke term voor de kwijtschelding van de tijdelijke straffen voor onze reeds vergeven zonden.
margenoot46
Ps. 24:8.
voetnoot48
lees: of te guet vermoeden: of te groot vertrouwen.
voetnoot50
lees: dat (is) die m.
voetnoot52
begangender: bedreven; - begrip: voornemen, beslissing (propositum).
voetnoot63
plecht gaern te schien: pleegt gauw te gebeuren.
voetnoot64
in sinen lesten: op zijn uiterste, in zijn laatste oogenblikken.
[tekstkritische noot]70 CH dat decreet toe, dat hi sel (H sal) den sieken mensche segghen: voer dine sonden; GDB sieken ontbr.; G dine zonde; DB sine z. A dat hi ... segghen ontbr.
76 CGHD ghebedinghe; B bedinghe; A gebindinge.
80 B in welken hi sel teykenen.
81 C oly cruus crucifixen; H olye cruus crucifix.
voetnoot66
lees: berou (of) en h.
margenoot70-86
Het Decreet, caput I, causa XXVI, quaestio 7 spreekt over de hier behandelde aangelegenheid, maar de weergave ervan door D.v.D. is zoo weinig letterlijk, dat hij waarschijnlijk als onmiddellijke bron een ander geschrift zal gebruikt hebben. Ab infirmis in periculo mortis positis per presbyteros pura inquirenda est confessio peccatorum: non tamen illis imponenda quantitas poenitentiae, sed innotescenda: et cum amicorum orationibus et eleemosynarum studiis pondus poenitentiae sublevandum, et si forte migraverint, ne obligati a communione, et consortio veniae fiant alieni. A quo periculo si divinitus ereptus convaluerit, poenitentiae modum a sacerdote sibi impositum diligenter observet: et ideo secundum auctoritatem canonicam, ne aliis janua pietatis clausa videatur, orationibus, et consolationibus ecclesiasticis, sacra unctione olei inuncti, secundum statuta sanctorum patrum, communione viatici reficiantur.
voetnoot72
voldaan.
voetnoot75
die ghemeen weldaet: de gezamenlijke goede werken.
voetnoot76
gebindinge, lees: gebedinge.
voetnoot81
oly cruus; dit woord heeft Verdam alleen gevonden in de Reken. der Buurk. en uit de verwante talen is het niet opgeteekend. Hier spreekt de tekst echter over het vijfde der zeven H. Sacramenten, het H. Oliesel. De priester zalft de vijf zintuigen: oogen, ooren, neusvleugels, mond en handen, met de H. Olie in den vorm van een kruis, terwijl hij bidt: ‘Door deze H. zalving en zijn goedertierenste barmhartigheid vergeve u de Heer al wat gij misdaan hebt door het gezicht, het gehoor... enz. Amen.-’ De tekst kan hier dus zeer goed beteekenen, dat de zieke zijn hand uitstrekt om de kruisgewijze zalving met H. Olie le ontvangen. In de teksten, door Verdam aangehaald, zijn misschien met de ‘oli crucen, van hout’ bedoeld houten kruisjes ter aanduiding van de twaalf plaatsen, waar de kerkmuren bij de plechtige kerkwijding met chrisma zijn gezalfd.
[tekstkritische noot]83 CH of blivet hi, dat se enich vrient doe (H doet); GDAB o. blivet (B stervet) hi, dat se enich van sinen vrienden doe.
1 CGH van vierderhande manier van sonden, daer wi uut moeten biechten; B van vierrehande sonden die wy biechten sellen; D = A. 9 B grotelic.
voetnoot83
op comt: herstelt.
voetnoot84
blivet: sterft; blijft hij er in.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken