Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Tafel van den kersten ghelove. Deel 2: Winterstuc (1937)

Informatie terzijde

Titelpagina van Tafel van den kersten ghelove. Deel 2: Winterstuc
Afbeelding van Tafel van den kersten ghelove. Deel 2: WinterstucToon afbeelding van titelpagina van Tafel van den kersten ghelove. Deel 2: Winterstuc

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.69 MB)

XML (1.52 MB)

tekstbestand






Editeur

L.M.Fr. Daniëls



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/theologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Tafel van den kersten ghelove. Deel 2: Winterstuc

(1937)– Dirc van Delf–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
Regelnummers proza verbergen
[pagina 341]
[p. 341]
Ga naar tekstkritische notentekstkritische noten

Dat .XLV. capittel van dat dat kint drie dage verloren was ende Ihesus wart gevonden inden tempel int middel vanden lerars.

4Ga naar margenoot4-7Daer Ioseph, die moeder ende haer kint woenden tot Naza-5reth mit sympelre wise, wart dat kint Ihesus twalef iaer oudt 6 <ende> ghingen sijn ouders op ter hoechtijt van Paesschen, 7 Ga naar margenoot7-32als si alle iaer plagen te doen. Ende dat om drier-leye sake. 8 Die eerste was, op-datsi die ewe ende die propheten souden 9 horen, diemen dan den volck plach te lesen. Als doe gesciedeGa naar voetnoot9, 10 Ga naar margenoot10datmen las Ysayas prophecien: Sich een ioncfrou sel ontfan-11gen ende baren enen soon ende sijn naem sel hieten Emanuel, 12 Ga naar margenoot12dat beduut: mit ons is God. Hi is mit ons gesien ende mit ons 13 gewandert ende ghecleet gheweest als een mensche. Dit hoor-14den moeder ende kint, dat die propheet hem meynt. Die ander 15 zake was op datsi mochten inden dienste Gods wesen ende 16 mede offeren <dat paesschelam in den tempel, als God ge-17boden hadde, dat men nemen soude een onbesmet lam ende. 18 offeren> dat heel [78b] inden vuer des altaers voor die son-19den ende daar en soudmen niet of laten te verlyes gaenGa naar voetnoot19. Dit 20 figurierde dat onnosel lam Cristus, dat der wereld sonden

[pagina 342]
[p. 342]
Ga naar tekstkritische notentekstkritische noten

21 droech op hem, <ende> soude <in den> altaer des heili-22gen cruus inden vuur gheheelre minnen ganselick in onser ver-23lossinge vanden sonden gheoffert werden. Die derde sake was, 24 waer-om datsi iaerlix totten tempel op togen, want noch dat 25 oude testament stont inden schijnGa naar voetnoot25 sijnre figuren ende noch die 26 waerheit des geloven en was niet openbaer geworden. Want 27 Ga naar margenoot27<als> Cristus self seide: sijn ure en was noch niet geco-28men. Hier om so wast billick, dat die gheen, die die ewe doer 29 hem soude vervollen ende der ewen last in sijnre besnydenis 30 hadde ontfaen, dat hi in deser stilre tijtGa naar voetnoot30 ten tempel soude 31 gaen, want het was sijns Vaders huus, daer men in leerde sijn 32 gebode; hier om so hadde hijt gelaten node.

33Ga naar margenoot33-39Doer si die achte dage lanck over die hoechtijt van Paes-34schen te Iherusalem hadde gheweest ende souden weder om 35 trecken, doe bleef dat kint Ihesus toe Iherusalem ende si 36 waenden dattet inder geselscap gheweest hadde. Ende doe si 37 quamen een dachvaert van Iherusalem, sochten si hem onder 38 die bekende, vrienden ende maghen. Ende doe sijs niet en

[pagina 343]
[p. 343]
Ga naar tekstkritische notentekstkritische noten

39 Ga naar margenoot39-61vonden, sijn si weder gecomen te Iherusalem. Hier op vragen 40 die lerars, hoe datsi dat kint mochten verliesen, in dien datGa naar voetnoot40 41 sijt mit so groter mynnen besaten ende mit soe groter sorge 42 ende aernst verwaerden? Die eerste reden is nader letter. Want 43 als dat volck inder [78c] hoechtijt van Paesschen tot Iherusa-44lem toech of ende ofGa naar voetnoot44, so ghingen die mannen ende die vrou-45wen elc bisonderGa naar voetnoot45 sinen wech te samen, op-datsi die tijt in 46 kuuscheden souden leven. Die kinder mochten gaen biden vader 47 of mitter moeder hoe si wouden. Nu waende die moeder, het 48 waer mit Ioseph, Ioseph waende het waer mit Marien; dit 49 dedetGa naar voetnoot48, dat sijt verloren. Die ander sake is naden gelove. Want 50 doe Ihesus twalef iair out was, bleef hi inden tempel die ewe 51 te vertreckenGa naar voetnoot51 tot beteykenis, dat hi twalef apostolen soude 52 kiesen, die die twalef articulen des kersten gelove sijnre god-53heit ende sijnre menschheit den twalef geslachten van Ysrahel 54 over die werelt souden prediken ende betugenGa naar voetnoot54. Want oec die 55 twalefte getal inder scrifturen heeft veel volcomenheid ende 56 privilegien, alst lanck waer te vertellen. Die derde sake is 57 naden geest. Want dat Ihesus bleef inden tempel, dattet sijn 58 ouders niet en wisten, beduut, dat een kint sonder weten der 59 ouders mach in een orden gaen ende sijn leven te dienste Gods 60 toe brenghenGa naar voetnoot59, ende tot dier sake en bedervenGa naar voetnoot60 die kinder hoer 61 Ga naar margenoot61-63ouders consent niet, ghelijc als Iheronimus seit: leit dijn va-62der opten dreppelGa naar voetnoot62, tret daer over ende sie dijn screyende moe-63der niet an, ghelijc als dat kint Cristus heeft gedaen.

64Ga naar margenoot64-67Doe si dit kint Ihesum drie dage lanck mit groten rouwe, 65 bitter tranen, clagelike vraghe hadden gesocht, quamen si tot

[pagina 344]
[p. 344]
Ga naar tekstkritische notentekstkritische noten

66Iherusalem inden tempel ende [78d] vondet sitten inden mid-67Ga naar margenoot67-92dewaerde der lerars, die hi hoorde ende vraechde. Die lerars 68 vragen, waer-om laet Cristus sijn liefste vriende dus lange 69 tijt, drie dage, zueken? Die eerste reden is nader letter. Want 70 die kinder van Ysrahel, doe si uut Egypten souden trecken, 71 seiden si den coninc Pharao toe, dat si souden gaen drie dach-72vaert in der woestinen ende offeren horen God. Want drie 73 tiden die werelt hebben sel ende niet meer, als die tijt der na-74turen, doe die mensche leefde alleen der reden, <ende die 75 tijt der scriftueren, doe die mensche levede der ewen>, ende 76 die tijt der genaden daer hi bi leeft den gheest der duecht. Als 77 dese drie tiden werden overleeftGa naar voetnoot77, so selmen in die ewicheit 78 scouwen ende gebruken die heilige Drievoudicheit. Die ander 79 reden is naden gelove; datsi en vonden na drie dagen daer hi 80 verloren was, beteykent, dat <hi> naden derden dach sijns 81 doots, doe hi inder aerden verscolen lach, souden gevonden 82 werden levende in glorien der verrisenisse in een <lit> tey-83ken der toecomender opstandinge, die wi alle sueken, als wi 84 inden tempel Gods der salicheit sellen geleyt worden ende vin-85den die onse siel lief heeft. Die derde sake is naden gheest. 86 Want dri droevige dachvaert heeft een mensche te wanderen,

[pagina 345]
[p. 345]
Ga naar tekstkritische notentekstkritische noten

87 die sinen God inden tempel der verghifnis sijnre sonden sel 88 vinden. Die eerste is waer berouwe ende die gaet over dat 89 herte; die ander is clare biechte ende die gaet over die mont; 90 die derde is volcomen beteringe ende die gaet over al die lede. 91 Dit is die [79a] scarpe, harde wech der penitencien, die totten 92 leven in leyt.

93Ga naar margenoot93-118Doe die lerars dit kint hoerden ende sagen, overwonderdeGa naar voetnoot93 94 hem op sijn wijsheit ende antwoord. Die lerars vragen, waer-95om dat Cristus, die die ewige wijsheit Gods was, onder den 96 lerars der ioden woude horen ende vragen? Die eerste sake 97 was nader letter. Want onbillick waer, dat yemant hem lerens 98 onderwonde, die voor vanden meesters niet geleert en waer. 99 Ende al wast, dat hi dat Woort der wijsheit alleen was ende 100 den engelen leerde inden hemel, hi woude nochtan van 101 meesters geleert warden, op-datmen namels niet en dorsten 102 sijn leer wederspreken, want hi van ghenen en waer gheleert. 103 Die ander sake is naden gelove, op dat hi sijn godheit ende 104 menscheit te samen mochte toghen ende daer of den menschen 105 een onderproevenGa naar voetnoot105 te gheven, want in dien dat hi vraechde, be-106toechde hi sijn menscheit, in dien dat hi wijsliken antwoorde, 107 betoechde hi sijn godheit. Want wie soude so verbeidelikenGa naar voetnoot107 108 den menschen vragen ende horen, hi en waer een mensch? 109 Wye soude so connen antwoorden, dat dat den meesters der

[pagina 346]
[p. 346]
Ga naar tekstkritische notentekstkritische noten

110 ewen verwonderden, hi en waer God? Si sagen een kint ende 111 hoorden meer dan een enghel. Die derde sake is naden geest 112 ende der duecht. Ihesus woude vraghen ende horen, niet dat 113 hi des yet behoofde, mer op-dat hij ons woude wisen een formeGa naar voetnoot113 114 te [79b] horen ende te leren die heilighe scrift ende, daer wi 115 se niet en verstaen, dat wi se van onse lerars vragen ende 116 horen sellen; ende des en sel wi ons niet scamen, noch ver-117smaden, want anders mochten wi op ons eygen sinneGa naar voetnoot117 in dwa-118linge vallen.

119Ga naar margenoot119-122Doe si dat kint aldus vonden, worden si seer verblijt ende 120 die moeder en scoutGa naar voetnoot120 hem niet mit harden woorden, mer 121 vraechde hem aldus mit verwonderen: kint wat hebstu ons 122 gedaen? Ic ende dijn vader hebben di droevich gesocht. -123Die lerars vragen, wat die sake der droefnis Marien, des kints 124 Ga naar margenoot124-129moeder, mochte wesen, datsi en drovich heeft gesocht? Die 125 eerste sake was, want Herodes hadde om sinen wil te Bethleem 126 gedodet so veel kinder, ende doe regnierde tot Iherusalem, 127 daer si hadden gheweest, Archelaus, Herodes soen. Daer om 128 sorchde hiGa naar voetnoot128 ende was vervaert, of dat kint in sinen handen 129 Ga naar margenoot129-133mochte gecomen wesen. Die ander sake was, want si wel wiste 130 dat haer kint was inder werlt gecomen om die menschen mit 131 sinen leer salich te maken ende, om-dat die ioden verkeert 132 ende verhart waren, sorchde siGa naar voetnoot132 of hi in enigen anderen lande 133 Ga naar margenoot133-137daer-om waren ghevaren. Die derde sake was, want si be-134dachte, dat haer die scat der godliker rijcdoem waer bevolen 135 te bewaren, sorchde si, of an haer enich gebreck mochte we-136sen, waer-om dat hi ten hemel weder tot sinen Vader waer 137 gevaren.

[pagina 347]
[p. 347]
Ga naar tekstkritische notentekstkritische noten

138Ga naar margenoot138-154Die ander questi is, waer om dat [79c] Maria seide voor 139 den ioden dat Ioseph sijn vader waer: Ic ende dijn vader 140 hebben di drovich gesocht? Die eerste sake was om sijn ge-141slacht te bewisen, want Ioseph was geboren vanden huus Da-142vids ende nam een ioncfrou vanden selven geslachte. Dese 143 vrucht was David geloeftGa naar voetnoot143, datse van sinen live soude comen. 144 Die ander sake was om der ioden quade waningeGa naar voetnoot144 wille ende 145 verdachtenis, die also begripende warenGa naar voetnoot145, dat hem yemant 146 qualiken mochte voor hem hoeden, gelijc dat Maria Magda-147lena in een quaet geruchteGa naar voetnoot147 onder hem quam, datsi een son-148daersche hietede. Want si seer wilt ende rokeloes was. Die 149 derde sake was, want Ioseph was sijn opvoeder ende besorgerGa naar voetnoot149, 150 die so veel armoede mit hem hadde ghehadt: nu in Egypten 151 te trecken, nu weder om te comen; ende nu had hi en ver-152loren ende seer drovelick gesocht, gescreyet ende gearbeit, 153 om-dat hi yet daer mede mochte werden getroost, want men 154 waende dat hi sijn vader waer. -

155Ga naar margenoot155-158Doe antwoorde hem dat kint Ihesus aldus: Wat is dat ghi 156 mi gesocht hebt; wist ghij niet, dat ic moste wesen in dien 157 dingen, die mijn Vader toe behoren? Ende si en verstonden 158 Ga naar margenoot158-160dat woort niet, dat hi hem toe seide. Die reden was, want hi 159 van sijnre godheit sprac. Ende dit is dat eerste woort datmen 160 Ga naar margenoot160-169in den ewangelien Cristus leset gesproken hebben. - Die 161 lerars vragen, waer-om dat Cristus vreemdelikeGa naar voetnoot161 der sueter 162 moeder ant-[79d]woorde ende vraechde: Wat is dat ghi mi

[pagina 348]
[p. 348]
Ga naar tekstkritische notentekstkritische noten

163 ghesocht hebt? Die eerste sake is nader letter: want had hi so 164 suetelick haer gheantwoort, so soude haer herte beweketGa naar voetnoot164 ge-165worden hebben ende sij had van vruechde bezwijmt, alst den 166 luden plecht te gescien; of si soude te seer geweent hebben 167 voer die meesters ende <want> sijn saken, daer si van spra-168ken, aernst ende wijs waren, so woude hise mit vreemden woor-169Ga naar margenoot169-185den vastmoedichGa naar voetnoot169 bewaren. Die ander sake was naden gelove, 170 want doe hi was in sijns Vaders huus ende sprac mit leerGa naar voetnoot170 van 171 sijnre godheit, hi sprac so ondersceidelikenGa naar voetnoot171 van sinen Vader, 172 den hi meer sculdich is te wille te wesen dan sijnre moeder. 173 Want die Vader hadden gewonnen ewichlick uuter godlikerGa naar voetnoot173 174 aert, die moeder tijtliken uut horen vleisch. Die derde sake 175 was naden gheest ende nader duecht. Si hadden gesocht onder 176 die tijtlike vriende ende mage, eersi in den tempel quamen. 177 Daer om seide hi: Wat is dat ghi mi ghesocht hebt? - recht 178 of hi <se daer of> woude castyenGa naar voetnoot178 ende wijsdese an enen 179 hogheren volmaecten leven, doe hi seide: Wist ghi niet, dat 180 Ga naar margenoot180-185ic in die wercken mijns Vaders moste wesen? Doe onse heer 181 Ihesus hadde sijnre moeder geantwoort, clam hi neder mit 182 hem te Nazareth, daer si woenachtich waren ende was hem on-

[pagina 349]
[p. 349]
Ga naar tekstkritische notentekstkritische noten

183 derdaen. Hier wandelde hi sijn sinne totter moederGa naar voetnoot183 ende nam 184 weder sijn cleyne-kintscheGa naar voetnoot184 wijsse an, als hi voer hadde ge-185daen.

[tekstkritische noot]3 G in die midwarde der leerre; H middewaerde onder die leerre; D in die middewaerde der leeraers; A int middel van den lerars; B midden onder die leerres.
6 B op totter h. van P.; Inc. op te Iherusalem ter h.v.P.
16 GH mede offeren (DA dat paessche lam in den tempel, als God geboden hadde, dat men nemen soude een onbesmet lam ende offeren ontbr.) dat heel in den vuer (H vier); B mede offeren dat paessche lam ende offeren dat heel in den vuer.
margenoot4-7
Luc. 2:42 en 41.
margenoot7-32
Wat hier wordt uitgewerkt, staat slechts met enkele woorden bij Lud., I, c. 15 no 2 aangeduid: Et ibant parentes per omnes annos in Jerusalem in die solemni Paschae, 1) ut Legem audirent; 2) sacrificiis participarent; 3) et ejus adhuc umbrae serviebant cujus jam veritatem tenebant... l.c. no 3: quia enim Dominus venit ut daret omnis perfectionis et humilitatis exemplum, voluit Legem, quamdiu statum habuit, conservare.
voetnoot9
als doe g.: Het geschiedde toen alzoo.
margenoot10
Isaias, 7:14.
margenoot12
Baruch, 3:38.
voetnoot19
ende daer... verlyes gaen: en daarvan zou men niets verloren laten gaan.
[tekstkritische noot]21 A op hem (ende souden in den altaer ontbr.); B op hem ende soude in den.
25 GH schim sijnre figuren.
27 B en was noch niet gecomen (Want (GH als) Cristus selve seyde: sijn ure en was noch niet gecomen.
38 GHDB onder die kennisse.
voetnoot25
schijn: schaduw (GH: schim).
margenoot27
Joës, 2:4.
voetnoot30
stilre tijt: stille week, de week voor Paschen. Vgl. Verdam VII, 2139, die verwijst naar B. Kruitwagen, in De Katholiek dl. 139, blz. 254. - ‘Stil’, omdat men het dagelijksche werk laat rusten en zich aan geestelijke belangen wijdt.
margenoot33-39
Luc. 2:43-45.
[tekstkritische noot]42 G bewaerden.
59 G sijn leven beteren in den dienste Gods.
60 B behoeven.
61 H leydt di dijn vader op den dorpel.
65 B clagelike vraghe ontbr.
margenoot39-61
Lud. de Sax. I, c. 15, no 5: Sed quaeritur hic, quomodo parentes ejus obliviscendo eum relinquere potuerunt, qui tanta cura eum nutriverunt? 1) Ad hoc dicendum, quod mos erat filiis Israël ad festa confluentibus, vel ad propria redeuntibus, ut seorsum viri et seorsum mulieres, propter munditiam castitatis incederent;... pueri autem cum quolibet parente indifferenter ire poterant. Unde Joseph videns puerum Jesum non esse secum, putabat eum esse cum Maria in comitatu mulierum; et e converso, Maria putabat eum esse cum Joseph in comitatu virorum. 2) l.c. no 4: Postquam ergo Jesus ad aetatem duodecim annorum venit, suam sapientiam manifestare coepit... Aetas enim duodenis typus erat duodecim Apostolorum, per quos divinitas et humanitas ejus erat per orbem nuntianda universum.
3) l.c. no 5: Hinc habetur argumentum quod filius... ipsis (patre et matre) etiam nescientibus aut nolentibus, potest ad religionem et ad statum perfectionis evolare seque divino cultui mancipare.
voetnoot40
in dien dat: aangezien.
voetnoot44
of ende of: heen of terug (inc.: toech of wederomme).
voetnoot45
bisonder: afzonderlijk.
voetnoot48
dit dedet: dit veroorzaakte 't.
voetnoot51
vertrecken: uitleggen.
voetnoot54
betugen: bewijzen.
voetnoot59
te dienste Gods toebrenghen: aan den dienst van God wijden.
voetnoot60
bederven: behoeven, noodig hebben.
margenoot61-63
Jheronimus (Epistola prima ad Heliodorum: Licet in limine pater jaceat, per calcatum perge patrem; licet sparso crine et scissis vestibus, ubera quibus te nutrierat, mater ostendat, siccis oculis ad vexillum crucis evola. (niet geciteerd door Lud., maar wel in het Comp. VI, c. 21, ofschoon in geheel ander verband).
voetnoot62
dreppel: dorpel, drempel.
margenoot64-67
Luc. 2:46, aangevuld met Lud. l.c. no 7: cum labore multo itineris et lacrymis plurimis.
[tekstkritische noot]66 GH vonden sitten in die midwarde (H middewaerde) der leerre; D = A; B vonden hem sitten onder die leerres.
74 DA alleen der reden (ende die tijt der scrifturen, doe die mensche leefde (B levede) der eeuwe (H euwe; B ewen ontbr.).
77 GHB hi beleeft (B belevet); DA hi bi leeft; - B der duecht (Als dese drie tiden werden overleeft, so selmen in die ewicheit scouwen ende ghebruken d.h.d. ontbr.).
81 B verborgen lach.
82 GH uutteyken; A open plaats in hs.
83 B opverstandenisse.
85 GHDB mint.
margenoot67-92
1) Glossa ordinaria (niet bij Lud. I.c.): quia quaesitus adventus Christi a Patriarchis ante legem non est inventus; quaesitus a Prophetis et justis sub lege non est inventus; quaesitus a Gentilibus sub gratia est inventus.
2) Lud. l.c. no 7: Et post triduum amissionis ejus, in quo praefiguratum est triduum mortis ejus, in quo credebatur amissus, quarto die mane invenerunt eum in templo, ut secundum Ambrosium daret indicium, quia post triduum triumphalis passionis resurgeret, qui credebatur mortuus, et tunc cum gloria immortalitatis est inventus.
3) Lud. l.c. no 10: Et tunc eum quaeramus per triduum poenitentiae, scilicet per contritionem cum dolore, per confessionem cum pudore, per satisfactionem cum labore et reinveniemus eum.
voetnoot77
overleeft: doorleefd.
[tekstkritische noot]88 B waer berouwenisse.
89 H ende die (gaet ontbr.) over.
93 GH overwonderde hem; B ende verwonderden.
97 B waer onreden.
98 GHD meester, B meyster.
100 GH nochtan van meestere; D n.v. meester; A n.v. meesters; B nochtant van den menschen.
102 B want hi van ghenen en waer gheleert ontbr.
margenoot93-118
Luc. 2:47; Lud. I, c. 15, no 8:1) prius audire quam instruere volebat... Ille doctores interrogat in templo, qui Angelos docet in coelo. Ille doceri interrogando voluit, qui verbum scientiae ipsis suis doctoribus ministravit. 2) Ad ostendendum quod homo erat, homines magistros humiliter audiebat; et ad probandum quia Deus erat, eisdem loquentibus sublimiter respondebat... 3) Interrogabat non quia indigeret, vel ut addisceret, sed ut nobis addiscendi et zelandi Scripturas sacras formam daret, et ut ea quae non intelligimus interrogare non erubescamus, de quo tamen multi erubescunt superbi, eligentes potius in errore permanere, quam instrui.
voetnoot93
overwonderde: verwonderden zij zich (onp. ww. met dat van pers.) Het voorzetsel op is misschien vertaling van ‘super’.
voetnoot105
een onderproeven: een (proefondervindelijk) bewijs; - in dien dat: doordat.
voetnoot107
verbeideliken: geduldig.
[tekstkritische noot]127 B daer hi hadde g.
132 GHDB sorchde si (G zorchde zi).
133 GHB waer ghevaren.
134 B scat costeliker rijcdom; G rikedom.
voetnoot113
wisen een forme (formam daret): een voorbeeld geven.
voetnoot117
op ons eygen sinne: op ons eigen oordeel.
margenoot119-122
Lud. l.c. no 9: non fuit increpatio sed pia de ejus absentia conquestio; - Luc. 2:46-48.
voetnoot120
scout van schelden: streng berispen.
margenoot124-129
Glossa ordinaria: (niet bij Lud.): metuebant ne, quod Herodes in infantia ejus patrasse quaesierat, tunc jam in pueritia positum, inventa opportunitate alii interficerent.
voetnoot128
hi; zie Stoett2, § 28: Het pron. v.d. derden persoon hi wordt ook wel gebruikt voor personen v.h. vrouw. geslacht. Kort daarop staat weer si.
margenoot129-133
onbekende bron.
voetnoot132
sorchde si: was zij bezorgd.
margenoot133-137
Lud. l.c. no 6: Nesciebat Virgo quid ageret, quia thesaurum sibi pie commissum a Deo perdiderat.
[tekstkritische noot]144 GHDB om der joden suspici (B suspicien) wille ehde verdachtenis.
154 B meende.
160 B gesproken te h.
161 GH dus vreemdelike.
margenoot138-154
Lud. l.c. no 10 zegt zeer kort: sacrata Virgo patrem ejus appellat Joseph, tum propter Judaeorum suspicionem, tum propter ejus educationem, tum propter genealogiae explicationem.
voetnoot143
geloeft: beloofd; - van sinen live: van zijn geslacht.
voetnoot144
quade waninge: boos vermoeden.
voetnoot145
begripende waren: die dermate er op uit waren iemand te laken, (te gispen), dat iemand daar moeilijk voor op zijn hoede kon zijn.
voetnoot147
in een quaet geruchte: in opspraak.
voetnoot149
besorger: verzorger.
margenoot155-158
Luc. 2:49-50.
margenoot158-160
Lud. l.c. no 12: Istud fuit primum verbum quod ab ore Salvatoris prolatum esse legitur, in quo suam divinitatem expressit. Et ipsum verbum fuit tantae altitudinis, quod Maria et Joseph ipsum non intellexerunt.
margenoot160-169
onbekende bron.
voetnoot161
vreemdelike: op onaangename wijze.
[tekstkritische noot]164 B beweghet.
165 B beswimet.
168 GHDB vromen woorden.
178 GH of hi ze (H se) woude daer of (H of ontbr.) castyen.
voetnoot164
beweket: week maken; var.: beweghet: bewogen.
margenoot169-185
Lud. l.c. no 11: 2) Nesciebatis, quia in his quae Patris mei, scilicet Dei, sunt oportet me esse, scilicet in templo, in doctrina et in operibus quibus manifestatur Pater meus; quasi dicat: Potius debeo respicere eum cujus sum aeternus Filius secundum divinam naturam, quam te cujus sum filius secundum naturam humanam. 3) quid est quod me quaerebatis, scilicet inter cognatos et consanguineos?
Lud. l.c. no 12: Nota etiam moraliter, quod per hoc quod Christus interrogationi respondit, quasi corrigendo verbum Matris...omissionem vinculorum sanguinis aperte suggerit, ostendens quod non contingit metam perfectionis attingere eum qui adhuc vagatur in his quae corpori conferuntur.
voetnoot169
vastmoedich: sterk van gemoed (niet bij Verdam).
voetnoot170
mit leer: met kennis.
voetnoot171
ondersceideliken: duidelijk.
voetnoot173
uuter godliker aert: uit het goddelijk wezen.
voetnoot178
recht... castijen: juist alsof hij hen daarover wilde berispen.
margenoot180-185
Luc. 2:51; Lud. l.c. no 15: Nam cum Dominus Jesus dixisset, oportere eum operibus Patris intendere, mutavit consilium et Matris voluntatem secutus, recessit cum ea et nutritio suoet erat subditus illis.
[tekstkritische noot]184 B cleynkintsche wise.
10 GHDB inden eersten nu; A in der eerster ure.
13 GH kunsten.
17 GH grootliken toenemen; A voerbaerlick dacht scheen; inc.: voerbaerlick, zo dat hi scheen gr. t.t.n.
voetnoot183
Hier... moeder: hier veranderde hij zijn gezindheid (houding) tegenover zijn moeder (mutavit consilium).
voetnoot184
kintsche: kinderlijke manier van doen.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken