Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Hannes Brinker of de zilveren schaatsen (1970)

Informatie terzijde

Titelpagina van Hannes Brinker of de zilveren schaatsen
Afbeelding van Hannes Brinker of de zilveren schaatsenToon afbeelding van titelpagina van Hannes Brinker of de zilveren schaatsen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.55 MB)

Scans (29.38 MB)

XML (0.21 MB)

tekstbestand






Illustrators

Maarten Oortwijn

Bert Bouman



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

roman


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Hannes Brinker of de zilveren schaatsen

(1970)–Margreet Bruijn, Mary Mapes Dodge–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

De arreslee en... Hannes

Op een zonnige morgen komt Geertje in de pronkkamer van vrouw Bakker. Ze moet wat halen voor Bet, maar ze kan het niet laten om eens even wat rond te neuzen, want al weet ze precies wat er allemaal in deze kamer staat, toch vindt ze het elke keer weer een feest om alles te bekijken. En vooral vandaag, nu de zon juist door het kleine zijraam naar binnen schijnt. Op de bevroren ruiten glinsteren de figuren als zilver en kristal. Kijk, dat is een vogel met prachtige, lange veren. En dat daar, wat is dat? O, dat is een zwaan. Net zo een als er altijd in het Havenrak zwemt. En net zo een als op dat mooie bord, bovenop de kast. Daar staan nog andere borden ook en vazen en wonderlijke beesten, alles van porcelein. De stoelen hier zijn ook zo mooi, met al dat zachte, glanzende goed er overheen. En dan de spiegel,

[pagina 21]
[p. 21]

daar móét ze altijd even in kijken. De zon schijnt juist op de mooie vergulde rand met krullen. Hè, wat moet het heerlijk zijn om hier zo eens te zitten. Maar dan bij het vuur, want het is wel koud.

Even rilt Geertje in haar dunne jakje. Ze moet opschieten, want Bet wacht op haar. Even nog door het raam kijken en dan zal ze gaan.

Op haar tenen loopt ze naar voren. De ruiten zijn hier dik bevroren. Veel dikker dan aan de zonkant. Voorzichtig ademt ze op een ruit. Er komt een klein rond gaatje, waar ze juist doorheen kan zien. Aan de overkant staat het grote huis van Koker. Wat schittert die ster toch weer mooi boven de deur! Kijk, daar komt een man aan. Hè, nu zit er al weer een vlies op het kijkgaatje. Nog even blazen. Ze moet toch zien, wie daar loopt! En dan zal ze gauw naar het achterhuis gaan. Ziezo, nu kan ze weer wat zien. Ja hoor, hij loopt er nog. Hij steekt schuin over. Hij moet zeker bij de haven zijn, een bijt hakken of zo, want hij draagt een bijl over de schouder, net als Hannes zo dikwijls. Nu is hij vlakbij. Het lijkt Hannes wel! Nee, het líjkt Hannes niet, het ìs Hannes. Zie je wel, net wat ze dacht. Nu gaat hij het ijs op. En als zij vlug naar achteren loopt, kan ze hem weer zien!

Hup, daar gaat Geertje al met vlugge dribbelpasjes de mooie kamer door. Ze is helemaal vergeten, dat ze iets voor Bet moest halen. Ze heeft Hannes gezien en als ze vlug is kan ze hem weer zien. Hup, het afstapje af. Ze struikelt bijna. Nu de gang door en het achterhuis in. Vlug Bet voorbij en naar het raam. Gelukkig, dat is hier niet bevroren. Is Hannes daar nog? Ja hoor! Hij steekt dwars het ijs over. Waar gaat die nu weer heen? Naar de bakker of naar Neel? Kijk, hij staat even stil. Wat ziet hij toch? Scherp tuurt Geertje naar buiten, Hannes voorbij. Daar komt iets aan over het ijs. Ha, nu hoort ze ook wat. Kling-kling, klingeling! Kling-kling, klingeling!

Dat is een arreslee. Snel komt hij naderbij. Sjonge, sjonge, wat een paarden! Gitzwart en met pluimen op hun kop. Geertje drukt haar neus plat tegen de ruit. Die ar is niet van hier. Dat ziet ze zo wel. En het zijn van die mooie paarden. Zeker van een rijke

[pagina 22]
[p. 22]


illustratie

[pagina 23]
[p. 23]

heer uit de stad! Nu is hij vlak bij Hannes. Hij gaat veel langzamer en iemand wenkt. Zeker de weg vragen of zo. Ja, zie je wel, Hannes zegt wat en knikt en wijst. Heel langzaam gaat de ar verder en... Hannes blijft ernaast lopen. Hij knikt heftig met zijn hoofd en wijst naar het huisje van Neel. Nu loopt hij met grote stappen naar de overkant. De arreslee staat stil. Wat zou er toch aan de hand zijn? Kijk, daar is Hannes weer. Maar nu zonder bijl. En Neel komt achter hem aan. Kijk, kijk, hij gaat weer het ijs op. Nu gaat hij... Ja, Bet, ik kom, maar ... kijk toch eens. Kijk toch eens, die Hannes! Wat gaat er gebeuren?

Opgewonden staat Geertje daar achter de ruit te kijken.

‘Bet!’ roept ze nu luid. ‘Bet kom toch eens gauw!’

Daar is Bet al. Ze kijkt wat knorrig naar Geertje. Maar als ze naar buiten ziet, is ook zij verbaasd, want kijk me die Hannes toch eens aan. Die stapt me daar gewoonweg in die prachtige arreslee en rijdt de haven over. De trekvaart op, de hoek om en weg is hij. En Neel staat aan de kant en steekt haar hand op!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken