Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Hannes Brinker of de zilveren schaatsen (1970)

Informatie terzijde

Titelpagina van Hannes Brinker of de zilveren schaatsen
Afbeelding van Hannes Brinker of de zilveren schaatsenToon afbeelding van titelpagina van Hannes Brinker of de zilveren schaatsen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.55 MB)

Scans (29.38 MB)

XML (0.21 MB)

tekstbestand






Illustrators

Maarten Oortwijn

Bert Bouman



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

roman


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Hannes Brinker of de zilveren schaatsen

(1970)–Margreet Bruijn, Mary Mapes Dodge–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Het ongeluk van vader Brinker. De verdwenen schat en een zilveren horloge

En hier komt dan eindelijk het verhaal over vader Brinker zelf. Het is een droevige geschiedenis, die iedereen in Broek en omgeving kent. Moeder Brinker spreekt er zelden over, maar eraan denken, dàt doet ze des te meer. Want al is het dan allemaal tien jaar en langer nog geleden, toch lijkt het als de dag van gisteren dat ze's ochtends in de vroegte haar sterke, gezonde man nakeek, wanneer hij naar zijn werk ging. Eerst stond ze altijd alleen aan het venster, toen met Hannes op de arm en later met de kleine Geertje. Ja, dat was een mooie, goede tijd!

Vader Brinker had altijd werk en al verdiende hij niet zoveel, toch hadden ze genoeg om van te leven. Soms hidden ze nog wat over en dat bewaarde moeder zuinig in een zwarte kous, onder de strozak in de bedstee. En nooit zou ze er ook maar even over denken om een stuivertje, of slechts een enkele cent uit de kous terug te nemen. Nee, wat er eenmaal in zat, dat blééf er ook in! Vader moest er wel eens om lachen, wanneer moeder de kous te voorschijn haalde en al het geld op tafel liet rollen. Zorgvuldig telde ze dan de centen, de vierduitenstukken en de stuivers na, wreef ze met haar boezel op, totdat ze glommen en stopte dan al-

[pagina 18]
[p. 18]

lesweer weg, op de oude plaats.

‘Wordt de bedstee nog niet te klein moeder?’ vroeg hij haar eens plagend. ‘Vraag anders maar eens aan vrouw Bakker of ze geen plaatsje voor je in de kelder heeft. Daar zal je schat zeker veilig zijn! En als het geld eens nat mocht worden, dan kun jij weer poetsen, dat doe je toch zo graag!’

Toen moesten ze beiden lachen en ze dachten aan de verhalen over de rijke kooplieden, die in de goede oude tijd, toen er nog zoveel rijkdom was in Broek, hun zilveren en gouden munten en staven in de kelders van hun huizen bewaarden. De grote, volle zakken legden ze op planken, die doorbogen onder het gewicht. De kelders stonden half vol water en als er brand kwam, en de planken zouden verbranden, dan rolde al het geld daarin. En dat kon later allemaal weer opgevist worden! Maar dat het dan niet meer blonk, dat is wel zeker!

Zo was er eens een rijke man die een flinke brand gehad had. Alles wat branden wilde had gebrand, dus ook de planken waar zijn geld op lag. Dat viel allemaal in het water en daar bleef het liggen, dagen- en misschien wel wekenlang! Daar kon het zilvergeld niet tegen en een hele ploeg arbeiders moest komen om te poetsen. En poetsen deden ze, niet een dag, niet twee dagen, maar vele dagen lang!

Wie het geloven wil die gelooft het en wie het niet geloven wil die gelooft het niet!

Maar moeder Brinker bracht haar geld niet bij Bakker, Koker of Pronk, of waar dan ook. In de bedstee was het goed bewaard en nergens kon het beter zijn.

‘Het is een appeltje voor de dorst,’ zei ze. ‘En dat bewaar ik liever in ons eigen huis!’ En daar bleef het bij.

Zo leefden zij voort, heel rustig en tevreden, tot er op een kwade nacht een storm losbrak. Zo'n gierende, razende storm. De wind bolderde door de polders en joeg het water in vaarten en meren hoog op. De luiken van het huisje klapperden en de pannen vlogen van het dak af. Bij tien, bij twintig tegelijk. De oude wilg voor het huis werd uit elkaar gerukt. Alleen de knoest bleef over. Het was een storm zoals er in geen jaren was geweest.

[pagina 19]
[p. 19]

Geen mens kon slapen deze nacht. En dat mocht ook niet. Nu moest men waken en op zijn hoede zijn! Want Waterland is vlak en als het er waait, dan waait het er goed. En als het er stormt, wordt het gevaarlijk. Dan is het oppassen voor het water. Dan is het waken bij de dijken! Het was nog maar kort geleden, dat het hele land ondergelopen was. Dat was in 1825. Ontzettend was toen die watersnood. Zoiets mocht nooit weer gebeuren! Dieren en mensen vluchtten toen naar de kerk en wachtten daar in grote angst en nood! En daarom, in die stormnacht tien jaar geleden, trok Brinker snel zijn kleren aan en snelde met z'n schop over de schouder de dijk op. Sterke jongens en mannen bleven zo'n nacht niet thuis. Moeder Brinker kon wel voor de kinderen zorgen.

‘Wees niet bang mijn beste vrouw,’ zei vader Brinker terwijl hij de deur uitging. ‘De dijken houden het wel, ze zijn nu sterk. En wij zullen ze goed bewaken!’ Maar plotseling keerde hij zich om en stak z'n hand in zijn broekzak. Daar haalde hij een groot zilveren horloge uit. ‘Bewaar dit goed,’ sprak hij haastig. ‘Morgen zal ik je er meer van vertellen!’ Toen verdween hij in de donkere stormnacht.

Dit waren de laatste woorden, die Brinker tot zijn vrouw gesproken heeft. Want de volgende morgen, heel in de vroegte, werd hij bewusteloos thuisgebracht. Hij was door de storm het water ingeslingerd en waarschijnlijk met zijn hoofd op iets hards terechtgekomen.

Uit een kleine wond stroomde bloed. Ouwe Neel was er bijgekomen en had er spinrag op gelegd. De wond was gauw genezen, maar ... de oude Brinker was verdwenen. In zijn plaats zat daar nu een man met een heel bleek gezicht, met ogen die weinig zagen en een mond die zelden sprak. Hij leek alles van vroeger wel vergeten te zijn. En wat moeder en Neel ook probeerden, niets hielp. Hij zat daar maar bij het vuur of voor het raam en trok zich van zijn vrouw en kinderen weinig aan.

Zo is het dat Geertje haar vader kent. Ze weet al niet beter meer. Maar Hannes herinnert zich nog goed hoe hij paardje reed op zijn vaders knie en hoe ze samen naar de vaart gingen en daar

[pagina 20]
[p. 20]

het bootje lieten varen, dat vader zelf voor hem gemaakt had. Vader kon alles en vader wist alles. Maar nu...

De goede tijden zijn voorbij. Met veel zorg en moeite heeft moeder Brinker haar kinderen grootgebracht. Er zijn dagen geweest, dat er geen brood of pap meer was om de ergste honger te stillen en geen warme kleren om aan te trekken. Als er toen geen goede mensen geweest waren om het arme gezin te helpen, wat zou er dan van hen geworden zijn?

En hoe vreemd, hoe vreemd ... de zwarte kous, dat appeltje voor de dorst, dat moeder zo zuinig bijeen gespaard had, stuivertje bij stuivertje, die zwarte kous is sinds die stormnacht verdwenen. En hoe moeder ook gezocht heeft en later Hannes en Geertje, nergens, nergens is hun schat te vinden. Niets hebben ze meer dan een zilveren horloge. En hoe ze daaraan gekomen zijn? Dat weet geen mens, behalve vader Brinker. Maar die zwijgt.

‘Bewaar het goed. Morgen zal ik je er meer van vertellen!’ heeft hij gezegd. Maar wanneer zal díé morgen aanbreken?


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken