Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Wajono (1969)

Informatie terzijde

Titelpagina van Wajono
Afbeelding van WajonoToon afbeelding van titelpagina van Wajono

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.67 MB)

Scans (15.63 MB)

XML (0.11 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Wajono

(1969)–Thea Doelwijt–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 80]
[p. 80]

[XV]

Meneer Keller probeerde nog enkele verontschuldigingen voor het gebeurde te vinden.

Joyce bleef anti alles.

Wajono zweeg.

Joyce hoorde niet, dat Wajono tenslotte afscheid nam van meneer Keller en dat hij hem bedankte voor alles. Zij staarde naar de weg, waarop de bloederige resten van een hond lagen, zonder pardon doodgereden.

 

Toen ze thuis waren, was de stilte tussen hen gespannen. Joyce ging afwassen. Ze had het weekend niets gedaan. Wajono kwam kijken.

- Hoe voel je je?

- Ik weet niet.

- Ben je boos, of verdrietig, of teleurgesteld in alles?

- Nee, zei Wajono kortaf.

Joyce voelde tranen achter haar ogen. Ze liep naar de kamer.

- Ik kan er niet tegen, als je hèlemaal niets zegt. Ik weet niet hoe ik alles moet goed maken, ik weet niet wat we moeten doen...

- Joyce, zei Wajono, ik moet het je zeggen. Ik ga morgen weg.

- Oh, dàt zei je tegen meneer Keller, begreep Joyce. Ze voelde zich heel koud worden.

- Ja, zei Wajono zacht, terwijl hij ging zitten.

- Ga je weg om wat er gebeurd is?

- Nee, je weet toch dat ik weg zou gaan.

- Ja, maar ik wist niet wanneer.

- Morgen.

- Zou je ook morgen gegaan zijn, als er niets gebeurd was?

- Ja.

Joyce wist niet wat ze moest doen. Een sigaret opsteken,

[pagina 81]
[p. 81]

een drankje inschenken, een plaat opzetten?

- Joyce.

- Ja.

- Ik wil je iets vragen.

- Ja.

Joyce weigerde om iets te voelen.

Wajono ging weg. Dat was allang bekend. So what.

- Joyce? Zou je met mij mee willen gaan?

De wereld hield haar adem in.

Ik heb geen enkele gedachte, het is gebeurd, ik ben gek geworden, dacht Joyce.

- Met je meegaan? Stilte. - Hoe bedoel je?

- Zou je willen meegaan naar mijn mensen. Zou je mijn vrouw willen worden?

Dit gebeurt niet, dit gebeurt niet echt, dacht Joyce.

- Hoe kan dat nou..., begon ze. Ik weet niets van jullie. Ach, je maakt maar een grapje.

Van alles een grapje maken. Nooit toegeven dat je serieus bent, zeurderig-zwaartillend. Stel je voor, dacht ze, stel je voor dat ik in het bos ging wonen. Bij wilde Indianen. Middenin het oerwoud wonen, middenin het bos. Het bos, ongelooflijk mooi, fascinerend, overweldigend, maar toch ook beklemmend, vreemd, oneindig vreemd. Helemaal opnieuw beginnen. Leeg. Schoon. Niets meenemen van alle probleem-gedachten, probleemgevoelens. Zou ik dat willen? Zou ik dat kunnen?

- Wajono... waarom?

- Omdat ik je bij me wil hebben.

Joyce dacht: Nog even en dan ga ik huilen. Ze wist het, ze hield van Wajono.

- Maar je mensen, Wajono, wat zullen je mensen zeggen?

- Ze zullen je welkom heten.

- Maar ik ben van een heel andere wereld. Ik ben hele-

[pagina 82]
[p. 82]

maal anders.

Wajono glimlachte. - Je bent toch van Suriname en zij zijn toch ook van Suriname.

De eerste tranen lieten zich niet meer tegenhouden.

- Oh Wajono, misschien heb ik gehoopt, dat je zou blijven, maar dit heb ik niet verwacht... Ik weet het niet.

- Je weet dat mijn mensen op me wachten. Ik moet terug.

- Ik weet het, ik begrijp het. Maar verder weet ik niets. Zou niet alles veranderen tussen ons, als ik mee zou gaan? Ik weet niet of ik kan veranderen. Ik weet niet hoe. Hoe moet ik leven? Hoe moet ik leven bij jullie?

Ze huilde.

Wajono sloeg zijn armen om haar heen.

- Joyce, zei hij zacht. Lieve Joyce, maak er geen probleem van. Alles kan veranderen. Wij kunnen ook veranderen. Eens zullen mijn mensen ook veranderen. Je moet niet huilen, Joyce. Ik wil dat je blij bent, dat is toch het enige belangrijke. Wees blij, Joyce.

 

Indianen kunnen zoenen, dacht Joyce later. Veel later.

 

Joyce kuste Wajono op de ogen.

- Liefste, zei ze zacht.

Wajono opende zijn ogen en keek in de hare.

Hij zei iets dat ze niet verstond.

- Wat zeg je?

Hij zocht naar de woorden.

Joyce ging dichter tegen hem aan liggen. Dat was iets liefs in jouw taal, no?

- Ja, zei Wajono. Hij streelde haar haar. Aarzelend zei hij: - Ik wou dat je meeging.

- Ik weet het niet, ik weet niet wat ik moet doen, zei Joyce wanhopig.

[pagina 83]
[p. 83]

Ze hield van hem. Ze waren naar bed gegaan. Ze was nog nooit zo gelukkig geweest. Maar ze had geen risico genomen. Wajono had het ook niet gewild.

- Maar nu ben je van mij, zei hij. Kind of geen kind.

- Geen kind, zei Joyce met een lichte glimlach. Die pillen helpen echt. Maar ik ben van jou. Of ik met je meega of niet.

- Is het zo moeilijk?

- Het is zo verward, zei Joyce. Ik hou van je, maar ik weet niet of het goed is als ik met je meega. Ik denk niet dat ik het kan. Ik denk niet dat ik kan leven zoals jullie, al ken ik jullie leven niet eens. Begrijp je dat?

- Misschien, zei Wajono ernstig.

- Ben je nu teleurgesteld in mij?

- Ik hou van je.

Joyce drukte haar lippen hartstochtelijk op de zijne.

 

- Waarom kun je niet hier blijven? Kun je niet terugkomen, vroeg ze later. (Veel later). Kom terug!

- Misschien, zei Wajono. Misschien kom ik terug. Misschien alleen, misschien met de anderen.

Joyce richtte zich op. - Ik wil je niet dwingen, ik weet ook dat ik dat niet kan. Oh, als je me maar begreep.

Begrijp je me? Als ik met je meega, verlies ik alles waarvoor en waarmee ik leef. Ik ben te gecompliceerd, te ingewikkeld om zonder meer met je mee te gaan. Om een natuur-leven te beginnen. Ik ben bang dat ik jullie leven niet aan kan. Vroeger was ik roekeloos, nu niet meer. Ik ben voorzichtig geworden. Ik weet wat ik hier kan doen. Ze lachte moeilijk. Maar wat kan ik bij jullie doen? Ik kan toch niet artikelen gaan schrijven voor jouw mensen. Jij zal ze niet eens kunnen lezen, ik zou ze niet eens alleen voor jou kunnen schrijven. Oké, ik zou je kunnen leren lezen, leren schrijven. Als het waar was... Maar ik

[pagina 84]
[p. 84]

ben te ongeduldig, ik geloof niet dat ik iemand iets kan leren. Ik voel me alleen maar thuis bij mensen die dezelfde achtergrond hebben als ik, dezelfde gedachten hebben als ik, net zo praten als ik.

- En ik dan, vroeg Wajono rustig.

- Ja. Jij. Als ik alleen met jou kon leven... Maar er is geen eiland voor twee mensen.

Joyce ging op haar rug liggen. Plafonds zijn altijd dodelijk, dacht ze.

- Leven is zo moeilijk. Ik begin net een beetje te wennen aan deze wereld, ik voel me net een beetje thuis, hier in dit leven, in deze wereld, hier in Suriname.

Het bos is ook Suriname, maar het is ook een nieuwe wereld. Ik ben bang voor een nieuwe wereld... Maar ik ben ook bang voor een wereld zonder jou. En ik ben ook nog egoistisch. Verwend. Wat moet ik doen, Wajono, liefste-liefste, wat moet ik doen!

Wajono liet zijn hand over haar lichaam glijden. - Hou maar van me. Geloof in me. Geloof in jezelf. We zullen niet alle vragen vandaag beantwoorden.

Joyce sloot haar ogen en beantwoordde zijn liefkozingen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken